DOX
Inleiding
DOX bestaat sinds 1997 en is gevestigd in Utrecht. De leiding wordt gevormd door artistiek directeur en oprichtster Hildegard Draaijer en zakelijk directeur Paul Dijkema. Het gezelschap bevindt zich naar eigen zeggen momenteel in een overgangsfase. De komende jaren wordt een programma opgezet waarbinnen meer belangwekkende producties kunnen worden gemaakt. DOX is naar eigen zeggen een van de aangewezen gezelschappen om verjonging en verkleuring binnen de Nederlandse podiumkunsten te bewerkstelligen. DOX streeft ernaar dat in 2020 of eerder, een substantieel aantal jonge, interculturele kunstenaars dat zich bij het gezelschap heeft ontwikkeld, zelfstandige posities binnen de professionele podiumkunsten heeft verworven. DOX beschrijft zichzelf als een van de weinige professionele culturele organisaties in Nederland die op permanente basis en met een overtuigde visie jonge mensen met elkaar verbindt en de professionele context creëert waarbinnen zij hun verhalen kunnen vertellen en vormgeven voor een jong publiek. Het gezelschap is producent van maatschappelijk relevante en innovatieve, hedendaagse voorstellingen voor een jong publiek vanaf twaalf jaar en een broedplaats voor jong talent. Daarbij gaat het zowel om de instroom naar, als de uitstroom van kunstvakopleidingen en om (urban) autodidacten. DOX ziet zichzelf als katalysator van dit talent door het bieden van een professionele omgeving, die wordt gevormd door een dynamisch lokaal, nationaal en internationaal netwerk.
De groep makers waarmee DOX in de periode 2017-2020 wil werken, staat volgens het gezelschap nog niet vast, maar zal vermoedelijk bestaan uit makers die in de afgelopen jaren van vaste waarde zijn gebleken, zoals Ryan Djojokarso, Erik en Thomas Bos, The100Hands, Saman Amini, Nina Sondagh en Peter Hendrikx, Giovani Vreede, Naomi van der Linden en Daniël van Klaveren. Professionele dansers en spelers die voortkomen uit de talentontwikkelingstrajecten worden als uitvoerenden ingezet in de verschillende (co)producties.
De activiteiten van DOX bestaan uit de onderdelen ‘playground’, ‘productie’ en ‘outreach’. Voor het onderdeel ‘playground’ is een aanvraag ingediend bij het Fonds voor Cultuurparticipatie. De aanvraag voor meerjarige subsidie bij het Fonds Podiumkunsten is gericht op de onderdelen ‘productie’ en ‘outreach’. In het laatste geval gaat het om educatieve activiteiten, zowel binnen- als buitenschools. Jaarlijks organiseert DOX één grote, reizende productie en drie kleinere projecten. De kleine projecten bestaan uit eigen producties, internationale (co)producties met gezelschappen als fABULEUS en de Kopergietery uit Vlaanderen en een locatie- of festivalproductie. Daarnaast worden succesvolle voorstellingen hernomen.
Door de toenemende activiteitenagenda, voortkomend uit de groeiende vraag naar samenwerking, is volgens DOX een flinke opschaling noodzakelijk van de uitvoerende organisatie. DOX wil doorgroeien naar een kleine staforganisatie met verschillende afdelingen. Daarbij is vooral op het gebied van productie en marketing behoefte aan meer reguliere krachten. De reisvoorstellingen van DOX worden verkocht door impresariaat STIP theaterproducties.
In de periode 2017-2020 speelt DOX 157 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 325.000 euro.
Historie
DOX ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten. De aanvrager ontvangt in de periode 2013-2016 een structurele subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie voor de activiteiten op het gebied van amateurkunst.
Er is door DOX beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de producties ‘100% Selfmade’, ‘Alleen de grootste nabijheid’, ‘THINK!’ en ‘Episch’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.
Zij kent DOX als een gezelschap dat een eigen positie heeft weten te verwerven als talentontwikkelaar en producent op het snijvlak van amateurkunst en professionele podiumkunst. Dat DOX daarbij de nadruk legt op het werken met jonge makers met een andere culturele achtergrond verdient volgens haar waardering, evenals het streven om deze makers te begeleiden naar een zelfstandige positie binnen het professionele veld. De producties van DOX kenmerken zich door enthousiasme en overgave van de veelal jonge makers en uitvoerenden en sluiten volgens de commissie goed aan op de belevingswereld van de beoogde doelgroep. Daarbij worden stereotypen en clichés vermeden en wordt er inventief gespeeld met het verwachtingspatroon van het publiek. De commissie stelt evenwel vast dat de artistieke kwaliteit van de voorstellingen van DOX wisselend is. Dit heeft naar haar mening te maken met de grote onderlinge verschillen tussen de makers in hun artistieke ontwikkeling. Hierdoor beschikken zij niet altijd over genoeg vakmanschap om zelfstandig voorstellingen te realiseren. Dit komt volgens de commissie naar voren in de nog weinig oorspronkelijke theatrale en dansinhoudelijke uitwerking van de voorstellingsconcepten in hun werk. Daaruit blijkt dat de eigen artistieke handtekening van een groot deel van deze, vaak nog beginnende, makers nog in ontwikkeling is. Hierdoor zijn hun voorstellingen niet altijd even aansprekend. Daarnaast constateert de commissie dat de werkwijze van DOX zich steeds meer binnen een vast format lijkt te voltrekken. Hoewel dit de beginnende makers met wie gewerkt wordt goede handvatten biedt, is de vertaling ervan naar de producties van DOX enigszins voorspelbaar aan het worden.
De commissie is van mening dat de plannen die DOX in zijn meerjarige aanvraag beschrijft, logisch voortkomen uit de activiteiten die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Zij stelt echter vast dat DOX zich vanaf 2017 nadrukkelijker als producent van professioneel aanbod wil profileren. Daartoe wil het samenwerken met verschillende partners in binnen- en buitenland. De beoogde makers waarmee in de periode 2017-2020 gewerkt zal worden, kennen volgens de commissie niet allemaal een vergelijkbare mate van artistieke ontwikkeling. De voorstellingen die zij tot nu toe hebben gemaakt, kenden nog onvoldoende eigenheid, waardoor deze nog weinig onderscheidend waren. Hierdoor passen deze makers goed binnen de werking die DOX voorstaat als talentontwikkelaar, maar nog niet allemaal binnen de activiteiten die het gezelschap als producent wil realiseren. Dit blijkt volgens de commissie ook uit de het feit dat zij niet in alle gevallen de artistieke eindverantwoordelijkheid zullen dragen van de producties waarbij zij zullen worden betrokken. Zo bestaat de rol die de makers zullen vervullen binnen de coproducties met bijvoorbeeld Danstheater AYA, Holland Opera, De Verlichting en De Bonte Hond overwegend uit die van coregisseur of cochoreograaf. In een aantal andere gevallen is er alleen sprake van uitvoerende activiteiten. Hoewel de commissie aanneemt dat de projecten een bijdrage kunnen leveren aan de verdere artistieke ontwikkeling van de makers, is zij er niet van overtuigd dat zij voldoende kans zullen krijgen om hun eigen artistieke stempel op het werk te drukken, temeer daar het in een aantal van de uit te brengen producties gaat om hernemingen. Dit maakt het volgens de commissie lastig om te beoordelen in hoeverre de beoogde zeggingskracht van de voorstellingen toegeschreven zal kunnen worden aan de inbreng van de makers zelf. Om die reden heeft de commissie er onvoldoende vertrouwen in dat de gekozen aanpak zal leiden tot de door DOX geambieerde uitstroom naar zelfstandigheid van de makers in kwestie. Daarnaast is zij er niet van overtuigd dat de grote diversiteit aan samenwerkingsverbanden bijdraagt aan de herkenbare artistieke signatuur van DOX als producent.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
Volgens haar blijkt uit de cijfers van DOX dat het gezelschap steeds in continuïteit heeft kunnen werken met behulp van structurele subsidies van de gemeente Utrecht en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Ook is de afzet van voorstellingen stabiel. Hierdoor heeft DOX een goede financiële basis weten op te bouwen. Om de gewenste uitbreiding van het aantal producties te kunnen realiseren, is volgens DOX een uitbreiding van de personele organisatie noodzakelijk. De commissie constateert evenwel dat de stijging van het aantal te realiseren producties niet evenredig groot is, waardoor de nadruk in de eerste plaats ligt op de versteviging van de eigen organisatie. Ook stelt zij vast dat de gewenste schaalvergroting niet leidt tot een evenredige toename van de publieksinkomsten. Hierdoor leunt de begrotingsontwikkeling die het gezelschap voorstaat voor een belangrijk deel op een stijging van subsidies uit publieke middelen. De commissie is evenwel niet overtuigd van de haalbaarheid ervan. Zo vindt zij de begrote stijging van de bijdrage van de gemeente Utrecht met ruim 120.000 euro hoog en weinig realistisch.
Voor het overige kennen de eigen inkomsten van DOX volgens de commissie weinig onzekerheden gezien de goede positie die het heeft weten op te bouwen met zijn projecten op het gebied van amateurkunst en participatie. Hetzelfde geldt naar de mening van de commissie voor de geraamde publieksinkomsten. Deze zijn verdeeld over een groot aantal producties en zijn niet afhankelijk van het welslagen van een enkele productie per jaar. Wel merkt de commissie op dat de inkomsten uit coproductiebijdragen in de periode 2017-2020 dalen en met gemiddeld 54.000 euro per jaar niet bijzonder hoog zijn in vergelijking met de nadruk die coproduceren krijgt in de plannen. Daarnaast vindt de commissie ook het aandeel van subsidies uit private fondsen in verhouding gering. DOX richt zijn risicomanagement hoofdzakelijk op het al dan niet behalen van de begrote uitkoopsommen. Deze bieden volgens het gezelschap een goede uitgangspositie om eventuele tegenvallers op te vangen, aangezien deze in een vroegtijdig stadium bekend zijn waardoor de werkbegrotingen tijdig kunnen worden aangepast. De commissie stelt evenwel vast dat niet alleen uitkoopsommen een risico vormen voor de begroting; ook inkomsten uit private middelen, sponsoring en coproductiebijdragen spelen hierin een rol. Het had naar haar mening voor de hand gelegen als de aanvraag hier nader op in was gegaan.
Volgens de commissie heeft DOX in de afgelopen decennia veel ervaring opgedaan in het produceren van interdisciplinair dansaanbod voor de jeugd. Vanwege de werking van het gezelschap op het gebied van talentontwikkeling is er ook sprake van een goede kennis van de doelgroepen die het wil bedienen. Een belangrijk deel van de activiteiten van DOX betreft schoolvoorstellingen.
De plannen op het gebied van marketing en communicatie sluiten volgens de commissie aan op de aard en de omvang van de doelgroepen die DOX bedient en liggen in het verlengde van de positie in het veld van het gezelschap. De commissie vindt het merkwaardig dat, gezien het belang dat DOX zichzelf toedicht op het gebied van culturele diversiteit, niets is terug te lezen in de beschrijving of benadering van de publieksgroepen op dit gebied. De marketingaanpak van DOX heeft volgens het gezelschap in het verleden gezorgd voor goede bezoekersaantallen en een gemiddelde zaalbezetting van 80 procent. Niettemin zet DOX de komende periode in op een verhoging van dit percentage door het bezoekersaantal te laten groeien van 25.000 naar 30.000. Hiervoor wil DOX een gespecialiseerde marketeer aantrekken. De commissie vindt de beoogde intensivering evenwel laag begroot. Op een totale begroting van 1.375.350 euro is slechts 34.000 euro gereserveerd voor marketing.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Hoewel het werk van DOX veelzijdig is in zijn verschijningsvorm, kunnen de voorstellingen van het gezelschap volgens de commissie worden ingedeeld binnen het genre jeugddans. Het aandeel jeugddans is naar haar mening bescheiden binnen het totale dansaanbod in Nederland. Om die reden levert het werk van DOX een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit van het Nederlandse podiumkunstenaanbod, maar het werk van DOX is volgens de commissie niet uniek.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage van DOX aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
DOX is gevestigd in Utrecht, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. Het aandeel voorstellingen in andere steden en regio’s is in relatie tot andere podiumkunstinstellingen hoog. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding voor ogen. De commissie vindt dat DOX daarom een redelijke bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert om de aanvraag van DOX te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per jaar
325.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
100
2.500
250.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
325.000
Toegekend bedrag per jaar
354.167
Aangevraagd bedrag per jaar
325.000
Circuit klein/middel
250.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
325.000
Toegekend bedrag per jaar
354.167
** Alsnog toegekend in 2017