Amsterdamse Cello Biennale
Inleiding
De Cello Biënnale Amsterdam is een negendaags internationaal muziekfestival, georganiseerd rondom de cello en bedoeld voor een groot publiek. Initiatiefnemer en artistiek leider van de Biënnale en het Nationaal Cello Concours is Maarten Mostert. De zakelijke leiding is in handen van Johan Dorrestein. Met meer dan tachtig evenementen in alle ruimtes van het Muziekgebouw aan ’t IJ en het Bimhuis en ruim 30.000 bezoekers (2014) beoogt het festival een ontmoetingsplaats en een inspiratiebron te zijn voor cellisten en muziekliefhebbers uit de hele wereld. De programmering is breed en presenteert zowel het klassieke repertoire als de nieuwste muziek. De kernactiviteiten van het festivalprogramma bestaan uit het Nationaal Cello Concours, Internationale Masterclasses, een festivalmarkt, lunch-, middag- en avondconcerten, de serie ‘Take Five’, een Open Podium, een Cello Lounge, Late Cello Night-concerten en kleuter- en kindervoorstellingen.
Door de wijze waarop het programma is samengesteld, de muziek wordt gepresenteerd, de internationale top wordt verbonden met jonge musici en door de publieke belangstelling die het festival weet te genereren, is de Cello Biënnale de hoop van de klassieke muziek genoemd en een stimulans en inspiratie voor de Nederlandse podiumkunsten gebleken, aldus de aanvraag. Hiernaast is de Cello Biënnale naar eigen zeggen een voorbeeld voor andere, soortgelijke festivals en biedt ze een uniek programma. Het unieke karakter schuilt in het gegeven dat er gedurende de Cello Biënnale tijdens één concert elk geprogrammeerd werk zijn eigen specifieke vertolker krijgt. Dit betekent dat er per concert wel drie tot vijf solisten worden gepresenteerd. Dit biedt verschillende mogelijkheden: per werk kan de beste uitvoerder worden gezocht, kunnen er prikkelende combinaties van meesters en gezellen worden gemaakt, en er kunnen in één programma drie of meer wereldsterren op de rol staan. De organisatie stelt dat dit voor elke concertzaal financieel onhaalbaar is.
Vanaf 2018 zal de organisatie de Cello Biënnale Amsterdam met een extra festivaldag uitbreiden naar tien dagen. Het aantal activiteiten zal eveneens toenemen. Verder wil de Cello Biënnale zich de komende jaren richten op het exploreren van nieuw artistiek terrein door nieuwe muziek en nieuwe muziektheaterproducties te initiëren; laureaten van het Nationaal Cello Concours in het vormgeven van hun carrière te begeleiden; het educatieve programma ‘Hello Cello’ te versterken; lokale, nationale en internationale samenwerkingsverbanden te verstevigen en uit te breiden; bestaand publiek vast te houden en nieuw publiek te vinden.
De Cello Biënnale Amsterdam vindt de verbinding met andere kunstdisciplines, zoals theater, dans, film, video, literatuur en poëzie, zeer inspirerend. Gedurende voorgaande jaren is de organisatie dan ook initiator geweest van verschillende nieuwe (co)producties. Ook voor de festivals van 2018 en 2020 worden theatermakers en choreografen uitgenodigd om samen met (jonge) cellisten nieuwe muziektheatervoorstellingen te maken.
De Cello Biënnale Amsterdam vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘klein/middelgroot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro. Daarnaast wordt een bijdrage (co)productie aangevraagd van 25.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 150.000 euro per editie.
Historie
De Cello Biënnale Amsterdam ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
De commissie beaamt dat het festival en concours in zijn opzet van voorbeeldstellende waarde is. Hoewel er meer festivals bestaan die de emancipatie van een instrument als centraal doel hebben, onderscheidt de Cello Biënnale zich volgens de commissie door het type activiteiten en de beleving die ze daarmee haar publiek aanbiedt. De Biënnale biedt een mooi evenwicht tussen de publieks- en vakonderdelen en het festivalprogramma heeft vanwege de horizontale opzet een publieksvriendelijk karakter. Uit de manier waarop het ‘Artist-in-Residence’-programma wordt ingevuld blijkt volgens de commissie dat de organisatie een duidelijke visie op kwaliteit heeft. Daarnaast werpt de aandacht die de organisatie heeft voor talentontwikkeling haar vruchten af. De commissie is van mening dat de wijze waarop de jury van het concours haar taak uitvoert getuigt van vakmanschap. Het concours levert een selectie van kwalitatief hoogwaardige cellisten op. Daarnaast is de kwaliteit van de professionele cellisten die de Cello Biënnale Amsterdam uitnodigt zonder uitzondering uitstekend.
Over de plannen voor de komende periode 2017-2020 merkt de commissie op dat er sprake is van een heldere uitwerking van het programma. Klassieke muziek is het uitgangspunt en van daaruit worden verbindingen gemaakt met allerlei andere muziekgenres en -culturen. Daarnaast kiest de aanvrager voor ieder festival een thema dat de rode draad binnen de programmering vormt. Hiermee creëert het festival volgens de commissie een heldere samenhang in het getoonde aanbod. Voor de editie van 2018 is het thema ‘The Power of Music, The Power of the Cello’. Onder die noemer brengt de organisatie musici, bestaande uit zowel spelers als componisten, samen die zich, in de woorden van de aanvrager ‘van de kracht van muziek bewust zijn’. Genoemd worden Jordi Savall, Yo-Yo Ma en het New Yorkse Bang on a Can. De compositieopdrachten die het festival bij elke editie verstrekt, vindt de commissie van toegevoegde waarde voor het profiel van het festival. Hiermee zorgt het festival namelijk voor nieuw repertoire voor de cello. Punten van kritiek plaatst de commissie bij de ambitie van de organisatie om het festival en concours te verlengen met een dag en bij de toename van het aantal activiteiten. Ze merkt op dat de noodzaak van deze groei niet overtuigend wordt onderbouwd en dat er een risico bestaat dat dit ten koste zal gaan van de huidige artistieke focus. Daarbij leest de commissie in de plannen dat de organisatie als toevoeging aan het programma samenwerking zoekt met makers uit andere podiumkunstdisciplines, zoals muziektheater en dans. Ze mist daarbij echter een artistiek-inhoudelijke uitwerking. Niet duidelijk wordt wat de meerwaarde van de samenwerking met andere disciplines is en welke verwachtingen de organisatie heeft van de uitkomst.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten als goed.
De commissie is van mening dat de activiteiten die de aanvrager op het gebied van talentontwikkeling ontplooit, een belangrijke aanvulling vormen op hetgeen muzikanten in het reguliere muziekonderwijs krijgen aangeboden. Jonge cellisten worden ondersteund om hun kansen te vergroten. Daarnaast presenteert de Cello Biënnale Amsterdam de state of the art op het gebied van cellomuziek, waarmee ze een belangrijke (inter)nationale netwerkfunctie heeft. Tevens constateert de commissie dat het festival een bijdrage levert aan de repertoireontwikkeling door compositieopdrachten te verstrekken. Anderzijds constateert de commissie dat de Biënnale door haar specifieke focus op dit instrument een beperkte rol speelt voor de ontwikkeling van de podiumkunsten in brede zin.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
De commissie constateert dat de organisatie een gezonde financiële positie heeft. De begroting is gebaseerd op eerdere edities en er is sprake van een bestendige lijn. Op basis van het verleden is het aannemelijk dat de organisatie met succes tot een evenwichtige financieringsmix zal komen. Uit de begroting blijkt dat de activiteitenlasten de komende periode met name op het gebied van tijdelijk personeel en uitkoopsommen/honoraria zullen stijgen. Dit sluit volgens de commissie aan bij de ambitie van de organisatie om het totaalaantal activiteiten te laten toenemen van 91 naar 96 en de duur van het evenement van negen naar tien dagen. Van een expliciete groei is echter geen sprake en dat sluit aan bij de inhoud van het plan, waarin evenmin sprake is van grote verschuivingen. Opvallend is volgens de commissie het gegeven dat de organisatie een terugval in eigen inkomsten verwacht, die wordt opgevangen door extra publieke middelen. De organisatie verwacht namelijk dat de particuliere fondsen zich zullen terugtrekken en is van mening dat de publieksinkomsten niet verder kunnen stijgen. De commissie vindt dat echter niet overtuigend onderbouwd. Zo zijn horeca-inkomsten en vergoedingen uit samenwerking bijvoorbeeld niet in de begroting opgenomen. Ook is het opmerkelijk dat in het plan een bijdrage van Muziekgebouw aan het IJ van 30.000 euro is beschreven die niet bij de post ´vergoedingen uit samenwerking´ in de begroting is opgevoerd. Een toelichting daarop ontbreekt. Daarnaast nemen de publieksinkomsten in de begroting af ten opzichte van 2014, terwijl de organisatie wel een toename van het aantal betalende bezoekers verwacht. De commissie constateert bovendien dat de opmerking van de aanvrager dat de particuliere fondsen zich zullen terugtrekken en de publieksinkomsten niet verder kunnen stijgen, vier jaar geleden ook al in de aanvraag van de Cello Biënnale stond. Daarbij signaleert de commissie dat de realisatie van beide posten in 2014 uiteindelijk significant hoger zijn uitgevallen dan destijds begroot. De onderbouwing die de organisatie verschaft bij de ontwikkeling van de eigen inkomsten is volgens de commissie derhalve te negatief voorgesteld. De organisatie zoekt geen risico's in verhoging van de eigen inkomsten, terwijl daar wel ruimte voor is. De commissie vindt hier geen ondernemende houding uit spreken.
Positief is de commissie over de publieksbenadering. Volgens haar is er een match tussen het aanbod en het publiek dat de organisatie daarmee wil bereiken. Ook de gemiddelde zaalbezetting is goed. Hoewel de introductie van nachtconcerten om meer jongeren te bereiken de commissie aanspreekt, is ze niet van mening dat dergelijke activiteiten vanzelfsprekend het beoogde effect zullen hebben. De organisatie rekent voorts op een toename in het aantal bezoekers van 27.902 naar 29.000. Ze koppelt de verschillende publiciteitsmiddelen die ze in de aanvraag noemt, echter niet aan specifieke doelgroepen, waarmee de aanpak volgens de commissie weinig doelgericht overkomt. Een groei is volgens haar desondanks realistisch. De Cello Biënnale Amsterdam zal immers een publiek aan zich weten te binden dat een hoge waardering heeft voor de specifieke programmering van dit evenement, aldus de commissie.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de pluriformiteit als neutraal.
De Biënnale kenmerkt zich door een breed muziekaanbod rond de cello, met een nadruk op klassiek repertoire dat ruimschoots op podia en festivals in Nederland te horen is. De commissie vindt dat de activiteiten van de Cello Biënnale Amsterdam geen bijzondere bijdrage leveren aan de pluriformiteit van het landschap.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de geografische spreiding als neutraal.
De kernactiviteiten van het festival en concours vinden plaats in Amsterdam. In Amsterdam is een ruim aanbod aan podiumkunsten aanwezig, zowel gepresenteerd op podia als op festivals. Hierdoor wordt door de Cello Biënnale Amsterdam geen bijzondere bijdrage geleverd aan de spreiding.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de gemeente is ruim voldoende.
De afgelopen periode ontving de organisatie ongeveer 200.000 euro per editie. De verwachting is dat dit bedrag zal stijgen naar 280.000 euro per editie. Hiermee is er sprake van een beperkte lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert de bijdrage (co)productie niet toe te kennen.
De Cello Biënnale Amsterdam ervaart de verbinding met andere kunstdisciplines, zoals theater, dans, film, video, literatuur en poëzie, als inspirerend en nodigt voor de festivals van 2018 en 2020 theatermakers en choreografen uit om samen met (jonge) cellisten nieuwe muziektheatervoorstellingen te maken. Voor de periode 2017-2020 denkt ze onder andere aan een kindervoorstelling en een grotezaalproductie door Oorkaan van artistiek leider Caecilia Thunnissen en een muziektheatervoorstelling door Dagmar Slagmolen. Volgens de commissie dragen de plannen niet bij aan het tot stand komen van een breed palet van kwalitatief en hoogwaardig en pluriform podiumkunstenaanbod. De commissie is namelijk van mening de voorgestelde coproducties tot het soort aanbod leidt dat reeds regelmatig op andere podia te zien is.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Amsterdamse Cello Biënnale te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
62.500
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
62.500
* Alsnog toegekend in 2016