Holland Dance Festival
Inleiding
Het Holland Dance Festival is een tweejaarlijks, ruim twee weken durend internationaal dansfestival in Den Haag. De algemene en artistieke leiding van het festival is in handen van Samuel Wuersten en Martine van Dijk is zakelijk directeur. Holland Dance stelt zich sinds de oprichting in 1987 ten doel om de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de dans in Nederland te vergroten, ongeacht leeftijd, sociale of culturele achtergrond. Behalve dat het festival ernaar streeft om de meest belangwekkende internationale dansproducties te vertonen, spant het zich ook in om de dans steviger in te bedden in de Nederlandse samenleving. Met een uitgebreid participatie- en educatieprogramma wil het festival niet alleen het in dans geïnteresseerde publiek vergroten, het ziet ook als een belangrijke taak om mensen te enthousiasmeren zelf te gaan dansen. Voor het maken van keuzes uit het dansaanbod laat het festival zich leiden door twee criteria; voorstellingen moeten binnen de fysieke scope van de dans liggen en ze moeten hoogwaardig zijn. In het internationale speelveld claimt de aanvrager dat het Holland Dance Festival met de artistieke kwaliteit van de internationale programmering samen met La Biennale de la Danse in Lyon en Tanzfestival Steps in Zürich tot de top van de internationale dansfestivals behoort. In de periode 2013-2016 zijn drie programma’s ontwikkeld, die volgens het plan ook in de komende jaren zullen worden ingezet. Dit zijn: ‘Venster op de Wereld’, de presentatie van de dans tijdens het Holland Dance Festival; ‘Samenleving in Beweging’, activiteiten die bevorderen dat mensen zelf in beweging komen; en ‘Onwijs Dansonderwijs’, (school)voorstellingen en dansactiviteiten ter kennismaking met of verdieping van de discipline dans onder scholieren en bezoekers.
In de komende jaren wil het festival de artistieke kwaliteit van de programmering verder versterken en nog meer energie steken in het betrekken van Nederlanders bij dans, als nieuwe of vaker terugkerende bezoeker of als deelnemer aan activatie-, participatie- en educatieactiviteiten. Blijvend zal de organisatie zoeken naar internationale topwerken voor de kleine en grote zaal en van gerenommeerde, maar ook nog onontdekte choreografen. In het plan spreekt ze tevens de ambitie uit om naast de podia in Den Haag ook programmering te verzorgen in Theater de Veste in Delft en het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam. De editie van 2018 zal in het teken staan van het zestigjarig jubileum van het Nederlands Dans Theater (NDT) en de artistiek leider van dit gezelschap krijgt een belangrijke stem in de programmering. Daarnaast zal het festival deze editie focussen op de groep ouderen, onder andere door de resultaten van een Europees project van dans en ouderen te tonen. In 2020 vormt het festival een programma rond de opening van het nieuwe theatercomplex in Den Haag en zet het met de focus op dans en beperkingen onder de noemer ‘DanceAble’ een nieuwe doelgroep centraal.
In het kielzog van het Holland Dance Festival worden in het kader van ‘Holland Dance on Tour’ volgens plan tournees langs 25 theaters in Nederland en de omringende landen georganiseerd. In de komende jaren zal de aanvrager de samenwerking met het Zuiderstrandtheater intensiveren en de banden met Korzo (inhoudelijk en delen van personeel en backoffice) en NDT (primair op het gebied van educatie) voortzetten.
Het Holland Dance Festival vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘klein/middelgroot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro. Daarnaast vraagt het een bijdrage (co)productie aan van 25.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 150.000 euro per editie.
Historie
Het Holland Dance Festival ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
De geprogrammeerde voorstellingen zijn volgens haar over het algemeen van goede kwaliteit en vakkundig gemaakt en uitgevoerd. De artistieke leiding geeft op een overtuigende manier vorm aan de beoogde brede staalkaart van hoogwaardige internationale dansproducties. Volgens de commissie bedient het festival hiermee een groot, in dans geïnteresseerd publiek, dat niet alleen geïnspireerd wordt door het gepresenteerde aanbod, maar middels een uitgebreid educatie- en participatieprogramma ook wordt geactiveerd om zelf te gaan dansen. Een kanttekening zet de commissie bij de oorspronkelijkheid van het gepresenteerde werk. De keuzes in de programmering sluiten aan bij de beoogde toegankelijkheid en de excellente kwaliteit, maar in zichzelf zijn de voorstellingen die de aanvrager schaart onder de noemer ‘Venster op de wereld’ volgens de commissie weinig oorspronkelijk. Zij vindt dat het festival ook een relatief smalle bandbreedte in het dansspectrum belicht. De zeggingskracht is vooral gebaseerd op het effect van de technische virtuositeit van de uitvoering. In mindere mate is er naar de mening van de commissie sprake van voorstellingen waarbij de artistieke verdieping en inhoudelijke gelaagdheid tot een extra dimensie in de publieksperceptie leiden. In de beleidsperiode 2017-2020 gaat het Holland Dance Festival volgens plan verder op de ingeslagen weg. De commissie constateert dat het festival ook in de komende edities streeft naar een kwalitatief hoogstaand internationaal dansaanbod binnen de ‘fysieke scope’ van de dans. Daarnaast spreekt de aanvrager over ‘het zichtbaar maken van de vernieuwingsdrang door de programmering van spraakmakende dansontwikkelingen uit de hele wereld’. Deze ambitie vindt de commissie slechts beperkt uitgewerkt terug in het plan. De aanvrager noemt nauwelijks namen van gezelschappen en dansmakers die deze vernieuwing vertegenwoordigen. Het festival richt zich voorts nog meer dan voorheen op het betrekken van een breed publiek bij dans. De focus op ouderen in 2018 en op mindervaliden in 2020 kan daar naar de mening van de commissie een bijdrage aan leveren. Zij is positief over de intentie van Holland Dance om door inclusie van genoemde groepen de maatschappelijke functie van dans zichtbaar te maken, maar in de aanvraag wordt dit volgens de commissie nog te weinig concreet uitgewerkt. Ook ontbreekt het aan een inhoudelijke vertaling van de intenties om aan te haken bij het zestigjarig jubileum van het Nederlands Dans Theater in 2018 en de opening van het nieuwe theatercomplex in Den Haag in 2020.
De commissie heeft op basis van de behaalde resultaten in het verleden en het vakmanschap van de artistieke leiding voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de programmering, maar vindt dat de ambities en visies voor de toekomst onvoldoende zijn uitgewerkt. Zij spreekt zich tot slot positief uit over de doelen en activiteiten die voortvloeien uit het Holland Dance Festival. Met ‘Holland Dance on Tour’ en ‘Zuiderstrandtheater en Holland Dance presenteren’ laat de organisatie volgens de commissie overtuigend zien dat de missie om bij te dragen aan de zichtbaarheid en toegankelijkheid van de dans zich niet beperkt tot de festivalperiode.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten beoordeelt de commissie als voldoende.
Zij merkt op dat de aanvrager zichzelf een inspirerende rol toekent door een venster op de wereld van de internationale dans te bieden. Het is volgens de commissie met het getoonde aanbod aannemelijk dat er sprake is van een dergelijke bijdrage voor de vele dansliefhebbers en -beoefenaars in Nederland. Ook vindt zij het voorstelbaar dat de uitgebreide randprogrammering en educatieve activiteiten bijdragen aan het bereiken van die veronderstelde uitwerking. Het plan is op dit onderwerp echter zeer beperkt uitgewerkt. Om overtuigend positief te kunnen zijn over de effecten van het festival op de ontwikkeling van de podiumkunsten in Nederland had de commissie meer concrete voorbeelden willen zien. Daarnaast ontbreekt het volgens haar aan ambities op dit vlak. Zo mist de commissie een vertaling van de veronderstelde inspirerende werking naar activiteiten die in de komende jaren het Nederlandse dansveld zullen beïnvloeden.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
In het licht van de fors teruglopende landelijke overheidssubsidie vier jaar geleden heeft zij waardering voor de stabiele financiële positie van het festival. Dat getuigt van het vermogen van de organisatie om, weliswaar noodgedwongen en ongewild, flexibel om te gaan met die nieuwe realiteit. Dat blijkt ook uit de verschuiving die in de financieringsmix heeft plaatsgevonden naar meer financiering uit private fondsen en sponsoring. Uit de begroting blijkt dat de organisatie erop rekent dat in de komende beleidsperiode de eigen inkomsten op hetzelfde niveau blijven. De commissie plaatst enkele kritische kanttekeningen bij de onderbouwing hiervoor in het plan. Uit het bedrijfsleven wil het festival in de komende jaren gemiddeld 50.000 euro per editie genereren. Gezien de relatief forse toename van deze bijdrage ten opzichte van voorgaande edities overtuigt de aanpak op dit vlak de commissie onvoldoende. De aanpak is daarvoor volgens haar nog te veel gebaseerd op voornemens en goede intenties. Ook de ambitie op het terrein van private fondsenwerving overtuigt de commissie niet volledig. Daarvoor ontbreekt in het plan volgens haar een strategie en aanpak voor de toekomst en mist de commissie voorbeelden van het soort projecten waarvoor in de komende jaren financiële ondersteuning zal worden aangevraagd.
Wat de lasten betreft valt het de commissie op dat bij een gelijkblijvend aantal fte’s de beheerslasten personeel verdubbelen en dat er een fors bedrag voor tijdelijk personeel is opgenomen in de begroting. De aanvrager zegt daarover alleen dat de begroting moeilijk te vergelijken is met de realisatie van de voorgaande edities, maar legt niet uit waarvoor de verdubbeling en uitbreiding nodig zijn. Een nadere toelichting bij deze ontwikkeling is volgens de commissie wenselijk.
Uit de beschrijving van de publieksbenadering blijkt volgens de commissie dat het festival zijn publiek goed kent. De uitwerking van de marketing in een doelgroepgerichte benadering is volgens de commissie in aanzet goed. Positief is zij over de potentie van het nieuwe CRM-systeem. De samenwerkingsverbanden met het Nederlands Dans Theater, het Zuiderstrandtheater en Korzo in de publiekswerving zijn volgens de commissie eveneens zinvol voor de benadering van de reguliere bezoekers van dansvoorstellingen. Met de aan het festival verbonden sociaal-artistieke activiteiten legt de organisatie een overtuigende inhoudelijke verbinding naar een potentieel nieuw publiek. Een kanttekening plaats de commissie bij de conversie van deze potentie in publieksbereik naar een overtuigende marketingaanpak. Het is volgens de commissie namelijk niet aannemelijk dat de organisatie enkel met het presenteren van deze activiteiten het beoogde nieuwe publiek zal bereiken. Tot slot ziet de commissie meer mogelijkheden om het dertigjarig jubileum in te zetten voor de publiekswerving en vergroting van de naamsbekendheid dan de in het plan voorgestelde publicatie van de geschiedenis van Holland Dance op de eigen website. Dat laat onverlet dat het online overzicht tot een aansprekende terugblik in de recente dansontwikkelingen kan leiden, aldus de commissie.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit van het Nederlands podiumkunstenaanbod beoordeelt de commissie als ruim voldoende.
Op de Nederlandse podia en festivals is het dansaanbod redelijk vertegenwoordigd, waardoor de programmering van het Holland Dance Festival zich op grond daarvan nauwelijks onderscheidt. Voor wat betreft het aanbod van internationale dansproducties ligt dit anders, volgens de commissie. Mede door de rol die Holland Dance neemt in het organiseren van speelplekken voor het internationale aanbod op reguliere Nederlandse podia, vindt de commissie dat er sprake is van een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding van het podiumkunstenaanbod als neutraal.
Het Holland Dance Festival vindt plaats in Den Haag. In Den Haag is een ruim aanbod aan podiumkunsten aanwezig, zowel gepresenteerd op podia als op festivals. Hierdoor levert Holland Dance geen bijdrage aan de geografische spreiding.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de gemeente is zeer goed.
In de afgelopen periode heeft het festival een financiële bijdrage van 535.429 euro per jaar ontvangen. Voor de komende periode is een vergelijkbaar bedrag aangevraagd. Hiermee is sprake van een stevige lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert een bijdrage (co)productie niet toe te kennen.
Het Holland Dance Festival vraagt de (co)productiebijdrage aan voor de ontwikkeling van zogenaamde focusfestivals. Hiermee brengt de organisatie met ingang van 2017 in coproductie met het Zuiderstrandtheater jaarlijks compacte festivals rond aansprekende choreografen met een grote internationale staat van dienst. In de jaren waarin het Holland Dance Festival wordt gehouden, wordt het focusfestival ingebed. Volgens het plan krijgen de geselecteerde choreografen belangrijke choreografieopdrachten bij gerenommeerde buitenlandse gezelschappen. In 2017 betreft het Martin Schläpfer of Anne Teresa De Keersmaeker, in 2018 wordt het gerelateerd aan het zestigjarige NDT en voor 2019 is Jirí Kylián vastgelegd.
De focusfestivals betreffen een extra jaarlijkse activiteit van Holland Dance, die in het festivaljaar wordt ingebed in het festival. De uitwerking van de ambitie om op deze manier te coproduceren roept bij de commissie de nodige vragen op die het plan niet beantwoordt. Zij krijgt onvoldoende inzicht in de motivatie om een extra festival te ontwikkelen en waarom de aanvrager dat op de voorgestelde manier invult. Het wordt de commissie bijvoorbeeld niet duidelijk waarom de organisatie voor de genoemde gerenommeerde choreografen kiest en welke choreografieopdrachten ze aan hen zal verlenen. Vanwege het gebrek aan de concrete vertaling van de plannen kan de commissie niet beoordelen of het nieuw te produceren werk in de focusfestivals bijdraagt aan een breed palet van kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van het Holland Dance Festival te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
62.500
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
62.500
* Alsnog toegekend in 2016