Amsterdams Kleinkunst Festival
Inleiding
Het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF) vindt jaarlijks plaats in een periode van circa twee weken in de theaters Bellevue en DeLaMar in Amsterdam. De hoofdactiviteit is het Concours om de Wim Sonneveldprijs. Daarnaast is binnen het AKF naar eigen zeggen ruimte om hoge kwaliteit te bekronen en het verleden binnen de kleinkunst te eren, door middel van muziektheatervoorstellingen, hommages en de uitreiking van de Annie M.G. Schmidtprijs. Na dertig jaar neemt artistiek leider en oprichter van het festival Evert de Vries in 2017 afscheid. Hij draagt zijn taken over aan Daniël van Veen en zal als artistiek producent op de achtergrond betrokken blijven bij de ontwikkeling van de hommages en muziektheaterproducties.
Het AKF profileert zich als het belangrijkste podium voor kleinkunsttalent. Het concours vormt een langdurig ontwikkeltraject voor aanstormende kleinkunstenaars, waarbij talentvolle makers inhoudelijk en zakelijk worden begeleid. Na voorrondes krijgen jaarlijks zes halvefinalisten de kans om op tournee door het land te gaan; elke deelnemer speelt gemiddeld vijftien voorstellingen. Daarbij worden ze intensief op maat gecoacht door een gerenommeerd kleinkunstenaar volgens de traditionele meester-gezelverhouding. De halve finale wordt gespeeld in Theater Bellevue en de jury selecteert drie finalisten. Deze drie finalisten gaan vervolgens op tournee door het land tijdens de Finalistentournee en spelen gemiddeld dertig voorstellingen per deelnemer. Uiteindelijk zullen zij in de Kleine Komedie strijden om de felbegeerde Sonneveld Juryprijs en Sonneveld Publieksprijs.
Het concours heeft volgens de organisatie in de dertig jaar van zijn bestaan een belangrijke bijdrage geleverd aan de in- en doorstroom binnen de kleinkunst. Veel podiumkunstenaars zijn begonnen bij het Concours om de Wim Sonneveldprijs en hebben door het traject hun eigen professionele praktijk verder weten te ontwikkelen. Wezenlijk voor deze theatervorm is dat deze zelfscheppend is. Met de nieuwe aanwas levert de organisatie naar eigen zeggen een bijdrage aan het laten ontstaan van nieuw repertoire.
Het AKF wil zich de komende jaren verder ontwikkelen tot een platform met een artistiek profiel gebaseerd op de ontwikkeling van kleinkunstenaars in elke fase van hun carrière. Het festival wil het belangrijkste platform binnen de ontwikkeling van de kleinkunst zijn. Centraal staat de doorstroming van eigenzinnige en kritische makers naar een volgende stap in hun carrière. De programmering kent drie programmalijnen: Jonge Talenten, Toptalenten en Gerenommeerde makers.
Het AKF stelt zich voor de periode 2017-2020 de volgende ambities: meer aandacht voor toptalenten, ontmoeting en experiment; versterking van het genre door uitbreiding van het aantal activiteiten in Amsterdam; versterking van de merkstrategie gericht op hogere zaalbezetting en vergroting van de zichtbaarheid; vergroting van de eigen inkomsten uit sponsoring. Deze ambities krijgen onder andere vorm doordat het concours versterkt wordt door talenten te scouten bij verschillende opleidingen en er een actievere samenwerking met de opleidingen opgezet wordt. Daarnaast gaat het festival meer workshops organiseren voor de halvefinalisten.
Stichting Amsterdams Kleinkunst Festival vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘concours’. Het gevraagde subsidiebedrag is 50.000 euro. Daarnaast vraagt de stichting een bijdrage (co)productie van 10.000 euro aan. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 60.000 euro per jaar/editie.
Historie
Stichting Amsterdams Kleinkunst Festival ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de kwaliteit als goed.
De organisatie vraagt aan voor haar kernactiviteit: het Concours om de Wim Sonneveldprijs. De commissie kent het concours als een plek waar een breed palet aan kleinkunst aangeboden wordt, waarin de organisatie diversiteit en verbreding zoekt. De organisatie bouwt op de Nederlandse traditie van kleinkunst en de commissie beaamt dat deze uniek is in zijn soort. Dit gegeven draagt volgens de commissie bij aan de artistieke signatuur en daarmee aan de oorspronkelijkheid van het festival. Zij spreekt daarnaast haar vertrouwen uit over de nieuwe artistieke leiding van het concours in de persoon van Daniël van Veen, die het stokje overneemt van oprichter Evert de Vries.
De commissie is positief over de kwaliteit van de deelnemers en de bijdrage die het concours levert aan hun verdere carrière. Het traject waarmee het concours de deelnemers ondersteunt in hun ontwikkeling als kleinkunstenaars, noemt zij gedegen. De kandidaten maken veel vlieguren door de gekozen structuur van voorrondes, coaching, halve finale en finale. De samenwerking met een regisseur en coach bevordert de kwaliteit van de voorstellingen en deze kwaliteit draagt bij aan de zeggingskracht voor het publiek. De concoursstructuur wordt volgens de commissie grondig beschreven in de aanvraag. Volgens haar draagt deze structuur er inderdaad toe bij dat de beste deelnemer komt bovendrijven. Zij vindt het daarnaast positief dat het concours niet enkel ruimte biedt aan deelnemers die afgestudeerd zijn aan een kunstvakopleiding, maar dat er ook plek is voor unieke, autodidactische talenten. De kwaliteit van de laureaten noemt de commissie goed en een aantal van hen, zowel winnaars als niet-winnaars, heeft inderdaad carrière gemaakt in de kleinkunst en staat nog regelmatig op een podium.
De commissie vindt het positief dat de selectiecommissies en jury jaarlijks in samenspraak met de directeur de beoordelingscriteria opnieuw bepalen. Zij beaamt dat hierdoor de beoordelingswijze zich kan vernieuwen, terwijl het festival tegelijkertijd een artistieke lijn waarborgt. Hierbij mist de commissie wel een concrete uitwerking van deze beoordelingscriteria in de aanvraag. Hoewel uit de aanvraag blijkt dat de organisatie zich breed informeert over wie er in de jury moeten plaatsnemen, en dat ze er zorg voor draagt dat verschillende expertises vertegenwoordigd zijn, mist de commissie een concrete lijst met namen van juryleden. Dit is een gemis in de aanvraag. Op basis van het verleden heeft zij er echter wel vertrouwen in dat de vakbekwaamheid van de juryleden in de komende jaren geborgd zal blijven.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten als goed.
Het concours biedt een vergaande ondersteuning aan talent en bovendien kent het traject een stevige begeleiding na het festival. De commissie is positief over het coachingstraject volgens het meester-gezelprincipe en het feit dat het ontwikkelingsproces volledig in dienst staat van de ontwikkeling van de deelnemers en daarmee van de kleinkunst in het geheel. De bijdrage die het festival levert, beperkt zich echter tot het eigen genre en strekt zich niet uit tot de podiumkunsten in hun algemeenheid.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Zij constateert dat er sprake is van een financieel gezonde organisatie en de commissie heeft in de basis vertrouwen in de bedrijfsvoering van de organisatie. Ten aanzien van de eigen inkomsten van de organisatie merkt de commissie op dat die goed gespreid zijn over verschillende bronnen. Zij plaatst wel een kanttekening bij de begrote publieksinkomsten. Volgens de begroting zullen deze inkomsten in de komende jaren aanzienlijk toenemen in vergelijking met de gemiddelde gerealiseerde publieksinkomsten over de afgelopen drie jaar. Weliswaar stijgt volgens de kengetallen het aantal activiteiten en verdubbelt het aantal betaalde bezoekers, maar de commissie is er niet op voorhand van overtuigd dat het realiseren van deze ambities aannemelijk is. Hiervoor onderbouwt de aanvrager in het plan naar haar mening onvoldoende op welke manier ze die toenemende bezoekersaantallen, en daarmee de stijgende publieksinkomsten, zal realiseren. Ook merkt de commissie op dat de werving van aanvullende financiering voor de muziektheaterproductie en enkele andere programmaonderdelen nog allerminst zeker is. In de afgelopen jaren heeft de aanvrager daarin namelijk wisselende successen behaald, waardoor de commissie een gematigd vertrouwen heeft in het welslagen van deze ambitie. Positief is de commissie over de extra inzet die de organisatie pleegt om meerjarige sponsors aan zich te binden. Omdat dit traject zich nog moet bewijzen, heeft aanvrager vooralsnog bij deze post niet te hoog ingezet, wat de commissie realistisch vindt.
De commissie constateert dat de totale begroting in de komende jaren verdubbelt ten opzichte van de voorgaande edities. De reden hiervoor is een forse toename van het aantal activiteiten, met name de overige activiteiten. Dit komt volgens de commissie overeen met de wens van de organisatie om de komende jaren extra te investeren in talent dat aan het concours deelneemt. Zij is positief over het voornemen om de extra financiële middelen in te zetten voor de programmalijn ‘jong talent’, bestaande uit de begeleiding van zes kandidaten per jaar bij het Concours om de Wim Sonneveldprijs, een nieuw programma van workshops en een studentenbezoekprogramma.
Tot slot is de commissie van mening dat de organisatie haar doelgroepen duidelijk omschrijft. Daaruit blijkt dat het Amsterdams Kleinkunst Festival zijn publiek goed kent. Bovendien sluiten de doelgroepen volgens de commissie aan bij het profiel van het festival. De marketingaanpak bevat volgens de commissie vooral veel standaardmarketingmiddelen. De strategie is erop gericht om een brede media-aandacht te genereren en zo veel mogelijk bezoekers te trekken. Omdat de uitwerking van de aanpak weinig doelgericht overkomt, kan de commissie er niet volmondig op vertrouwen dat de beoogde publieksgroei zal worden gerealiseerd.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
De activiteiten van het concours en het festival kunnen worden aangemerkt als kleinkunst. Het festival onderscheidt zich weliswaar van andere festivals en concoursen door het intensieve coachingstraject, maar de commissie meent niettemin dat kleinkunst als genre in verschillende hoedanigheden ruim vertegenwoordigd is op de Nederlandse podia. Het festival levert daarmee geen bijzondere bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als neutraal.
Het concours vindt plaats in Amsterdam. In Amsterdam is een ruim aanbod aan podiumkunsten aanwezig, zowel gepresenteerd op podia als op festivals. Hierdoor levert het festival geen bijzondere bijdrage aan de spreiding van het aanbod van podiumkunsten in Nederland.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de provincie of gemeente is ruim voldoende.
Het Amsterdams Kleinkunst Festival heeft in de afgelopen periode geen bijdrage van de gemeente Amsterdam ontvangen en vraagt voor de periode 2017-2020 een bedrag van 80.000 euro per jaar aan. Hiermee is sprake van een beperkte lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert de bijdrage (co)productie toe te kennen.
Met deze bijdrage wil het festival toptalenten stimuleren nieuwe samenwerkingen aan te gaan en buiten de gebaande paden te treden. De plannen passen volgens de commissie in de lijn die het festival de afgelopen jaren heeft getoond. Zowel de genoemde partners als de concrete namen van makers met wie het festival gaat samenwerken, geven de commissie vertrouwen in de kwaliteit van de (co)producties. Zo zal in 2017 zowel een cabaret- als een liedjesprogramma geproduceerd worden met Kiki Schippers en in 2018 onder de titel ‘De Vijf’ een programma met vijf vrouwelijke kleinkunstenaars. Hoewel de samenwerking met het Andalusisch Orkest niet voor de hand ligt, wekt die tegelijkertijd de nieuwsgierigheid van de commissie. Al met al vertrouwt zij erop dat het Amsterdams Kleinkunst Festival met de voorgenomen (co)producties bijdraagt aan de totstandkoming van een breed palet van kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Amsterdams Kleinkunst Festival te honoreren voor zover het budget het toelaat.
Aangevraagd bedrag per editie
60.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
50.000
Bijdrage (co)productie
10.000
Totaal per editie
60.000
Toegekend bedrag per editie
60.000
Aangevraagd bedrag per editie
60.000
bedrag per editie
50.000
Bijdrage (co)productie
10.000
Totaal per editie
60.000
Toegekend bedrag per editie
60.000
* Alsnog toegekend in 2016