Lotte van den Berg (Third Space)
Inleiding
Begin 2015 werd Stichting Third Space opgericht om de theaterprojecten van theatermaker Lotte van den Berg te ondersteunen. Zij voert de artistieke leiding en de zakelijke leiding is in handen van Anneke Tonen. De organisatie is gevestigd in Amsterdam. Third Space is oorspronkelijk een concept dat werd ontwikkeld door de Amerikaanse geograaf en urbanist Edward Soja. Lotte van den Berg geeft met dit concept naam en vorm aan haar organisatie. Third Space, de derde ruimte, is noch de ruimte van de bestaande fysieke realiteit noch die van de fantasie. Het is de ruimte waarin alternatieve scenario’s voor de werkelijkheid mogelijk worden.
In het werk dat Lotte van den Berg de komende jaren zal maken, staat het creëren van de derde ruimte, een ontmoetingsruimte voor uitersten, centraal. Het is de missie van Third Space om conflict en tegenstelling, aanwezig in de samenleving, zichtbaar te maken, in gezamenlijkheid te doorlopen en in beweging te brengen. Lotte van den Berg gebruikt bij het creëren van deze ontmoetingsruimte de theatrale vorm om verhoudingen tussen mensen zichtbaar te maken. Niet alleen binnen de muren van het theater, maar ook daarbuiten. Door mensen te vragen om als deelnemers mee in deze ruimte te stappen en de grenzen en mogelijkheden ervan met elkaar af te tasten, is voor Van den Berg de essentie en de kracht zichtbaar geworden van dit vluchtige construct. Ze ziet de theatrale ruimte als een tijdelijk publieke ruimte, die ontstaat doordat mensen erin geloven. In de projecten van Third Space komt de gestileerde en verstilde beeldtaal van Lotte van den Berg samen met een meer documentaire manier van werken.
Het werk dat zij in samenwerking met artistieke partners de komende jaren wil maken, is in vier lijnen uiteen te zetten: ‘Building Conversation’, ‘Dying Together/Orgy Alone’, ‘De Publieke Werken’ en ‘De Vrije Ruimte’. ‘Building Conversation’ vormt de hartslag van het werk, gericht op direct contact en een open interactie. Samen met vormgever Daan ’t Sas ontwikkelt Third Space nieuwe gespreksvormen/performances. Er wordt contact gelegd met nieuw publiek binnen een maatschappelijke context. Dit inmiddels langlopende traject is geïnspireerd op gesprekstechnieken en -rituelen van over de hele wereld. In de periode 2017-2020 zal gebouwd worden aan een repertoire van gesprekken/performances, uitgevoerd in verschillende Nederlandse steden en in verschillende talen in Europa. ‘Dying Together/Orgy Alone’ (2017 en 2019) is een tweeluik voor de grote zaal: vijfhonderd toeschouwers vormen in een wisselende opstelling de scenografie van deze woordeloze werken, waarin de begrippen ‘alleen’ en ‘samen’ worden onderzocht. Lotte van den Berg creëert samen met zestien performers, jong en oud, amateur en professioneel, een vijftal situaties waarin het begrip ‘sterven’ steeds opnieuw betekenis krijgt. ‘De Publieke Werken’ (2018) is een beeldende installatie waarin (semi)publieke ruimtes als de wachtkamer, de lift, het plein en de bushalte worden opgevoerd middels een simpele schets van lijnen en verplaatsbare witte wanden. Deelnemers worden uitgenodigd om met een specifieke focus plaats te nemen en rond te lopen in deze ruimtes en de interacties die plaatsvinden te ondergaan en te bezien. Naast de ervaringen en bewegingen van de deelnemers in de ruimte wordt een observatorium gebouwd, waarin de bezoeker zichzelf en de ander kan observeren in videobeelden.
In de periode 2017-2020 realiseert Stichting Third Space tachtig voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 222.500 euro.
Historie
Stichting Third Space ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Third Space beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘Agoraphobia/Pleinvrees’ in New York en ‘Agoraphobia/Pleinvrees’ in Amsterdam.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
De commissie vindt Lotte van den Berg een oorspronkelijk maker, met een geheel eigen visie op theater maken en een onderzoekende blik op de wereld. Vier jaar geleden kwam zij naar de mening van de toenmalige commissie niet zo goed uit de verf en maakte haar voorheen verstilde, poëtische, krachtige beeldtaal plaats voor antropologisch onderzoek naar sociale mechanismen in de samenleving. Dit wist zij niet goed om te zetten naar een aansprekende theatrale vorm, wat ten koste ging van de zeggingskracht van de voorstellingen. De commissie constateert nu dat haar zoektocht naar de grenzen van theater is doorgegaan en dat Van den Berg zichzelf weer op de kaart heeft gezet met een aantal interessante en experimentele theaterconcepten. ‘Agoraphobia/Pleinvrees’ is daarvan een goed voorbeeld. De commissie vindt dit project een typische Lotte van Den Berg-vorm hebben, waarbij door een directe verbinding met de toeschouwer een dermate directe vorm van communiceren ontstaat dat de tekst van Rob de Graaf midden tussen de mensen wordt geplaatst, onontkoombaar wordt en de toeschouwer zich hoe dan ook tot de inhoud moet verhouden. De voorstelling heeft daardoor veel zeggingskracht.
De commissie is positief over de nieuwe plannen voor 2017-2020. Zij herkent hierin een terugkeer van Van den Bergs bijzondere beeldtaal uit vroeger tijden, terwijl ze tegelijk inhoudelijk voortborduurt op de ‘Building Conversation’-serie en de hierin opgedane inzichten. De commissie waardeert het reflectief vermogen dat Van den Berg in de aanvraag aan de dag legt, waarin ze haar recente werk helder afzet tegen haar eerdere werk. Een constante in haar ontwikkeling als theatermaker blijft het vormgeven van ontmoetingen, het bevragen van andermans perspectieven en het creëren van inzicht in die van onszelf. Haar missie voor de komende jaren is voor de commissie dan ook helder en overtuigend: de derde ruimte vormgeven, op een onderzoekende manier, een ruimte waarin oprechte dialoog tussen mensen tot stand komt.
De hernieuwde inzet op meer theatraliteit manifesteert zich in het plan het sterkst in het concept voor de grotezaalproductie ‘Dying Together’, waarin met performers gewerkt gaat worden en waarin vijf concrete verhalen of situaties worden verbeeld met een intrigerend overkoepelend thema. Het onderwerp is universeel menselijk en het wisselend perspectief van de bezoekers bepaalt de beleving. Het plan spreekt tot de verbeelding, heeft goede partners, zoals de Ruhrtriennale en Theater Rotterdam. De commissie is ook positief over scenograaf Jozef Wouters die zij interessant werk vindt maken, waarin de scenografie dwingend werkt op het onderwerp, de thematiek en de publieksbeleving. De commissie heeft dan ook vertrouwen in de zeggingskracht van deze voorstelling. Ook in het plan voor ‘De Publieke Werken’ ziet de commissie een terugkeer naar het beeldende. In deze theatrale installatie legt Van den Berg gedrag en interacties van bezoekers vast om er de systemen in bloot te leggen en om die op confronterende wijze middels videobeelden terug te geven aan het publiek. Dit past naar de mening van de commissie goed bij het artistieke profiel van Van den Berg, aangezien de twee lijnen waarlangs haar werk zich ontwikkelt hier samenkomen: haar beeldende fantasie en de ervaringen opgedaan in de sociale experimenten met publieksgroepen. Het plan komt integer over en getuigt van authentieke belangstelling voor menselijk gedrag. De commissie herkent in alle beschreven projecten het onderzoekende karakter van Van den Berg. Zij vindt de plannen getuigen van oorspronkelijkheid en heeft in principe voldoende vertrouwen in de uitwerking ervan. Een klein voorbehoud maakt zij nog ten aanzien van de zeggingskracht. Het werk van Van den Berg is vaak erg interessant voor vakgenoten, maar is lastiger te doorgronden voor een meer algemeen theaterpubliek. De beoogde projecten hebben wel de potentie om dit bredere publiek aan te spreken, maar op basis van de uitwerking in de aanvraag is de commissie er nog niet van overtuigd dat dit ook zal lukken.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
Third Space is een nieuwe stichting, maar bouwt voort op de jarenlange ervaring van Lotte van den Berg met het produceren van ingewikkelde theatrale projecten, zowel op locatie als in de zaal. De productionele kwaliteit is vertrouwenwekkend. Daarnaast wordt het werk geprogrammeerd en gecoproduceerd door betrouwbare partners als Theater Rotterdam en de Ruhrtriennale, wat ook bijdraagt aan het vertrouwen van de commissie in de productionele kwaliteit van de projecten. De financiële situatie van Third Space is gezond, ondanks dat het eigen vermogen sinds 2013 flink is afgenomen. Van den Berg heeft de afgelopen jaren haar projecten gefinancierd uit diverse middelen - projectsubsidies, eigen reserves, coproductiebijdragen en private fondsen - en streeft nu naar een terugkeer in het veld van structureel ondersteunde podiumkunstinstellingen.
De totale jaarlijkse lasten stijgen flink in de periode 2017-2020. Dit is onderbouwd met een structurele uitbreiding van de organisatie, die leidt tot een verhoging van de beheerslasten. De grootste stijging vindt echter plaats bij de activiteitenlasten, zowel voor materieel als personeel. Dit geldt ook voor de marketingkosten. In het licht van de beschreven plannen vindt de commissie deze forse begrotingsontwikkeling logisch. Tegelijk constateert zij dat de eigen inkomsten niet navenant stijgen. De lastenstijging en de financiële risico’s worden dan ook in hoofdzaak opgevangen met subsidie van het Fonds en de gemeente. Dit vindt de commissie geen gezonde ontwikkeling, temeer omdat Third Space in de aanvraag hierop nauwelijks reflecteert. Er worden wel meer publieksinkomsten verwacht dan in voorgaande jaren. De commissie vindt dit logisch, gezien de gang naar de grote zaal en het beoogde hogere publieksbereik daarbij. Daarnaast verwacht Third Space ook goede inkomsten uit coproducties en uit trajecten van Building Conversations in een maatschappelijke context, waarvan een redelijk deel al is toegezegd. Gezien de aard van het werk bevreemdt het de commissie wel dat er minder private subsidie is begroot dan in afgelopen jaren. Een verklaring hiervoor ontbreekt in de aanvraag. Daarnaast mist de commissie een strategie bij tegenvallers. Volgens haar was deze wel op zijn plaats geweest, zeker in het licht van de bescheiden reserves. De producties hebben de belangstelling van gerenommeerde podia als Theater Rotterdam, Festival Oerol, Festival Boulevard en de Ruhrtriennale, wat de commissie vertrouwenwekkend vindt ten aanzien van de afname van het werk.
De commissie is over de publieksbenadering in de aanvraag gematigd positief. Third Space omschrijft haar doelgroepen vrij algemeen, maar beperkt zich daarbij niet tot het theaterpubliek. Per programmaonderdeel worden ook nog specifiekere groepen genoemd, zoals bij ‘Building Conversation’ mensen in het onderwijs en de zorg. De commissie is er echter niet zonder meer van overtuigd dat uit deze groepen voldoende deelnemers of toeschouwers geworven zullen worden, aangezien een strategie om deze groepen te bereiken in het plan ontbreekt. Het communicatieplan moet nog nader worden uitgewerkt met Creatief Bureau Vandejong. Voor ’Publieke Werken’ zal Third Space samenwerken met partners bij het werven van deelnemers. De commissie merkt op dat deze partners niet concreet worden genoemd. Voor het tweeluik in de grote zaal wordt in samenwerking met Theater Rotterdam een campagne opgezet. Juist omdat een verhoogde belangstelling van publiek wordt verwacht bij deze voorstellingen, mist de commissie een overtuigende toelichting bij deze beoogde campagne. Met betrekking tot de publieksbenadering spreekt Third Space in de aanvraag van veel, voornamelijk internationale netwerken en partners, maar beschrijft zelf geen concrete plannen daarmee. In de ogen van de commissie klinkt dit allemaal nog te vrijblijvend om haar ervan te overtuigen dat het beoogde publiek geworven zal worden.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als zeer goed.
Zij plaatst het werk binnen het sociaal-artistiek theater/ervaringstheater vanwege de hoge mate van actieve betrokkenheid van het publiek. Daarvan is een beperkt aanbod in Nederland, zowel in het gesubsidieerde als het vrije circuit. Daarbinnen beschouwt zij het werk bovendien als onderscheidend door de unieke theatrale vormen die Third Space onderzoekt. Hierdoor levert Third Space een zeer belangrijke bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De bijdrage aan de geografische spreiding beoordeelt de commissie als voldoende.
Third Space is gevestigd in Amsterdam, waar relatief veel podiumkunstaanbod is. De commissie constateert dat in de periode 2013-2015 Third Space in vergelijking met andere podiumkunstaanbieders een substantieel aandeel activiteiten in de rest van Nederland heeft gerealiseerd. Third Space heeft voor de periode 2017-2020 een vergelijkbare spreiding voor ogen. Hiermee draagt Third Space in beperkte mate bij aan de geografische spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Third Space te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
222.500
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
35
2.500
87.500
Circuit groot
12
5.000
60.000
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
222.500
Toegekend bedrag per jaar
222.500
Aangevraagd bedrag per jaar
222.500
Circuit klein/middel
87.500
Circuit groot
60.000
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
222.500
Toegekend bedrag per jaar
222.500