De Coöperatie
Inleiding
De Coöperatie is gevestigd in Utrecht en is ontstaan in 2015, vanuit een fusie van Het Kaasschaafcollectief en Habek. De Coöperatie staat onder leiding van Robert Kouijzer, die als algemeen directeur werkzaam is. Hij wordt bijgestaan door inhoudelijk coördinator Sanne Priem, producent en projectleider Mark Gademan en coach Simon Akkermans. De Coöperatie is een productieplatform voor muziek en beeld. Er worden jaarlijks verschillende activiteiten georganiseerd die talentvolle makers op weg helpen en mogelijkheden bieden tot presentatie, samenwerking en netwerken. De Coöperatie ontwikkelt hiervoor de volgende activiteiten: ‘Master’, een vraaggericht ontwikkelingstraject voor talentvolle jonge makers met drie verschillende trajecten, namelijk de ‘Researcher’, ‘Performer’ en ‘Craftsman’; ‘No Man’s Land’, een jaarlijkse expertmeeting en kennisconferentie; ‘Club No Man’s Land,’ drie keer per jaar een presentatieplek en netwerkbijeenkomst voor jong talent, het onderwijs en de markt en tot slot de ‘Utregse Unie’, een jaarlijks festival voor grootstedelijke cultuur en een studio waar ruimte is om te experimenteren, repeteren en elkaar te ontmoeten.
Bij het Fonds Podiumkunsten vraagt de stichting een meerjarige activiteitensubsidie aan voor één onderdeel dat is toegespitst op produceren: ‘Craftsman’. Hierin worden makers die een krachtige en originele bijdrage kunnen leveren, inspiratie kunnen geven of nieuwe wegen kunnen aangeven, ondersteund in het versterken van de autonomie.
In de periode 2017-2020 gaat De Coöperatie één ‘Craftsman’ per jaar uitvoeren binnen het programma ‘Master’. Er wordt rondom een ‘Craftsman’ een kernteam samengesteld met een hoofdcoach. Deze is naar eigen zeggen het best te omschrijven als manager die het overzicht houdt en andere coaches aanstuurt. Hierbij is het essentieel dat er een perfecte match is tussen maker en coach. Die match wordt gedefinieerd door wederzijds respect en vertrouwen. Al in een vroeg stadium worden er partners gezocht voor het traject van presentatie. Zo zal er een samenwerking worden aangegaan met een passende agent om de voorstelling op de juiste podia en/of festivals te krijgen. De Coöperatie ontwikkelt in nauwe samenwerking met de maker, maar de maker blijft altijd eigenaar van het artistiek proces. Doordat de actualiteit en artistieke ontwikkeling zich niet altijd laten leiden, kunnen keuzes voor productietrajecten vaak niet eerder dan een jaar van tevoren gemaakt worden. Voor 2017 staan uitvoeringen van het project van PAX, ‘Homeniverse’, op stapel. Daarnaast wordt begonnen met projecten rondom Thierry Castel. Hij heeft als jazzpianist met Wouter Hamel samengewerkt en heeft in 2011 de European Jazz Competition gewonnen. Thierry Castel heeft een verzameling liedjes geschreven die vragen om een ambitieuze uitvoering. Ze zijn geschreven op piano, maar met zeer uitgebreide arrangementen die theatraal zijn op een manier die we kennen van David Bowie of Phil Spector. Het doel is deze bijzondere liedjes uit te voeren met een veelheid aan muzikanten, te vertalen naar een geluidsdrager en te presenteren op minimaal zeven festivals, zoals Down The Rabbit Hole, Eurosonic Noorderslag en Grasnapolsky. Voor 2018 wordt gedacht aan de Italiaanse singer-songwriter Giuseppe Valenza met een plattelandsachtergrond in Italië, zestiger jaren-psychedelica en het huidige moderne leven. Ook worden er gesprekken gevoerd met andere spraakmakende artiesten onder wie de broers Guus en Frank van der Steen.
In de periode 2017-2020 speelt De Coöperatie zestig voorstellingen en/of concerten per jaar. Er wordt subsidie aangevraagd voor veertig activiteiten die zijn toegespitst op het onderdeel ‘Craftsman’. Het gevraagde subsidiebedrag is 98.400 euro.
Historie
De Coöperatie ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door De Coöperatie beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van verschillende voorstellingen en/of concerten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als zwak.
De commissie waardeert de talentontwikkelingsfunctie die de organisatie kenmerkt. In haar ogen is De Coöperatie een belangrijke schakel tussen de popmusicus en de muziekindustrie, die het talent vervolgens in zijn beroepspraktijk voorziet. Het kritische oordeel van de commissie is grotendeels gebaseerd op de voorliggende plannen, waar de professionele uitvoeringen uit voortvloeien.
De producties die door De Coöperatie tussen 2013 en 2015 zijn begeleid, vindt de commissie van wisselende kwaliteit. De makers die in een traject zijn begeleid, zoals Frank Wienk, hebben uitvoeringen opgeleverd die blijk geven van een sterke eigen signatuur van de artiest. Het is de commissie echter niet duidelijk wat de artistieke signatuur van De Coöperatie zelf is. Een overkoepelende artistieke visie van de organisatie ziet zij niet terug bij de verschillende artiesten. Zij vindt bijvoorbeeld een artiest als PAX getuigen van vakmanschap in zijn teksten en podiumuitstraling, maar mist dat bij andere artiesten die binnen het programma van De Coöperatie de podia betreden. De commissie vindt dat veel bands en artiesten gepresenteerd worden zonder dat er een eigen artistieke stempel van De Coöperatie in hun werk doorklinkt. Zij vindt wel dat vanuit de fusie interessante initiatieven zoals de ‘Utregse Unie’ zijn ontstaan. Deze laten een dwarsdoorsnede zien van de huidige urban culture. Ook vindt zij dat deze activiteiten een duidelijk eigen artistieke lijn volgen en dat er op het gebied van cross-overs tussen bijvoorbeeld hiphop en andere streetart-vormen mogelijkheden zijn voor artiesten om zich te ontplooien tot een onderscheidende producent.
Over de plannen die De Coöperatie presenteert voor de periode 2017-2020 is de commissie kritisch. Op basis van het meegeleverde materiaal van de twee artiesten die binnen het Craftsman-programma worden geproduceerd, maakt de commissie op dat deze vooralsnog niet de kwaliteiten bezitten die nodig zijn om op hoog niveau te presteren. Door de beschrijving van de voorgenomen producties heeft zij ook weinig vertrouwen dat er concerten met oorspronkelijk materiaal worden uitgevoerd. Zo vindt zij het plan van een jazzmaker die een verzameling songs heeft geschreven die vragen om een ambitieuze uitvoering met een veelheid aan musici niet erg onderscheidend. Zij mist in de beschrijving van de producties ook een artistiek-inhoudelijke uitwerking. Het traject voor de begeleiding komt in de aanvraag duidelijk naar voren, maar over het artistieke resultaat tast de commissie in het duister. De commissie is daardoor niet overtuigd van de zeggingskracht van de concerten. Tot slot vindt zij de keuze van De Coöperatie om juist met deze artiesten te gaan samenwerken niet onderbouwd. Zij voegt daaraan toe dat de aanvrager zich met deze producties voornamelijk op de mainstreamgenres binnen de popmuziek richt en daarmee de focus op urban verlaat. De commissie mist in de plannen een reflectie op deze veranderende focus.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
De commissie is positief over de fusie tussen Habek en Het Kaasschaafcollectief die begin 2015 heeft plaatsgevonden. Uit de balans maakt zij op dat de nieuwe stichting financieel stabiel is. Uit de begroting voor 2017-2020 maakt zij op dat er alleen recettebedragen uit de concerten worden verwacht. De commissie vindt dit een groot risico, met name omdat er slechts één Craftsman-project per jaar wordt gerealiseerd. Het al dan niet realiseren van het beoogde aantal boekingen zal grote invloed hebben op de hoogte van de publieksinkomsten. Ook verwacht de organisatie uit merchandise en sponsorbijdragen een substantieel deel van de eigen inkomsten. Volgens de commissie ontbreekt er echter een strategie voor het werven van sponsors en blijkt uit de aanvraag niet dat in de organisatie voldoende expertise aanwezig is om sponsors aan zich te binden.
De commissie vindt dat De Coöperatie weinig inzet op het verdienvermogen van de artiest. In de aanvraag beschrijft de organisatie de ambitie om zich meer bezig te houden met de acquisitie. Hiermee neemt zij verantwoordelijkheid voor de maximale output van de speelbeurten, maar de commissie vindt dit niet realistisch en zij mist een duidelijk plan van aanpak waaruit blijkt dat de organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de acquisitie.
De Coöperatie beschikt over een bescheiden reserve waarmee tegenvallers in de productie worden opgevangen. De commissie vindt het verstandig dat de organisatie een scheiding maakt tussen de activiteiten en daarvoor dekking zoekt bij twee publieke fondsen en de gemeente Utrecht. Zo wordt er volgens haar een goede spreiding van inkomstenbronnen gecreëerd.
Op gebied van publieksbenadering beschrijft De Coöperatie voornamelijk doelgroepen die als maker interessant zijn voor de organisatie. De commissie vindt dat een te beperkte blik. De doelgroepen die de concerten bezoeken van de Craftsman-projecten zijn volgens haar van essentieel belang en de organisatie heeft de commissie niet overtuigd dat zij deze doelgroepen voldoende in haar vizier heeft. Ook het publieksonderzoek dat in 2016 wordt gehouden, spitst zich niet toe op deze publieksgroepen. Volgens de commissie heeft De Coöperatie een duidelijke positie binnen het grootstedelijke culturele veld. De aanvrager beschrijft een heldere positionering aan de hand van producties uit de afgelopen periode. Ook is de commissie positief over het inzicht van de organisatie in het werkveld van de (pop)musicus, waarin weinig tijd is voor verdieping en experiment. Zij is ervan overtuigd dat De Coöperatie hiermee musici en publiek dichter bij elkaar kan brengen. Op het gebied van communicatiemiddelen vindt de commissie dat de organisatie te eenzijdig inzet op de activiteiten van de talenten en de deelnemers van de eigen programma’s. Zij vindt de strategie voornamelijk op de artiest gericht en minder op wat deze wil uitdragen naar het publiek. Het wordt de commissie daardoor niet duidelijk hoe er voor de uiteenlopende producties publiek wordt geworven om de concerten te bezoeken.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
De commissie vindt dat de producties regulier popaanbod vertegenwoordigen. Dit is een genre dat veelvuldig op de Nederlandse podia te horen is. Zij merkt daarbij op dat de activiteiten op het gebied van ‘urban culture’ minder te zien zijn op deze podia, zowel in het gesubsidieerde circuit als daarbuiten. De producties voor de aankomende periode vindt zij echter veel minder dan in de afgelopen periode als urban aan te merken. Zij vindt dat De Coöperatie geen bijzondere bijdrage levert aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
De Coöperatie is gevestigd in Utrecht, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. Verder constateert de commissie dat De Coöperatie in de periode 2013-2015 regelmatig concerten heeft verzorgd in Amsterdam. De organisatie heeft in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen echter ook een groot aandeel concerten in andere steden en regio’s gegeven. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding van de concerten voor ogen. De commissie vindt dat De Coöperatie een redelijke bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van De Coöperatie niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
98.400
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
98.400
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0