De Gemeenschap
Inleiding
De Gemeenschap is een in Amsterdam gevestigd theatergezelschap, onder artistieke en zakelijke leiding van Roy Peters. Het werk van Roy Peters is geworteld in de mime. In zijn voorstellingen zijn het lichaam, de ruimte en beweging dan ook belangrijke elementen. In zijn werk zoekt hij nadrukkelijk en voortdurend naar verbindingen met de maatschappelijke omgeving. Rob de Graaf is de schrijver van De Gemeenschap. Hij is bijzonder ervaren in het schrijven van teksten in een ‘mimecontext’: voorstellingen waarin de taal van het lichaam even belangrijk is als het woord. Kenmerkend voor het theater dat De Gemeenschap maakt, is dat verhalen worden verteld door een lichaam dat beweegt, door een ruimte die wordt beleefd, door een tijdsverloop dat nadruk krijgt en ook door de woorden die worden gesproken. De Gemeenschap wil laten zien dat theater hoogwaardig vermaak kan bieden en bovendien iets te zeggen heeft over onze wereld en over manieren waarop mensen met elkaar omgaan.
De komende jaren wil De Gemeenschap vijf nieuwe producties realiseren, alsmede het reizende ‘Klein Gemeenschap Festival’. De eerste nieuwe productie is ‘De Shakespeare Club’. De Gemeenschap hecht waarde aan wat zij een queer levensbesef noemt: de positie van betrokken buitenstaander – roze met een zwart randje. Deze club, die in de jaren ’40 en ’50 gold als voorloper van het COC, inspireert de makers om een voorstelling te ontwikkelen die gaat over verbondenheid en het verborgene, over het bevechten van een identiteit, over solidariteit, conventies en afwijking. Het stuk zal gaan over een koningin met Lady-Macbeth allure: een uitvergroot verhaal om gevoelige en actuele thematiek mee vorm te geven. In ‘Romp’ ligt een oude vrouw stil op bed, onder een dunne witte deken. Slechts haar hoofd, haar armen en haar bovenlichaam zijn tot bewegen in staat. Naast het bed staat een enkele stoel en daarop zit een man. ‘Romp’ gaat over afscheid en onbegrip en over een lichaam dat niet meer kan wat het wil. De productie ‘Kuijpers&Co’ gaat over de vermenging van professionele en persoonlijke banden in het werk – losjes geïnspireerd op de verhoudingen in een theatergezelschap en op de ophef die is ontstaan over de relaties tussen studenten en docenten in het kunstvakonderwijs. Naast voorstellingen waarin tekst en het verhalende een belangrijke rol spelen, wil De Gemeenschap ook de ‘pure‘ beweging blijven onderzoeken. Samen met Marc Vanrunxt en vier jonge mimespelers wordt ‘Herfstsonate’ gemaakt: een productie die zal gaan over groepsprocessen en individuele keuzen. De toon zal, anders dan in het strijdbare en collectivistische Gemeenschap, meer bepaald worden door het zoeken naar individuele bevrijding. Als laatste productie staat ‘HomoDuo’ gepland, een voorstelling over Roy Peters en zijn tegenspeler René Geerlings – althans over personages die in veel opzichten lijken op wie zij zijn. Het stuk zal de vorm hebben van een live talkshow, waarbij de spelers afwisselend als interviewer en geïnterviewde optreden. In het ‘Klein Gemeenschap Festival’ wordt een aantal succesvolle producties hernomen. Het is de bedoeling dat dit festival in meerdere theaters wordt gespeeld, waaronder Theater Bellevue in Amsterdam. Naast bovengenoemde activiteiten organiseert De Gemeenschap vier keer per jaar de culturele salon ‘L’Usine op Zuid’ in het Ostade Theater in Amsterdam: een culturele salon waarin interessante gasten uit de kunst, de wetenschap en andere levensterreinen vertellen over wat hen bezighoudt.
In de periode 2017-2020 speelt De Gemeenschap 42 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 180.000 euro.
Historie
De Gemeenschap ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door De Gemeenschap beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘Germanisch depressief’, ‘Colombina’ en ‘Stand up, lie down’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
Met mime en tekst maakt De Gemeenschap eigenzinnige voorstellingen die soms abstract zijn en dan weer verhalend. Vaste schrijver Rob de Graaf schrijft vaak prachtige teksten voor de groep en Roy Peters weet daar gedegen voorstellingen van te maken. Op basis van de voorstellingsregistraties is de commissie positief over het vakmanschap. Er ligt vaak een oorspronkelijk en doordacht concept aan de voorstelling ten grondslag, dat door de goed gekozen spelers vakmatig en doeltreffend wordt uitgevoerd. De uitvoeringskwaliteit in combinatie met de teksten geeft De Gemeenschap ook een duidelijke eigen signatuur. Een voorbeeld van een geslaagde productie is ‘Stand up, lie down’, waarin de sterke tekst van Rob de Graaf en het spel van de acteurs in het oog springen. In de regie is Roy Peters erin geslaagd de woorden net zoveel zeggingskracht te geven als de stiltes. Ook over ‘Colombina’ wordt opgemerkt dat de spelers de sterke tekst van Rob de Graaf aansprekend weten over te brengen. De commissie plaatst wel een kanttekening bij de zeggingskracht van de voorstellingen van De Gemeenschap: de gekozen onderwerpen zijn sterk uitgewerkt, maar missen relevantie en actualiteit voor meer mensen dan een geïnvolveerd theaterpubliek.
In de plannen voor de komende jaren blijft De Gemeenschap trouw aan de eigen artistieke signatuur. De commissie vindt de inhoudelijke keuzes voor de onderwerpen van de te realiseren producties goed passen bij het eerdere werk. De thema’s van macht en seksuele identiteit in ‘De Shakespeare Club’ spreken tot de verbeelding. De visie van Roy Peters is hierin duidelijk te herkennen. De commissie verwacht tevens dat Rob de Graaf op basis van de beschreven uitgangspunten goede teksten voor De Gemeenschap zal blijven schrijven. Ook het veel abstractere ‘Herfstsonate’ past, met zijn pure bewegingsidioom, bij eerdere producties van De Gemeenschap, en de derde versie van ‘Gemeenschap’ sluit goed aan bij de abstractere producties. De commissie vindt het bovendien interessant dat met deze productie en met de productie ‘HomoDuo’, die verwijst naar ‘SoloDuo’ uit de tachtiger jaren, een mimerepertoire wordt opgebouwd. De commissie is ook positief over de kwaliteit van de gekozen spelers, die uitstekend passen bij de beoogde producties. Kritische kanttekeningen worden geplaatst bij de onderwerpen en de uitwerking van producties als ‘Romp’ en ‘Kuipers&Co’, die specifiek gaan over theatermakers zelf. De commissie is er niet van overtuigd dat deze voorstellingen interessant zijn voor een breder publiek. Ondanks de waardering voor de eigen signatuur van het werk van De Gemeenschap, verwacht de commissie dat in de beschreven producties de zeggingskracht beperkt blijft. Hierbij speelt een rol dat de wijze waarop De Gemeenschap de thema’s uitwerkt niet aan verandering onderhevig is, terwijl de samenleving wel volop in beweging is. Het plan ontbeert bovendien een overtuigende artistieke verbinding tussen inhoud en vorm. De Gemeenschap wil in zijn plannen nadrukkelijk meer publieksgroepen aanspreken, maar de commissie gelooft niet dat deze ambitie met de voorgenomen producties gerealiseerd zal worden. Van de extra inzet voor het ontwikkelen van randprogrammering om het publiek aan De Gemeenschap te binden verwacht de commissie ook weinig resultaat als in het werk zelf geen nieuwe ontwikkeling wordt ingezet.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als zwak.
De commissie ziet in de combinatie van het artistiek en zakelijk leiderschap door Roy Peters een meerwaarde waar het gaat om de persoonlijke contacten met speelplekken om voldoende afzet te vinden voor de voorstellingen. Zij heeft op basis van de recente producties tevens vertrouwen in de productionele bedrijfsvoering. Ultimo 2015 is de financiële positie van de stichting echter matig. Een onverhoopte financiële tegenvaller is nauwelijks op te vangen. In het verlengde daarvan ziet de commissie een risico in de ambitie om de eigen inkomsten te verhogen. Het is op zichzelf positief dat De Gemeenschap het belang van de groei van het aantal bezoekers in de komende jaren prioriteit geeft. De commissie is echter zeer kritisch over de ambities op dit vlak, omdat noch het inhoudelijke plan, noch de kwantitatieve resultaten in de afgelopen jaren vertrouwen geven dat deze ambities realiseerbaar zijn. Zo vindt de commissie de beoogde uitbreiding van het aantal speelplekken niet realistisch. De Gemeenschap heeft de podia die het soort werk programmeren dat het gezelschap produceert, de afgelopen jaren al aan zich weten te binden. De commissie ziet niet voldoende potentie in het werk om deze mogelijkheden uit te breiden. Een groei naar circa dertig speelbeurten is daarmee niet vanzelfsprekend. Het plan geeft bovendien weinig inzicht in waar en hoe de groep deze groei verwacht te realiseren. De commissie plaatst ook een kritische kanttekening bij de geambieerde groei in het aantal toeschouwers: De Gemeenschap gaat hierbij uit van een verviervoudiging ten opzichte van 2015, het jaar waarin het gezelschap in de afgelopen drie jaar de meeste toeschouwers bereikte. Bij verdubbeling van het aantal activiteiten betekent dit dat het aantal bezoekers per voorstelling ook nog eens moet verdubbelen. Ondanks het enthousiasme van De Gemeenschap over deze ambitie die onder meer blijkt uit de verwachting dat de premières verplaatst zullen worden van De Toneelschuur in Haarlem naar Theater Bellevue in Amsterdam, vindt de commissie dit niet realistisch. De verschillende randactiviteiten en verbindingen die de groep met zijn publiek wil leggen om de groei te bewerkstelligen, bouwen deels voort op bestaande activiteiten zoals ‘L’Usine op Zuid’ en bij Theater Oostblok. Die hebben tot nu toe niet tot een substantiële groei van het aantal bezoekers geleid, waardoor de commissie er niet van overtuigd is dat dat vanaf 2017 wel gaat gebeuren. Verder zet de groep in op een behoorlijke verhoging van de inkomsten uit private fondsen. De afgelopen jaren hebben enkele fondsen al ondersteuning verleend, maar de begrote groei voor de komende jaren is substantieel en daarmee niet vanzelfsprekend. Dit alles dient om een exploitatie te dekken die bijna drie keer zo hoog is als het gemiddelde van de afgelopen jaren. Deze stijging wordt op zichzelf goed toegelicht en betreft, naast uitbreiding van het aantal activiteiten, het verstevigen van de organisatie. Doordat de commissie er echter niet van overtuigd is dat met name de groei van het aantal toeschouwers gerealiseerd kan worden, vindt zij de verhouding tussen de kosten en het publieksbereik niet in balans.
De Gemeenschap geeft in de aanvraag geen duidelijk beeld van zijn huidige publiekssamenstelling. Wel wordt de ambitie uitgesproken het publiek te verbreden. De commissie is van mening dat het potentiële publiek dat in het werk geïnteresseerd is beperkt zal zijn. Ook verwacht zij dat verbreding moeilijk zal worden. In de aanvraag zegt De Gemeenschap dat per productie naar nieuwe doelgroepen gezocht gaat worden. Bij enkele producties worden specifieke doelgroepen genoemd, maar de middelen die daartoe worden ingezet zijn veelal nog weinig concreet uitgewerkt.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Het aanbod van de aanvrager plaatst de commissie binnen het genre bewegingstheater. Het aanbod daaraan in het Nederlandse theaterlandschap is relatief beperkt. Daarmee is het werk van De Gemeenschap onderscheidend, maar niet uniek. De commissie vindt dat het werk van De Gemeenschap een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit levert.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als voldoende.
De Gemeenschap is gevestigd in Amsterdam, waar een groot podiumkunstenaanbod is. In de periode 2013-2015 heeft De Gemeenschap een groot deel van de activiteiten in Amsterdam uitgevoerd. De groep heeft in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen ook een substantieel aandeel voorstellingen in andere steden en regio’s gespeeld. Het voornemen om in de komende jaren de activiteiten nog beter te gaan spreiden, vindt de commissie op basis van de realisatie in de afgelopen jaren en het voorliggende plan niet realistisch. Op basis hiervan vindt de commissie dat De Gemeenschap een beperkte bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van De Gemeenschap niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
180.000
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
180.000
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0