Deventer op Stelten
Inleiding
Het vierdaagse festival Deventer Op Stelten wordt jaarlijks begin juli door Evenementenbureau VVV Deventer georganiseerd. Hein te Riele is eindverantwoordelijk voor het festival, artistiek verantwoordelijk is Anjo de Bont. De organisatie beoogt met Deventer Op Stelten een toonaangevend, dynamisch en inspirerend festival voor buitentheater in Nederland, Europa en daarbuiten neer te zetten. Men wil aan het publiek een totaalbeleving aanbieden door in te zetten op kwaliteit, hoog niveau, participatie en de stad als theater. Oorspronkelijk begon Deventer Op Stelten als festival met steltlopers. De programmering is in de loop der tijd geëvolueerd en bestaat nu naar eigen zeggen uit nationale en internationale topvoorstellingen op het gebied van professioneel buitentheater. Ook voorstellingen die zich letterlijk op hoog niveau afspelen, maken nog steeds deel uit van de programmering, mits ze voldoen aan de kwaliteitseisen die de organisatie stelt. Per voorstelling zoekt het festival naar een passende locatie in Deventer. De voorstellingen vinden door de hele oude stad en gedeeltelijk aan de overkant van de IJssel plaats. Hiermee is er volgens VVV Deventer sprake van een echt stadsfestival met de stad als podium.
Jaarlijks komen er volgens de aanvrager ruim 100.000 bezoekers op het festival af. Omdat de afgelopen jaren vanwege de drukte bij sommige locaties bleek dat de vraag naar voorstellingen groter werd dan het aanbod, wil Deventer Op Stelten het aantal voorstellingen verder uitbreiden. Zo wil het festival ook de publieksaantallen beter kunnen spreiden over de stad.
Volgens de aanvraag wil Deventer Op Stelten in de periode 2017-2020 de artistieke inhoud en participatie binnen het festival versterken en verdiepen. Zo wil men meer experimentele voorstellingen en voorstellingen met meer diepgang aanbieden. Daarbij is ook ruimte voor andere kunstdisciplines. Daarnaast wil de organisatie maatschappelijke thema’s aan de orde stellen. Doel is innovatie en vernieuwing in het aanbod te bewerkstelligen. Ook jonge makers worden volgens de aanvraag sterker bij het festival betrokken. Daartoe zet de organisatie per editie een internationale, creatieve coach in om deze jonge makers voor en tijdens het festival te begeleiden. Door workshops, educatieve bijeenkomsten, lezingen en netwerkmeetings aan te bieden en de Deventer Op Stelten Award uit te reiken, wil de organisatie de verbinding tussen makers en vakgenoten onderling versterken.
Evenementenbureau VVV Deventer vraagt een bijdrage (co)productie aan. De organisatie wil samen met (jonge) makers en gezelschappen, met name uit Nederland, nieuwe producties op het gebied van buitentheater maken. Eerder was de organisatie als coproducent op kleine schaal betrokken bij voorstellingen. Nu wil zij per jaar met drie of vier makers/gezelschappen nieuwe producties maken. Daarnaast wil de organisatie participeren in het geschikt maken van bestaande producties als buitentheaterproductie, en producties door studenten en theaterscholen uit Deventer en Oost-Nederland produceren.
Evenementenbureau VVV Deventer vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘klein/middelgroot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro. Daarnaast vraagt VVV Deventer een bijdrage (co)productie aan van 25.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 150.000 euro per jaar/editie.
Historie
Evenementenbureau VVV Deventer ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het festival Deventer op Stelten als voldoende.
Volgens haar blinkt het festival uit in het aanbieden van grootse en spectaculaire voorstellingen, die het publiek in vervoering kunnen brengen. In dat opzicht vindt de commissie de zeggingskracht van het festival groot. Mede door het internationale netwerk, waar ze goed gebruik van weet te maken, is de organisatie bovendien in staat kwalitatief hoogwaardige locatietheatervoorstellingen naar Nederland te halen, die hier anders niet of nauwelijks te zien zouden zijn. Tegelijkertijd merkt de commissie op dat er in de veelheid van het aanbod volgens haar ook verschillende voorstellingen zijn die van een kwalitatief veel lager niveau zijn. Wat dat betreft beoordeelt zij de kwaliteit van de programmering in zijn geheel en het vakmanschap van de makers als wisselend.
Een van de belangrijke ambities voor de komende periode van de organisatie is te groeien in het aanbod van podiumkunstactiviteiten. De commissie is daar kritisch over. Ze is er niet van overtuigd dat dit de artistieke kwaliteit ten goede zal komen. Daarvoor ontbreekt volgens de commissie in het plan een overtuigende beschrijving van de artistieke visie van het festival. De organisatie heeft het op diverse plekken in haar plan over de artistieke kwaliteit die ze nastreeft, maar laat na om dit streven te concretiseren. Hetzelfde geldt voor de ambitie van de organisatie om in de komende periode de artistieke inhoud van de programmering te verdiepen. Die ambitie wil de aanvrager bewerkstelligen door meer experimentele voorstellingen en voorstellingen met meer diepgang aan te bieden. Ook dit werkt de organisatie niet nader uit, waardoor de commissie geen duidelijk beeld krijgt van wat de aanvrager verstaat onder ‘experimentele voorstellingen’.
De commissie plaatst bij de rest van het plan ook de nodige kanttekeningen. Zo komt volgens haar uit de aanvraag naar voren dat de organisatie voornamelijk oog heeft voor de techniek en het spektakel binnen voorstellingen die het festival selecteert. In mindere mate speelt een dramaturgische lijn of artistieke visie van een voorstelling een rol bij het maken van keuzes. Dit blijkt volgens de commissie ook uit het gegeven dat de aanvrager niet verwoordt wat volgens de organisatie de betekenis van locatietheater in het festival is. De organisatie verheldert bijvoorbeeld niet hoe de keuze voor een bepaalde locatie artistiek-inhoudelijk van toegevoegde waarde kan zijn voor een productie.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten als voldoende.
Volgens haar levert het evenement vooral een bijdrage aan de zichtbaarheid van het genre door de manier waarop ze aandacht weet te genereren voor deze vorm van podiumkunst. Over het talentontwikkelingsprogramma dat in het plan wordt beschreven merkt de commissie op dat ze dat te veel een tamelijk op zichzelf staand onderdeel vindt. Er is volgens haar nauwelijks sprake van een duidelijke aansluiting met het hoofdprogramma. Hoewel ze de losse elementen, zoals netwerkmeetings en educatieve bijeenkomsten, goede vormen vindt om verbinding en uitwisseling tot stand te brengen, is de commissie er niet van overtuigd dat daarmee het genre als zodanig naar een hoger plan getild zal worden.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
De organisatie gaat uit van een redelijke mix van inkomstenbronnen. Daarbij geeft ze in de aanvraag een toelichting op de zekerheidsstatus per begrote bron, waaruit blijkt dat het risico tamelijk laag is. De commissie constateert daarnaast dat de organisatie in de afgelopen jaren in staat is gebleken om de eigen inkomsten flink te verhogen, met ruim 100.000 euro. Tegelijkertijd plaatst de commissie vraagtekens bij deze verhoging. Zo blijkt uit het plan dat de organisatie inkomsten uit precario en onroerende zaak belasting (ozb) ontvangt. Als deze voor festivals nogal ongebruikelijke inkomstenbronnen buiten beschouwing worden gelaten, neemt het percentage eigen inkomsten af tot een niveau dat net boven de norm van het Fonds ligt. Hiernaast vindt de commissie het opvallend dat, zo blijkt uit de plannen, de organisatie van mening is dat bijdragen van private fondsen absoluut noodzakelijk blijven voor het festival, terwijl daar slechts 2,5 procent van de totale begroting ter dekking van de kosten wordt aangevraagd. Volgens de commissie zou het verstandig zijn om een groter deel van de dekking bij de private fondsen te zoeken.
De commissie constateert verder dat de totale kosten in de periode 2017-2020 met 25 procent stijgen en bijna uitsluitend worden gedekt door een verwachte verhoging van de structurele overheidsbijdragen. De eigen inkomsten zijn naar de mening van de commissie zeer behoudend begroot, gezien de ontwikkeling die daarin de laatste jaren is ingezet. Ze is van mening dat de ambitie voor de toename van het aantal bezoekers onvoldoende wordt vertaald naar een ander verdienmodel. De gemiddelde inkomsten per bezoek zakken zelfs. De stijging van de begrotingskosten vindt de commissie evenwel in overeenstemming met de wens van de organisatie om het aantal activiteiten te vergroten en het programma inhoudelijk te verdiepen. Over de gehele linie nemen de begrotingsposten vanwege deze ambitie toe. Ook over de strategie bij tegenvallers is de commissie kritisch. In het plan wordt gesproken over een weerstandsreserve die zal worden opgebouwd op het moment dat de publieksinkomsten hoger zijn dan begroot. Op zichzelf is dat volgens de commissie een goede strategie, echter noch de begroting noch het plan zetten in op maximalisatie van de publieksinkomsten. Daarom is het volgens de commissie weinig aannemelijk dat er in de komende vier jaar een behoorlijke reserve zal worden opgebouwd. Hiernaast leest de commissie dat de festivalorganisatie op termijn zal worden verzelfstandigd. De organisatie gaat echter niet in op de gevolgen van deze afsplitsing voor de festivalorganisatie. Ook blijft onduidelijk hoe dit financieel geregeld wordt met een eventueel opgebouwde algemene reserve. Bovendien gaat de organisatie niet in op het feit dat de begroting nu gedeeltelijk afhankelijk is van precario- en ozb-inkomsten. Ze mist in de aanvraag een toelichting op de status van die inkomsten als er sprake is van een zelfstandige festivalstichting.
De organisatie richt zich met het festival op een zo groot en breed mogelijk publiek. De commissie constateert dat het festival hierin behoorlijk slaagt. Wel mist ze een marketingaanpak die is toegespitst op de wens van de aanvrager om te groeien en het programma inhoudelijk te verdiepen. Zo wordt niet duidelijk welk deel van het publiek het festival wil meenemen naar een ander type voorstellingen dan deze mensen gewoonlijk bezoeken. Omdat er ook geen voorbeelden van dergelijke voorstellingen worden gegeven, kan de commissie niet oordelen of de organisatie een geloofwaardige product-marktcombinatie voor ogen heeft. Daarnaast streeft de aanvrager naar het bereiken van een nieuw publiek en nieuwe doelgroepen. Ook dat wordt volgens de commissie niet concreet genoeg uitgewerkt. Positief is zij tot slot over de lokale betrokkenheid en het draagvlak voor het festival. De commissie constateert dat er verschillende relevante culturele en maatschappelijke samenwerkingspartners zijn, zoals theaterscholen, de schouwburg en het poppodium. Ook het internationale netwerk dat de organisatie heeft in België, Frankrijk, Engeland, Spanje, Polen, Zweden en Duitsland draagt bij aan de positie die Deventer Op Stelten als buitenfestival heeft, aldus de commissie.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Het aanbod dat het festival presenteert is voornamelijk aan te merken als straat-/locatietheater. Met name de grote internationale producties zijn weinig tot niet in Nederland te zien, waardoor het festival op dat gebied onderscheidend is. Tegelijkertijd merkt de commissie op dat er naast Deventer op Stelten nog verschillende andere festivals in Nederland zijn die straat-/locatietheater aanbieden. Daarmee is Deventer op Stelten niet uniek, aldus de commissie, maar levert het festival wel een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
Het festival vindt plaats in Deventer. De commissie vindt dat het hiermee een redelijke bijdrage levert aan de spreiding. Tegelijkertijd merkt de commissie op dat in Deventer, anders dan in bepaalde andere regio’s, sprake is van het geheel ontbreken van vergelijkbaar aanbod. In Deventer en omgeving vinden wel andere festivals plaats en de stad kent een goede culturele infrastructuur op het gebied van de podiumkunsten.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de provincie of gemeente is zeer goed.
In de periode 2013-2015 ontving het gemiddeld per jaar ruim 125.000 euro aan subsidie van de provincie. Daarnaast verkreeg het festival over dezelfde periode per jaar een gemiddeld bedrag van ruim 150.000 euro aan subsidie van de gemeente Deventer. Voor de komende periode is een vergelijkbaar bedrag aangevraagd bij de lokale overheden. Hiermee is sprake van een genereuze lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert de bijdrage (co)productie niet toe te kennen.
Naast het gegeven dat de organisatie geen stevige traditie heeft in het (co)produceren, mist de commissie concrete plannen op dat gebied. De beschrijving van de (co)producties blijft vooralsnog hangen in algemene bewoordingen en ideeën. De commissie constateert dat Deventer op Stelten per jaar met drie of vier makers of gezelschappen actief wil gaan samenwerken aan de totstandkoming van nieuw aanbod en nieuwe producties. De organisatie beschrijft echter niet hoe die samenwerking in de praktijk zal worden vormgegeven. Daarnaast noemt de organisatie nog geen enkele naam van een maker of gezelschap waarmee ze in zee zou willen gaan. Dit maakt dat de commissie van mening is dat de plannen op dit moment nog te prematuur zijn om voor een bijdrage in aanmerking te komen. Ze is er op basis daarvan niet van overtuigd dat de activiteiten een bijdrage zullen leveren aan het tot stand komen van een breed palet van kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Evenementenbureau VVV Deventer te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
125.000
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
125.000
* Alsnog toegekend in 2016