Barokopera Amsterdam
Inleiding
Barokopera Amsterdam is een in Amsterdam gevestigd muziekgezelschap dat in 2009 is opgericht door artistiek en muzikaal leider Frédérique Chauvet. Zij wordt bijgestaan door zakelijk leider Gerolf Slot. De missie en hoofddoelstelling van Barokopera Amsterdam is het uitvoeren van muziekvoorstellingen in een theatrale vorm waarin kwaliteit, creativiteit, toewijding en toegankelijkheid bij elkaar komen. De organisatie wil minder bekend theatermuziekrepertoire uit de periode 1650-1850 ontsluiten voor een groot publiek. Dit doet zij door historisch en musicologisch onderzoek en daarbij is het inzicht ontstaan dat muziektheater eens onderdeel was van de populaire cultuuruitingen. In de voorstellingen worden verbindingen aangegaan met onder andere theater, circus, objecttheater en cabaret, zoals op de kermissen in de achttiende eeuw.
Tot de kernactiviteiten van de organisatie behoort het geven van muziektheatrale voorstellingen in en buiten het theater in binnen- en buitenland. Dit doen de musici op authentieke instrumenten of kopieën daarvan. Met toegevoegde teksten door de zangers en regiewerk wordt de muziek in haar theatrale en politiek-historische context geplaatst. Hierdoor is in de afgelopen zes jaar een vorm ontstaan die geduid wordt als ‘politiek-historische revue’. Ook is Barokopera Amsterdam gericht bezig als talentscout voor Nederlandse makers, zangers en musici.
Een van de activiteiten die Barokopera Amsterdam wil ondernemen voor de periode 2017-2020 is ‘Acis & Galatea’ van Georg Friedrich Händel, een ‘pastorale opera’ op het kruispunt van cantate, masque, opera en het latere Engelse oratorium. In dit latere werk van Händel zijn invloeden te horen van Henry Purcell, de maestro van Engeland, Händels tweede vaderland. De hoofdrollen van deze opera zijn voor de zangers Wendy Roobol, Jan-Willem Schaafsma en Marc Pantus. De regie is van Julien Chavaz en de enscenering wordt gedaan door Noelle Brühwiler en Lea Hobson. Het ensemble bestaat uit dertien barokinstrumentalisten. Voorts komt er een reprise van ‘Don Giovanni, 1815’. De regie is van Nynke van den Bergh, kostuums en decorelementen worden verzorgd door Sanne Puijk. Zangers zijn Anne Rodier, Jean-Léon Klostermann, Pieter Hendriks en Wiebe-Pier Cnosse. Op de festivals wordt gespeeld met een tienkoppig barokensemble; in de theaters met een twintigkoppig barokensemble.
In het najaar van 2017 brengt Barokopera Amsterdam de nieuwe productie ‘Peter de Grote, Tsaar en Timmerman’ op de planken. Aanleiding voor deze productie is het driehonderdjarig jubileum van de reizen die tsaar Peter de Grote in 1697 en 1717 naar West-Europa maakte. De werken die als basis dienen voor de muzikale invulling zijn ‘Pierre le Grand’ van Grétry, ‘Il borgomastro di Saardam’ van Donizetti en ‘Zar und Zimmermann’ van Albert Lortzing. De werken maken onderdeel uit van de collecties van Théâtre Français de la Haye en het Koninklijk Conservatorium. Voor de uitvoering wordt samengewerkt met 20 tot 25 musici van het Franse Symphonie Atlantique. De regie is in handen van Nynke van den Bergh en kostuums en decorelementen worden verzorgd door Sanne Puijk. Er zullen zes zangers bij betrokken worden.
In 2018 staat een productie gepland in samenwerking met het Posthuis Theater in Heerenveen en Wintercircus Heerenveen, ter gelegenheid van ‘Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa’, namelijk ‘Le voyage dans la lune’ van Offenbach. De regie is in handen van Tjy Liu. De voorstelling wordt gespeeld met een ensemble van zeven instrumentalisten op romantische instrumenten, acht zangers en zeven circusartiesten onder wie luchtacrobaten, jongleurs en een goochelaar. Er volgen drie reprises: ‘Purcell Gala’, ‘Acis & Galatea’ en ‘King Arthur’ van Purcell. Tot slot beschrijft de organisatie nog twee nieuwe producties, waarvan één in samenwerking met het Orkest van de Achttiende Eeuw.
In de periode 2017-2020 speelt Barokopera Amsterdam 48 voorstellingen en/of concerten per jaar op kleine/middelgrote en grote podia. Het gevraagde subsidiebedrag is 284.400 euro.
Historie
Stichting Barokopera Amsterdam ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Barokopera Amsterdam beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van verschillende voorstellingen en/of concerten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.
De commissie vindt de uitvoeringskwaliteit van de musici goed, maar de totaalklank van het ensemble is volgens haar van wisselende kwaliteit. De dynamiek is weinig uitgesproken, waardoor transparantie tussen de verschillende secties niet geheel tot uiting komt. De vorm die het ensemble heeft gevonden in het presenteren van operarepertoire is volgens de commissie toegankelijk, maar dit heeft ook zijn keerzijde. Het risico bestaat dat er te veel aandacht wordt besteed aan het concept, waardoor aan zeggingskracht wordt ingeboet. In de productie ‘Don Giovanni, 1815’ wordt volgens de commissie met een sober decor een duidelijk beeld gegeven van de verschillende muzikale versies van het werk. Zij vindt het een interessant gegeven dat Barokopera Amsterdam in historische context werken presenteert, waardoor de toeschouwer inzage krijgt in de ontstaansgeschiedenis en historische tijdsgeest. Chauvet is volgens de commissie een bevlogen maker en haar ideeën vinden een groot publiek. De commissie vindt haar vakmanschap als dirigent echter minder uitgesproken. Zo is de samenhang van de verschillende delen niet altijd goed in balans en zijn de inzetten van het ensemble niet altijd gelijk. De solisten die aangetrokken worden, hebben allen voldoende vakmanschap om de rollen te vervullen. Maar door de losse benadering van de vocalen in combinatie met gesproken tekst, komt het geheel soms rommelig over op de commissie. Ook is zij kritisch over de acteerprestaties, die volgens haar een strakkere regie kunnen gebruiken.
Over de plannen voor de periode 2017-2020 is de commissie gematigd positief. Zij vindt het een oorspronkelijk idee om, in het verlengde van de artistieke missie van de organisatie, opera te combineren met disciplines als circus en acrobatiek. Hieruit kan volgens haar een toegankelijke, spectaculaire voorstelling ontstaan. Zij mist in de beschrijving van deze productie echter de artistieke meerwaarde van de samenvoeging van de disciplines. De eigen artistieke signatuur ontleent Barokopera Amsterdam volgens haar eerder aan de vorm van de producties dan aan de artistieke inhoud. Dit maakt zij op uit de beschrijving van de voorgenomen plannen. In de beschrijving van de producties gaat de aanvrager bijvoorbeeld in op historische feiten, vormgeving en positie van het ensemble op of voor het podium. De aanvrager geeft echter geen artistiek-inhoudelijke beschrijving van de gespeelde werken die getuigt van een eigenzinnige artistieke visie. Ook mist er in de plannen een dramaturgische lijn van de voorstellingen. De commissie heeft hierdoor niet het vertrouwen dat de uitvoeringen van een grote zeggingskracht zullen getuigen. Zij is positief over de partners met wie de organisatie wil samenwerken, maar vindt ook op dit punt de plannen te weinig inhoudelijk beschreven. Zo wil Barokopera Amsterdam samenwerken met onder andere het Orkest van de Achttiende Eeuw en Symphonie Atlantique. Maar wat dit betekent voor de ontwikkeling van de artistieke lijn en signatuur van het ensemble, komt uit de aanvraag niet naar voren.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als zwak.
De commissie constateert op basis van de balans eind 2015 dat de organisatie financieel gezond is en een relatief bescheiden eigen reserve heeft opgebouwd. Barokopera Amsterdam beoogt in de periode 2017-2020 een fors hoger bedrag aan publieksinkomsten te behalen. De commissie vindt dit maar deels aannemelijk gemaakt. Zij is positief over de behaalde resultaten van de afgelopen jaren en over de samenwerking met bijvoorbeeld het Posthuis Theater in Heerenveen. Hoe de organisatie vervolgens de extra speelbeurten gaat realiseren, vindt de commissie niet terug in de plannen. De ambitie van Barokopera Amsterdam is om gemiddeld tien concerten per jaar meer te spelen. De commissie vindt het echter niet aannemelijk dat de organisatie tweemaal per jaar dezelfde podia kan bespelen met een nieuwe productie. Zij vindt daarnaast de spreiding van inkomstenbronnen matig. Er wordt geen bijdrage verwacht van private fondsen, noch van lokale overheden. En alhoewel de aanvrager inzet op het verkrijgen van sponsorinkomsten en bijdragen van particulieren, zijn deze niet terug te vinden in de begroting. Bijzondere vermelding verdient volgens de commissie nog de relatie met de coproducenten. Zij constateert dat Barokopera Amsterdam bijvoorbeeld bijdragen ontvangt van ARMA in Frankrijk, maar er wordt daarnaast geen uitleg gegeven van welke overige coproducenten de organisatie een financiële bijdrage verwacht.
Over de publieksbenadering van Barokopera Amsterdam is de commissie kritisch. De aanvrager benoemt de plaatsen waar de verschillende doelgroepen zich bevinden, maar hieruit kan de commissie niet opmaken welke doelgroepen de aanvrager wil bereiken. Er wordt ingezet op de hogere sociale klasse, die via de lezingen en klantenkring van de artistiek en zakelijk leiders worden bereikt. Daarnaast tracht Barokopera Amsterdam via educatieve projecten en samenwerkingen met sociaal-maatschappelijke organisaties een publiek aan zich te binden dat niet gewend is om naar klassiekemuziek- of operavoorstellingen te gaan. De commissie vindt dit een positief streven, maar kan uit de plannen niet opmaken dat hier een duidelijke strategie aan ten grondslag ligt. Hierdoor acht zij het niet erg aannemelijk dat deze doelgroep ook daadwerkelijk bereikt wordt. De commissie vindt de gepresenteerde promotiemiddelen zeer traditioneel en vindt het een gemis dat de organisatie op het gebied van social media niet inzet op het bereiken van een nieuw publiek. Ook spreekt er uit de plannen van Barokopera Amsterdam volgens haar geen eigen visie op de publieksbenadering en vindt zij dat de organisatie te veel leunt op de publiciteit van de podia. De commissie is er al met al niet van overtuigd dat de voorgenomen acties zorgen voor een stijging in de bezoekersaantallen.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
De commissie overweegt dat de producties van Barokopera Amsterdam bestaan uit klassieke werken die op een muziektheatrale wijze worden gebracht. Binnen het gesubsidieerde circuit, maar ook in de vrije sector is klassieke muziek ruim vertegenwoordigd. De manier waarop het ensemble dit semiscenische repertoire brengt is volgens de commissie vergelijkbaar met de aanpak van andere gezelschappen. Hierdoor levert Barokopera Amsterdam volgens de commissie geen bijzondere bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
Barokopera Amsterdam is gevestigd in Amsterdam, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. Verder constateert de commissie dat Barokopera Amsterdam in de periode 2013-2015 regelmatig heeft gespeeld in Amsterdam. Het gezelschap heeft in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen echter ook een groot aandeel van zijn concerten in andere steden en regio's gespeeld. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding van de concerten voor ogen. De commissie vindt dat Barokopera Amsterdam een redelijke bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Barokopera Amsterdam niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
284.400
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
284.400
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0