Julidans
Inleiding
Julidans is een internationaal georiënteerd hedendaags dansfestival, dat jaarlijks in de maand juli gedurende elf dagen plaatsvindt in Amsterdam. De artistieke leiding van het festival is in handen van Anita van Dolen. Julidans wil naar eigen zeggen uitdragen dat dans een actuele maatschappelijke relevantie kan hebben. Het festival kiest daarom voor makers die dans met een theatrale inslag inzetten als expressiemiddel om te reflecteren op actuele thema’s en ontwikkelingen. Julidans beoogt een staalkaart van de actualiteit in de wereld van de internationale hedendaagse dans te presenteren, met trends of juist zeer uiteenlopende perspectieven, nieuwkomers, mid-careers en oudgedienden.
Alle programmaonderdelen zijn te verbinden aan een of meer van de volgende functies die het festival zichzelf toe-eigent: presenteren, informeren, ontwikkelen en uitwisselen. Choreografen en dansmakers kunnen op verschillende niveaus in het programma instromen. Naast een hoofdprogramma, waarin het festival grote namen en vernieuwers in de dans presenteert, wil het zich de komende jaren richten op de mid-career dansmakers. Het gaat om onder anderen Olivier Dubois, Lisbeth Gruwez, Sharon Eyal en Gai Behar, Tao Ye, Chris Haring en Jefta van Dinther. Kortom, makers die op het punt van doorbreken staan, aldus de aanvraag. Julidans noemt hen de nieuwe iconen die in potentie belangwekkende choreografen kunnen worden. In het onderdeel ‘Julidans NEXT’ biedt het festival een platform aan de nieuwe generatie dansmakers, veelal gepresenteerd in de kleine zaal en gericht op een nieuwsgierig, vaak wat jonger publiek. Een andere belangrijke pijler in het festival is de programmering in ‘Podium Mozaïek’, in het Amsterdamse Bos en Lommer en het Bijlmer Parktheater in Amsterdam-Zuidoost. Daarmee beoogt het festival een nieuw publiek te bereiken en te enthousiasmeren voor het soort dans dat kenmerkend is voor Julidans. Ook het Vondelpark Openluchttheater blijft als speelplek onderdeel van het festival. Verder zal het festival op andere plekken in de stad opduiken.
De ambitie van Julidans om zich nadrukkelijk te profileren als ambassadeur en promotor van de Nederlandse dans krijgt met ingang van 2016 vorm in het onderbrengen van ‘Moving Meetings Dance’. Daarin maken internationale programmeurs middels showcases en ontmoetingen kennis met Nederlandse hedendaagse dansmakers.
Op het gebied van talentontwikkeling zet Julidans het reeds ontwikkelde traject ‘Artist’ Lab’ voort. Acht internationaal geselecteerde, nieuwe generatie dansmakers krijgen onder begeleiding van een dansdramaturg een residentie aangeboden en de gelegenheid een korte productie te maken. De randprogrammering bevat daarnaast ‘Julidans Talks’-programma's, die context bieden aan het gepresenteerde werk. Naast de bekende inleidingen en nagesprekken vindt er met ingang van 2016 een dagelijkse late night talkshow in de Stadsschouwburg plaats. In samenwerking met de Henny Jurriëns Stichting organiseert het festival technische workshops en samen met Nicole Beutlers summer academy We live here geeft Julidans invulling aan theoretische verdieping en dialoog.
Julidans vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘klein/middelgroot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro. Daarnaast vraagt de organisatie een bijdrage (co)productie aan van 25.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 150.000 euro per jaar/editie.
Historie
Julidans ontvangt in de periode 2013-2016 een structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten in het kader van de Regeling Meerjarige activiteitensubsidie 2013-2016.
Het Fonds volgt de festivals die het meerjarig subsidieert door adviseurs de festivals te laten bezoeken. In de periode 2013-2016 hebben adviseurs van het Fonds de verschillende edities van Julidans bezocht.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als zeer goed.
In de programmering van het festival herkent zij een overtuigend vakmanschap van zowel de choreografen en dansmakers als de samenstellers. De keuzes die het festival maakt, vindt de commissie oorspronkelijk en de grenzen van wat nog onder dans kan worden verstaan worden regelmatig opgerekt of overschreden. In de afgelopen jaren heeft het festival overtuigend een avontuurlijke state of the art programmering gebracht, waarin de actuele ontwikkelingen van de hedendaagse dans werden getoond. De keuze om voor makers te kiezen die zich verhouden tot de wereld en actuele maatschappelijke ontwikkelingen, draagt bij aan de zeggingskracht van de voorstellingen. De commissie constateert bovendien dat Julidans met zijn uitgesproken keuzes niet zelden spraakmakend is. Deze eigenzinnige profilering in de programmering vat de aanvrager samen onder de noemer ‘Ons Soort Dans’ (OSD). In het plan geeft de aanvrager volgens de commissie een duidelijke beschrijving van wat de organisatie hieronder verstaat. Die uitwerking leidt volgens haar tot een passende artistieke signatuur. Met een contextprogramma, waarin het publiek met de makers over de drijfveren achter een voorstelling in gesprek kan gaan, draagt het festival volgens de commissie ook bij aan de duiding van de actuele ontwikkelingen in de hedendaagse dans en de zeggingskracht van het getoonde werk.
In de plannen voor 2017-2020 vaart het festival verder op de koers van de afgelopen periode. Er treedt een accentverschuiving op door specifiek aandacht te vestigen op het presenteren van werk van de zogenaamde mid-career dansmakers: choreografen die op het punt staan de sprong te maken van veelbelovend naar meer gevestigd. De genoemde namen in het plan sluiten volgens de commissie goed aan bij het profiel van dergelijke dansmakers. In veel gevallen gaat het om een sprong naar de productie van dansvoorstellingen voor de grote zaal. De commissie is positief over de manier waarop Julidans deze ontwikkelingen wil faciliteren en uitlichten. Zij ziet het tonen van voorstellingen van de mid-career dansmakers daarom als een waardevolle aanvulling op de duidelijke programma-indeling. Positief is de commissie ook over de programmeringsopzet, waarbij choreografen op elk niveau kunnen instappen, van beginnend in het Artists’ Lab, veelbelovend in het Julidans NEXT-programma tot gevestigd in de hoofdprogrammering. Aansprekend vindt zij de manier waarop de ‘oude meesters’ wordt gevraagd veelbelovende choreografen te selecteren als support act. De commissie heeft ook waardering voor de volharding waarmee het festival buiten de comfort zone van de Leidsepleintheaters treedt en de komende jaren in buurttheaters als Podium Mozaïek en het Bijlmer Parktheater een passend programma zal blijven programmeren. Ook de samenwerking met de summer academy We live here en het festival Why Not vindt zij positief. Hiermee houdt het festival volgens de commissie overtuigend voeling met jonge makers en actuele ontwikkelingen in de hedendaagse dans.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten als goed.
Hoewel de commissie, net als vier jaar geleden, van mening is dat de geboden verdieping meer gericht is op de aanwezige vakmensen dan op het algemene publiek, zijn er voldoende aanknopingspunten om positief te oordelen over de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten en meer specifiek van de hedendaagse dans in binnen- en buitenland. Zo creëert het festival door een podium aan mid-career dansmakers te bieden ontwikkelmogelijkheden voor het werk van deze potentiële ‘meesters’ van de toekomst. De commissie signaleert hierbij dat de reguliere podia van schouwburgen en theaterzalen de programmering van dit aanbod vaak nog te risicovol vinden, vooral als het gaat om grotezaalproducties. Door een selectie te presenteren van de beloftes voor de toekomst en door eventueel nieuw werk van deze makers te coproduceren, levert het Julidans-festival een bijdrage aan de ontwikkeling van de makers en de afzetmogelijkheden van hun producties, aldus de commissie. Daarnaast ontvangt Julidans jaarlijks een groep buitenlandse programmeurs. De commissie vindt dat het festival op grond van het voorgaande bijdraagt aan de vergroting van de speelmogelijkheden van Nederlandse gezelschappen in het buitenland.
Op het gebied van talentontwikkeling vindt de commissie het positief dat drie van de acht plekken in het talentontwikkelingsprogramma Artists’ Lab zijn gereserveerd voor Nederlandse dansmakers. Om een beeld te krijgen van de bijdrage van de summer academy We live here, had de commissie tot slot meer willen lezen over de bereikte resultaten van het programma en wat dat heeft opgeleverd voor de ontwikkeling van de hedendaagse dans in Nederland.
Ondernemerschap
Het ondernemerschap beoordeelt de commissie als ruim voldoende.
Het festival heeft een redelijk eigen vermogen, ondanks het feit dat het zowel in 2013 als in 2015 met een fors exploitatietekort werd afgerond. Over de bedrijfsvoering zoals in het plan beschreven, is de commissie overwegend positief. Het festival zet de beschikbare middelen efficiënt in; vanwege de lage vaste personeelslasten en overhead investeert het festival relatief veel in de activiteiten. De begroting is in lijn met de aard en omvang van het festival en laat geen significante veranderingen zien ten opzichte van de begroting in de voorgaande jaren. De commissie constateert dat er sprake is van een redelijke financieringsmix en uit het plan blijkt dat Julidans de mogelijkheden om eigen inkomsten te verwerven verkent en benut. De publieksinkomsten blijven op hetzelfde niveau en de bijdrage van de Stadsschouwburg Amsterdam blijft eveneens gelijk. De sponsoring komt echter volgens de aanvrager, ondanks vele inspanningen, niet van de grond. De reflectie hierop in het plan geeft volgens de commissie een plausibele verklaring waarom de sponsorwerving de afgelopen jaren niet is gelukt. Uit het ontbreken van een sponsorbijdrage in de begroting spreekt volgens haar echter geen ambitie meer op dit vlak, terwijl de aanvrager volgens plan wel inspanningen zal verrichten. Positief is de commissie over de ‘dynamic pricing policy’ en het strikte vrijkaartenbeleid van Julidans. Daarmee streeft het festival sinds enkele jaren naar een betere balans tussen betaalde en niet-betaalde kaarten, wat ook heeft bijgedragen aan verhoging van de recette-inkomsten.
De commissie plaatst enkele kanttekeningen bij de publieksbenadering van het festival. Zij merkt op dat het festival beoogt een groot en zo breed mogelijk publiek te willen aanspreken, maar een krachtig omschreven aanpak ontbreekt. De aanvrager constateert dat Julidans, net als hedendaagse dans in het algemeen, kampt met vooroordelen vanwege het abstractieniveau en het elitaire karakter. In het plan wordt echter niet uiteengezet op welke manier het festival deze opvattingen zal pareren en de brede doelgroep wel zal weten te bereiken. De methodiek om ‘customer journeys’ op te zetten, vindt zij een aansprekende aanzet, maar ook deze methodiek wordt niet verder specifiek toegepast. En, in tegenstelling tot wat de aanvrager beweert vindt de commissie het niet vanzelfsprekend dat de aanvrager met de NEXT-programmering een avontuurlijk en jong publiek zal bereiken. Evenmin zal de programmering in de buurttheaters als vanzelf een niet-westers publiek trekken. Zij heeft waardering voor het specifieke aanbod en de locatiekeuzes in dit programmaonderdeel, maar het ontbreekt volgens de commissie aan een passende conversie naar de publiekswerving.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit beoordeelt de commissie als ruim voldoende.
Het festival presenteert hedendaagse-dansvoorstellingen. Dansvoorstellingen zijn op de Nederlandse podia en festivals redelijk vertegenwoordigd, waardoor de bijdrage op grond daarvan bescheiden is. Het specifieke (internationale) aanbod dat Julidans programmeert, is echter beperkt te zien op andere festivals en podia in Nederland. In sommige gevallen wordt het werk van de meer gevestigde choreografen ook door het jaar heen op andere podia vertoond. Het grootste deel van het Julidans-aanbod is echter uniek. Daarmee levert Julidans een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding als neutraal.
Het festival vindt plaats in Amsterdam. In Amsterdam is een ruim aanbod aan podiumkunsten aanwezig, zowel gepresenteerd op podia als op festivals. Hierdoor levert Julidans geen bijdrage aan de spreiding van het podiumkunstenaanbod over Nederland.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage provincie of gemeente is ruim voldoende.
In de periode 2013-2015 ontving de aanvrager jaarlijks een bijdrage van ruim 120.000 euro van de gemeente Amsterdam. Voor de komende periode heeft Julidans een bedrag van 140.000 euro aangevraagd bij de gemeente. Hiermee is sprake van een beperkte lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert een bijdrage (co)productie toe te kennen.
De rol die Julidans wil nemen in het internationaal coproduceren van voorstellingen van met name mid-careers, sluit goed aan bij de richting die het festival de komende jaren inslaat. De plannen voor de edities van 2017 en 2018 zijn al redelijk concreet uitgewerkt en de commissie is positief over de genoemde gezelschappen en choreografen waarmee de organisatie zal samenwerken. De commissie rekent erop dat het festival met het creëren van nieuw werk de beoogde voorhoedepositie kan versterken. Door een deel van de bijdrage te investeren in het Artists’ Lab zal de bijdrage naar de mening van de commissie ten goede komen aan de vormexperimenten van aanstormende choreografen en de vertoning daarvan. De commissie is ervan overtuigd dat de te maken coproducties zullen bijdragen aan de pluriformiteit van het danslandschap.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Julidans te honoreren.
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
25.000
Totaal per editie
150.000
Toegekend bedrag per editie
150.000
Aangevraagd bedrag per editie
150.000
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
25.000
Totaal per editie
150.000
Toegekend bedrag per editie
150.000