Maatschappij Discordia
Inleiding
Maatschappij Discordia is een in Amsterdam gevestigd theatercollectief dat bestaat uit een kern van vijf makende spelers of spelende makers: Jorn Heijdenrijk, Matthias de Koning, Annette Kouwenhoven, Jan Joris Lamers en Miranda Prein. De zakelijke aspecten zijn in handen van Bert Kienhuis. Het collectief werkt sinds de oprichting in 1984 vanuit de visie, vrij naar Nietzsche: ‘Je kunt niet ergens over nadenken als je niet steeds alles verwerpt.’ Het is de missie van Discordia om zich nergens op vast te leggen, het theater steeds opnieuw te bevragen en te kantelen, zodat met elke nieuwe voorstelling een nieuw perspectief ontstaat. Voor Maatschappij Discordia speelt het werk zich af in een laboratorium, waarbij het voortdurende onderzoek naar de kwaliteit van de overdracht centraal staat. Elke nuance in de overdracht van een tekst wordt zichtbaar gemaakt en het gesprek met het publiek wordt nadrukkelijk gezocht. Deze denkende en onderzoekende manier van spelen, het ‘Discordiaans’, is inmiddels een begrip geworden in de theaterwetenschap en heeft veel navolging en nieuwe interpretaties gevonden bij volgende generaties theatermakers, aldus de aanvrager.
Maatschappij Discordia wil zichzelf, zijn uitgangspunten en positie als avant-gardegezelschap trouw blijven. De komende vier jaar gaat het collectief de diversiteit in het werk, die de afgelopen vier jaar is ontwikkeld, intensiveren. De vijf belangrijkste artistieke lijnen waarlangs het werk zich manifesteert worden in de komende periode doorgetrokken: nieuwe experimentele producties voor de kleine zaal; bewezen repertoireproducties voor de grote zaal; ‘De Republiek’, maandelijks theatersalon in De Balie; polycoproducties, (internationale) samenwerking met diverse gezelschappen; ‘De Veere’, fin de saison met De Theatertroep, ’t Barre Land en anderen. In 2017 wil Discordia vier nieuwe voorstellingen realiseren. ‘De Sloterdijkshow’ (deel 1; De vroege jaren) gaat over ‘de schemering van het valse bewustzijn’ en is geïnspireerd op het werk van Peter Sloterdijk. ‘Driekoningenavond’ wordt een coproductie met De Theatertroep; een voorstelling waarin met veel plezier maatschappelijke waarden op hun kop gezet worden. ‘Pointless International – deel 2’ wordt een coproductie met ’t Barre Land: een vervolg op de toegankelijke, Engels gesproken clownsvoorstelling voor volwassen publiek uit 2014, nu speciaal voor de internationale markt. In ‘Weiblicher Akt deel 8’ legt Discordia wederom het perspectief bij vrouwelijke personages uit bekend toneelrepertoire, ditmaal met ‘La Dame aux Camélias’ van Alexandre Dumas fils uit 1848, waarin Discordia zich afvraagt of liefde tussen verschillende sociale standen nog steeds niet vanzelfsprekend is. In 2018 maakt Discordia ‘Freud, Schnitzler, Strindberg, Calderon’ over analyse en mythologie, manie en vervreemding, met materialen van de meesters van de droom. In de productie ‘Ideeën, boek twee Multatuli’, in coproductie met ’t Barre Land, staat op basis van de zeven bundels ‘Ideeën’ van Multatuli de vraag centraal hoe op de puinhopen van onbarmhartig sloopwerk een nieuwe en betere wereld gebouwd kan worden. In ‘Over de schreeuw en de lach’ zullen scènes uit Italië, waarnemingen van Stendhal en getuigenissen van Primo Levi als onderwerpen onderzocht worden. ‘De worm en de appel’, het negende deel uit de Weiblicher Akt-reeks, zal gaan over de vraag in hoeverre de vrouw oorzaak of gevolg is van het uiteenvallen van sociale verbanden. Als vertrekpunt wordt deze keer ‘Een Poppenhuis’ van Henrik Ibsen genomen. Bij bewezen succes van de beschreven beleidslijnen en samenwerkingen zullen vergelijkbare producties voor 2019 en 2020 worden ontwikkeld.
In de periode 2017-2020 speelt Maatschappij Discordia honderd voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 200.000 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 40.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 240.000 euro.
Historie
Maatschappij Discordia ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Maatschappij Discordia beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstelling ‘Pointless International’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
Discordia maakt thematisch interessant theater met een originele, zeer herkenbare ‘Discordiaanse’ signatuur. Het collectief heeft een belangrijke rol gespeeld in de moderne theatergeschiedenis. Het vakmanschap is goed. Het werk is intelligent en eigenzinnig en geniet vooral bij vakgenoten een goede reputatie. Vier jaar geleden werden echter wel kanttekeningen geplaatst bij de zeggingskracht van de voorstellingen van Discordia; de commissie vond deze in toenemende mate gesloten van karakter en ze leken het publiek eerder uit te sluiten dan mee te nemen. De huidige commissie constateert op basis van recente producties dat Discordia zich nu weer beweegt in de richting van toegankelijker werk voor een breder publiek, en dat het gezelschap daar ook succesvol in is. Met name de Weiblicher Akt-serie getuigt van een toenemende zeggingskracht voor nieuwe publieksgroepen. Deze serie, waarin klassieke teksten vanuit het vrouwelijk perspectief onder de loep worden genomen, is in de ogen van de commissie origineel van opzet, inhoud en vorm. Ook de samenwerking met jonge gezelschappen als De Theatertroep beschouwt de commissie in dit opzicht als een positieve ontwikkeling; behalve dat het collectief hiermee de eigenzinnige werkwijze deelt met een nieuwe generatie theatermakers, opent het de eigen organisatie ook voor nieuwe en frisse invloeden. Beide bewegingen hebben tot positieve resultaten geleid en vergroten de zeggingskracht van het werk van Discordia.
De plannen voor de komende jaren laten een voortzetting van die beweging zien. De missie van het collectief voor 2017-2020 is om een breed programma neer te zetten en daarmee de toegankelijkheid en zichtbaarheid te vergroten. De commissie waardeert deze ambitie en ziet de diversiteit in aanbod ook terug in de projectplannen. De aanvraag bevat een veelheid aan projecten, per jaar wel vier nieuwe producties voor de kleine zaal plus reprises van ouder werk, de theatersalon, een polycoproductie en een fin de saison/De Veere. De verschillende projecten ogen interessant en passen wat betreft inhoud en thematiek goed bij Discordia. Met name in de Weiblicher Akt-serie wordt een inspirerend nieuw perspectief geboden op klassiekers uit de toneelliteratuur. De commissie heeft vertrouwen in het vakmanschap van Discordia en verwacht dat er aansprekende voorstellingen zullen worden gemaakt op basis van ‘La Dame aux Camélias’ van Dumas en Ibsens ‘Een Poppenhuis’. Door de redelijk gekende teksten en het vrouwelijke perspectief kunnen deze voorstellingen veel zeggingskracht krijgen voor een breder publiek. Ook het vervolg op ‘Pointless International’, in coproductie met ’t Barre Land, vindt de commissie een goede keuze, met het oog op het vergroten van de toegankelijkheid. De commissie plaatst wel een kanttekening bij de productie, waarbij is gekozen voor het werk van Peter Sloterdijk als vertrekpunt. De uitwerking is te summier om de commissie ervan te overtuigen dat de voorstelling voldoende zeggingskracht zal hebben voor een breder publiek. Zo spreekt het ‘Over de schreeuw en de lach’ bijvoorbeeld nog weinig tot de verbeelding. De commissie heeft er dan ook niet op voorhand volledig vertrouwen in dat de voorstellingen voldoende zeggingskracht zullen hebben voor een breder publiek. De commissie is vooral ook positief over de samenwerkingen met andere, jongere groepen. Deze stimuleren artistieke vernieuwing en behoeden het gezelschap voor isolatie en stagnatie. Bovendien bieden sommige samenwerkingen goede mogelijkheden voor uitvoeringen in het buitenland.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
Discordia heeft zich in de afgelopen jaren zonder meerjarige subsidie staande weten te houden met eigen inkomsten, subsidie van de gemeente Amsterdam en enkele projectsubsidies van het Fonds. In deze periode heeft het collectief wel moeten interen op de financiële reserves en een exploitatietekort in 2015 opgevangen, waardoor het eigen vermogen op dit moment beperkt van omvang is. Hierdoor is de financiële positie van Discordia niet stevig. In het verlengde daarvan plaatst de commissie kritische kanttekeningen bij de geschetste begrotingsontwikkeling voor de komende jaren. Discordia begroot fors meer eigen inkomsten dan gemiddeld zijn gerealiseerd in de afgelopen jaren, waaronder hogere publieksinkomsten, hogere coproductiebijdragen en hogere overige directe inkomsten, zoals uit nevenactiviteiten. In de begroting is bovendien sprake van hogere inkomsten van particulieren en andere private middelen. Op basis van de beperkte onderbouwing van deze stijgingen en het feit dat sommige onderdelen, zoals de coproductiebijdragen, niet logisch voortvloeien uit de gerealiseerde inkomsten in de afgelopen jaren, is de commissie er niet van overtuigd dat deze inkomstenverhoging haalbaar is. Bovendien zal volgens de begroting het totaal aan baten en lasten verdubbelen ten opzichte van de afgelopen jaren, zonder dat het activiteitenniveau noemenswaardig stijgt. De verhoging van de marketinglasten vloeit logisch voort uit de plannen, en die van de beheerlasten personeel zijn ook redelijk, maar de fors hogere activiteitenlasten zijn niet goed onderbouwd. Met de ingediende begroting bij de plannen neemt het gezelschap een behoorlijk financieel risico, in de ogen van de commissie, omdat ook niet op voorhand vaststaat dat alle producties het beoogde grotere publieksbereik zullen hebben.
De groep realiseert zich dat het de afgelopen jaren moeite heeft gekost om de gewenste publieksaantallen te realiseren. Vanuit het besef dat meer aandacht voor publieksbenadering noodzakelijk is, heeft het collectief nieuwe strategieën geformuleerd, zoals een Vrienden van Discordia Vereniging. Daarnaast is de hulp ingeroepen van een gespecialiseerd bureau, dat verschillende aanbevelingen heeft gedaan. Met Frascati wordt besproken om samen met onder andere ’t Barre Land een publiciteitsmedewerker aan te trekken, zodat met de uitwerking van de aanbevelingen gestart kan worden. De commissie vindt deze aanpak getuigen van de noodzakelijke reflectie op het eigen ondernemerschap en van een positieve nieuwe houding die al enige resultaten heeft opgeleverd. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de stappen die genomen worden klein en voorzichtig zijn en voor het grootste deel nog tot concrete acties moeten leiden. Bovendien vindt de commissie dat Discordia wel een goed beeld heeft van het eigen publiek, maar dat het geen goed zicht heeft op nieuwe doelgroepen, waarmee de beoogde publieksverbreding zou kunnen worden gerealiseerd. De beschreven publieksgroepen betreffen voornamelijk het publiek dat al naar de voorstellingen van Discordia komt, niet de beoogde nieuwe doelgroepen zoals het jongere publiek. De commissie is er daarom niet van overtuigd dat de beoogde publieksgroei bereikt zal worden. De commissie concludeert dat Discordia de komende jaren goede stappen zet op het gebied van ondernemerschap, maar deze vragen om verdere uitwerking en implementatie in de bedrijfsvoering. De aanzetten hiertoe zijn volgens de commissie nog te weinig overtuigend in de huidige aanvraag.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit beoordeelt de commissie als neutraal.
Zij plaatst het werk binnen het teksttheater, dat al ruim vertegenwoordigd is op de Nederlandse podia, zowel in het gesubsidieerde als het vrije circuit. De commissie is tevens van mening dat het werk van Discordia zich binnen dat brede aanbod van teksttheater niet wezenlijk meer onderscheidt. Het destijds vernieuwende theatrale onderzoek van Discordia en de speelstijl die daaruit voortvloeide, heeft inmiddels bij meerdere gezelschappen navolging gekregen, waardoor de bijdrage van Discordia aan de pluriformiteit van het teksttheateraanbod niet meer uniek is. De commissie vindt dat het werk van Discordia geen bijzondere bijdrage levert aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding als voldoende.
Discordia is gevestigd in Amsterdam, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. Verder constateert de commissie dat Discordia in de periode 2013-2020 regelmatig heeft gespeeld in Amsterdam en andere grote steden in de Randstad, en in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen weinig in andere steden en regio’s. Voor de komende jaren beoogt Discordia zijn speelbeurten verder te spreiden door het land, waartoe het collectief reeds initiatieven heeft beschreven in de aanvraag. Op basis hiervan vindt de commissie dat Discordia een beperkte bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
De commissie adviseert een bijdrage talentontwikkeling niet toe te kennen.
Discordia vraagt de toeslag talentontwikkeling aan voor de begeleiding van De Theatertroep, met wie ze voor de komende vier jaar een coalitie zijn aangegaan. Het traject mondt elk jaar uit in een gezamenlijke productie, aangevuld met andere ervaren spelers (De Veere: fin-de-saison).
De commissie vindt de activiteiten van Discordia op het gebied van talentontwikkeling niet duidelijk te onderscheiden van de reguliere activiteiten van het gezelschap. De Theatertroep heeft bovendien als zelfstandig opererend gezelschap een meerjarige subsidie aangevraagd bij dit Fonds, waarin genoemde coproductie ook is opgenomen. De commissie beoordeelt de activiteiten waarvoor een bijdrage wordt aangevraagd derhalve niet als talentontwikkeling.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Maatschappij Discordia te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per jaar
240.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
100
1.250
125.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
200.000
Toegekend bedrag per jaar
200.000
Aangevraagd bedrag per jaar
240.000
Circuit klein/middel
125.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
200.000
Toegekend bedrag per jaar
200.000
** Alsnog toegekend in 2017