Cappella Pratensis
Inleiding
Cappella Pratensis is een vocaal ensemble dat zich heeft gespecialiseerd in de uitvoering van polyfone meesterwerken uit de 15e en 16e eeuw, met een bijzondere aandacht voor de historische uitvoeringspraktijk en het repertoire uit de Lage Landen. Het ensemble heeft een basisbezetting van acht mannenstemmen en is sinds 2009 gevestigd in ’s-Hertogenbosch. De artistieke leiding is in handen van Stratton Bull.
Cappella Pratensis formuleert in de aanvraag de doelstelling om de komende jaren een plaats in te nemen bij de wereldtop van de polyfone ensembles. De uitvoeringspraktijk is nadrukkelijk gebaseerd op muziekwetenschappelijk onderzoek en gekoppeld aan educatieve activiteiten, onder meer via workshops en masterclasses. Het ensemble verzorgt zowel losse concerten als concertseries en treedt op tijdens festivals in binnen- en buitenland. Daarnaast worden opnamen gemaakt ten behoeve van cd’s, radio en televisie, en participeert Cappella Pratensis in multimediaprojecten die worden verspreid via internet en tentoonstellingen. Cappella Pratensis onderscheidt zich naar eigen zeggen binnen het muziekleven in Nederland als een van de weinige ensembles die het laatmiddeleeuwse polyfone repertoire tot hun specialisme hebben gemaakt. De wijze van presentatie is volgens de aanvraag vrijwel uniek: het ensemble staat rond een enkele lessenaar en zingt uit één groot koorboek, waarin de muziek in mensurale notatie opgetekend is. Deze opstelling resulteert in een eigen en herkenbare klankkleur volgens het ensemble, doordat de zangers dicht bij elkaar staan en elkaar goed kunnen horen.
Cappella Pratensis wil de komende periode investeren in een verbreding van het ensemble, om op die manier een grotere inzetbaarheid mogelijk te maken en meer concerten te kunnen realiseren. Daarbij heeft het de wens om in een aantal gevallen met een extra bovenstem te zingen in een bezetting met negen zangers. In de aanvraag worden verschillende programma’s beschreven, waaronder ‘Missa Lutherana’, naar aanleiding van het feit dat het in 2017 vijfhonderd jaar geleden is dat de Reformatie op gang kwam.
Verder presenteert Cappella Pratensis een nieuw programma met muziek van Heinrich Isaac en wordt met ‘Josquin in Rome’ vooruitgeblikt op de vijfhonderdste sterfdag van Josquin des Prez in 2021. In 2018 wil het ensemble een concertprogramma uitvoeren met liturgische muziek van Dufay, Ockeghem en Regis als onderdeel van een multimediaal project. Vervolgens wordt aangesloten op de geschiedenis van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te ’s-Hertogenbosch met een reconstructie van de Marialiturgie van Pierre de la Rue, in het kader van de vijfhonderdste sterfdag van deze componist in 2018. Later in dat jaar volgt een requiemmis die De la Rue schreef naar aanleiding van de begrafenis van Filips de Schone. Enkele producties die worden beschreven voor 2019 en 2020 zijn een vervolg op het cross-overproject met jazzsaxofonist Paul van Kemenade en een concertvoorstelling over Suster Bertken, met harpiste Sarah Ridy en verteller Herman De Winné.
De bijdrage talentontwikkeling wordt door Cappella Pratensis onderbouwd met een tweeledig plan. Enerzijds wil het ensemble de interne talentontwikkeling van de eigen zangers bevorderen met een vierdaagse retraite. Dit is volgens het plan noodzakelijk om de inzetbaarheid van het ensemble flexibel te maken met het oog op de diverse projecten in de komende periode. Voor wat betreft de externe talentontwikkeling wil het ensemble Summerschools in Nederland opzetten, naar het voorbeeld van de cursussen van Laus Polyphoniae tijdens het Festival van Vlaanderen. Dit initiatief is gericht op de (betere) amateurzangers in Nederland. Daarnaast wil Cappella Pratensis met de bijdrage vaker workshops geven in combinatie met concerten.
In de periode 2017-2020 realiseert Cappella Pratensis veertig voorstellingen en/of concerten per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 95.000 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 15.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 110.000 euro.
Historie
Stichting Cappella Pratensis ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Cappella Pratensis beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van verschillende voorstellingen en/of concerten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
Het vakmanschap van de zangers staat volgens de commissie op een hoog niveau en in de samenzang realiseert het ensemble een mooie, transparante koorklank. De artistieke leiding is naar de mening van de commissie in goede handen bij Stratton Bull. Het ensemble ontwikkelt zijn uitvoeringspraktijk op basis van gedegen muziekhistorisch onderzoek. De commissie beschouwt Cappella Pratensis dan ook als de hoeders van een bijzonder stuk erfgoed. De consciëntieuze wijze waarop de muziek benaderd wordt, heeft volgens de commissie wel als keerzijde dat de aandacht vooral op de muziekhistorische bronnen is gericht en minder op de beleving van het publiek. Dit maakt de benadering van het ensemble tamelijk academisch, wat een welhaast musicologische houding van de luisteraar vergt.
De commissie is van mening dat Cappella Pratensis zich ook in de plannen voor de periode 2017-2020 in de eerste plaats concentreert op de verantwoordelijkheid voor het muzikale erfgoed. De keerzijde van deze focus is volgens de commissie een zekere afstandelijkheid tot het publiek; te weinig komt in de aanvraag naar voren hoe het koor dit erfgoed op een actuele manier wil uitdragen. Hoewel de voorgenomen producties interessante ideeën bevatten om een relevante historische context te bieden aan het gekozen repertoire, bevat de aanvraag weinig aanknopingspunten hoe dit binnen de programma's betekenis krijgt voor het publiek. De commissie is er hierdoor niet van overtuigd dat de producties een oorspronkelijke invulling krijgen en er een optimale zeggingskracht bereikt zal worden. Zo kiest Cappella Pratensis vanuit het streven naar een authentieke uitvoeringspraktijk voor het zingen rond een enkele muziekstandaard uit een koorboek. Maar dit middel schiet volgens de commissie zijn doel voorbij, aangezien het ensemble hiermee op het probleem stuit dat niet alle zangers voortdurend zichtbaar zijn voor het publiek. Dit wordt vervolgens gecompenseerd door live-videobeelden van de zangers te projecteren, maar het wordt de commissie niet duidelijk wat de visie van Cappella Pratensis is op de interactie tussen muziek en beeld. Ook wanneer sprake is van een specifieke inzet van multimedia, wordt niet uitgelegd wat de aanvrager daarbij voor ogen staat. Zo wil het ensemble bij de productie ‘Incarnation’ een video-installatie inzetten om het liturgisch drama tot leven te brengen. Dit wordt verder niet gemotiveerd, terwijl de samenwerking met een videokunstenaar bij dit project wordt uitgelicht als een van de artistieke ambities voor de komende periode.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als zwak.
De financiële positie van de organisatie is niet stevig, gelet op de matige liquiditeit ultimo 2015. De aanvrager voorziet in de komende jaren een forse stijging van het aantal concerten en de eigen inkomsten. Cappella Pratensis wil het aantal uitvoeringen laten groeien door met behulp van het gevraagde meerjarensubsidie vaker op te treden in het circuit van kleine zalen. Dit zou volgens de commissie betekenen dat, meer dan in de afgelopen jaren het geval was, boekingen worden gerealiseerd voor relatief lage uitkoopsommen. Echter, uit de begroting blijkt dat Cappella Pratensis erop rekent dat het gemiddelde bedrag aan publieksinkomsten per concert fors zal stijgen. Dit perspectief is in de ogen van de commissie niet aannemelijk. Verder verwacht Cappella Pratensis een aanzienlijk deel van de publieksinkomsten te zullen realiseren met concerten in het buitenland, maar dit gaat niet gepaard met een gedegen onderbouwing van de internationale concertacquisitie.
De begrotingsontwikkeling staat voor een belangrijk deel in het teken van het aanstellen van een nieuwe staf, na een periode waarin het bestuur veel uitvoerende werkzaamheden op zich heeft genomen. De commissie meent dat de doelstellingen die in zakelijk opzicht zijn geformuleerd, behoorlijk hooggegrepen zijn en dan ook het uiterste zullen vergen van een nieuwe zakelijk leider. De werving van de juiste functionarissen is dan ook een onzekere factor met het oog op de haalbaarheid van de plannen. Cappella Pratensis streeft in de komende periode verder naar inkomsten uit diverse private bronnen, maar gaat er in de begroting van uit dat deze inkomsten zullen teruglopen ten opzichte van 2015. Het blijft onduidelijk waarom de ambities op dit punt lager zijn ingezet dan de resultaten in het recente verleden. Verder vindt de commissie dat de strategie bij tegenvallers tekortschiet. Er wordt ingegaan op het risico dat gevraagde subsidies niet worden toegekend, maar uit de aanvraag blijkt niet dat rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de verwachte eigen inkomsten niet worden gerealiseerd.
De aanvraag bevat een beschrijving van de positie in het veld, maar Cappella Pratensis verhoudt zich daarin niet tot de directe omgeving van vocale ensembles die vergelijkbaar repertoire uitvoeren. De commissie is kritisch waar het gaat om de publieksbenadering. Bij de afzonderlijke producties worden telkens doelgroepen genoemd, maar het gaat voornamelijk om de algemene categorie van liefhebbers van klassieke (oude) muziek. Tegelijkertijd noemt de aanvrager het risico dat de groep liefhebbers van polyfone muziek relatief beperkt is en van gevorderde leeftijd. Hierdoor rijst de vraag hoe Cappella Pratensis het bestaande en potentiële publiek van de eigen activiteiten ziet. Verder is er in enkele gevallen een publiek benoemd dat geïnteresseerd is in beeldende kunst en videokunst. Maar hoe dit publiek wordt aangesproken, blijkt noch uit de inhoudelijke beschrijving van de producties, noch uit de publieksvisie. De inzet van communicatiemiddelen is summier beschreven; er wordt kortweg melding gemaakt van het gebruik van sociale media en het actueel houden van de concertkalender. De marketing en communicatie worden volgens het plan verder opgevoerd, maar deze investering wordt niet toegelicht en uit de begroting blijkt niet dat het marketingbudget wordt verruimd.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
Het repertoire van Cappella Pratensis bestaat uit klassiek vocaal repertoire, meer precies gaat het om polyfone vocale muziek uit de late middeleeuwen en renaissance. Klassiek vocaal werk is redelijk goed vertegenwoordigd binnen het podiumkunstenaanbod in Nederland. Hoewel het aantal gespecialiseerde vocale ensembles op dit specifieke terrein niet zeer groot is, is het genre wel in ruime mate aanwezig op de Nederlandse podia. De commissie is van mening dat Cappella Pratensis geen bijzondere bijdrage aan de pluriformiteit levert.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als goed.
Cappella Pratensis is gevestigd in ’s-Hertogenbosch, waar het podiumkunstenaanbod in vergelijking met grotere steden vrij klein is. Verder constateert de commissie dat de aanvrager in de periode 2013-2015 maar beperkt in andere steden en regio’s heeft gespeeld. Volgens de aanvraag zal Cappella Pratensis in de periode 2017-2020 een groot aandeel concerten in andere steden en regio’s spelen, maar de commissie is van mening dat deze toename slechts ten dele aannemelijk wordt gemaakt in de aanvraag. Op grond van het bovenstaande vindt de commissie dat Cappella Pratensis een grote bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Cappella Pratensis niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
110.000
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
110.000
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0