Nederlands Kamerkoor
Inleiding
Het Nederlands Kamerkoor (NKK) werd opgericht in 1937 en heeft zich in mei 2015 in Utrecht gevestigd. Peter Dijkstra is recent aangetreden als chef-dirigent en Tido Visser is algemeen directeur. In het plan staat vermeld dat het koor vanaf het begin een nieuwe standaard zette in koorzang. Door de jaren heen heeft het ensemble zich naar eigen zeggen geprofileerd als vernieuwer, onder meer door vorm te geven aan de ontwikkeling van de oudemuziekpraktijk en door het verstrekken van compositieopdrachten.
Het NKK heeft als doel koormuziek te presenteren op het allerhoogste niveau, in al haar facetten, puttend uit het repertoire van alle tijden. Het NKK wil verder zijn passie voor koormuziek overbrengen aan en delen met zo veel mogelijk mensen. Daarbij streeft het ensemble ernaar om koormuziek als springlevende kunstvorm te versterken en te ontwikkelen door te innoveren en kennis te delen. Het NKK wordt volgens de aanvraag onder meer gekenmerkt door zijn grensverleggende programmering, het in eigen hand nemen van het overgrote deel van de programmering waarmee het koor naar buiten treedt, en het vervullen van een infrastructurele rol binnen het bestel op het terrein van koormuziek. Het NKK wil in de komende periode op basis van een topsportklimaat zijn uitvoeringskwaliteit verder ontwikkelen en zijn (inter)nationale reputatie versterken. Verder wil het ensemble innoveren door de grenzen van de presentatievormen op te zoeken met nieuwe formats en interdisciplinaire samenwerkingen, en door compositietalent bij zijn activiteiten te betrekken. Met betrekking tot het educatiebeleid stelt het NKK dat koorzang een rol van betekenis kan spelen voor een kosmopolitische, verbonden samenleving. Daaraan geeft het ensemble invulling met onder andere het landelijk amateurkorentraject ‘Zingen doe je samen!’ en het project ‘Kinderen en ouders zingen’.
Producties die worden beschreven voor de komende periode, zijn onder andere ‘150 Psalms’, in samenwerking met Festival Oude Muziek, ‘Under the Horizon’ met Huang Yi Dance Company, ‘Gesualdo’ met De Warme Winkel en '‘#uman’, in samenwerking met Nanine Linning en Theater Heidelberg. Deze producties worden door het NKK aangeduid als ‘Voorpaginaprojecten’; spraakmakende koorproducties voor een breed publiek. Verder presenteert het NKK in 2017 programma’s in samenwerking met Asko|Schönberg, met muziek van Liszt en Goebaidoelina, en bij het Koninklijk Concertgebouworkest met werk van Debussy, onder leiding van Bernhard Haitink. Chef-dirigent Peter Dijkstra zal onder meer voor het ensemble staan in de productie ‘Philip Glass 80’ en ‘Brahms’ Requiem Reinvented’, met harpist Remy van Kesteren. Onder de producties die voor 2018 staan gepland bevinden zich Lera Auerbachs opera ‘The Blind’, een programma rond Scarlatti’s ‘Stabat Mater’, Stravinsky’s ‘Psalmensymfonie’ met Hannes Minnaar en onder leiding van Paul McCreesh, en ‘Requiem voor een terrorist’, een coproductie met Creative Court, met een groot opdrachtwerk voor JacobTV.
De bijdrage talentontwikkeling wordt in het plan onderbouwd in het kader van het totale beleid op het terrein van educatie en talentontwikkeling. De bijdrage wordt specifiek ingezet in het kader van NKK Next, dat wordt beschreven als een out of the box talentontwikkelingsprogramma in de vorm van een traineeship in dienstverband voor een periode van 24 weken.
In de periode 2017-2020 realiseert NKK 76 voorstellingen en/of concerten per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 686.800 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 120.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 806.800 euro.
Historie
Stichting Nederlands Kamerkoor ontvangt in de periode 2013-2016 een structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten in het kader van de meerjarige activiteitenregeling 2013-2016.
Het Fonds volgt meerjarig gesubsidieerde instellingen door meerdere adviseurs van het Fonds de voorstellingen en/of de concerten te laten bezoeken. In de periode 2013-2016 hebben adviseurs van het Fonds zeventien voorstellingen en/of concerten van zestien verschillende producties van NKK bezocht.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als zeer goed.
De commissie heeft groot vertrouwen in de artistieke leiding van de pas aangetreden chef-dirigent Peter Dijkstra. De zangers beschikken volgens haar over een ruime mate van vakmanschap en komen binnen het vocale ensemble tot excellente uitvoeringen. De samenzang is zuiver en kleurrijk, waarbij opvalt dat de stemmen goed in evenwicht zijn en mooi mengen. De commissie vindt dat van de uitvoeringen een sterke zeggingskracht uitgaat. Het koor legt een groot inlevingsvermogen aan de dag in zijn vertolkingen en weet het publiek te raken met de expressiviteit in de samenzang en solopartijen. Bijzonder succesvol was het koor in de afgelopen periode met onder meer de uitvoeringen van de Matthäus-Passion van J.S. Bach en het Bosch Requiem van Robert Zuidam, waarbij volgens de commissie sprake was van een feilloze interpretatie die werd gekenmerkt door een mooie balans tussen de stemmen en een zeer verzorgde dynamiek. Daarnaast heeft de commissie veel waardering voor het outreach-project ‘Zingen doe je Samen!’, waarbij het Nederlands Kamerkoor intensief samenwerkt met koren uit de amateursector en zo niet alleen als boegbeeld, maar ook als inspirator van de Nederlandse koorcultuur naar buiten treedt.
De commissie is enthousiast over de plannen die de aanvrager presenteert voor de periode 2017-2020. De oorspronkelijke artistieke visie van het kamerkoor komt volgens haar goed naar voren in de beschreven plannen voor de productie ‘Gesualdo’, die zal worden gemaakt in samenwerking met theatergezelschap De Warme Winkel en dirigent Harry van der Kamp. Het ‘Brahms’ Requiem Reinvented’, onder leiding van Peter Dijkstra en met soloharpist Remy van Kesteren, is een ander voorbeeld van een interessant plan, waarbij de klassieke traditie op een prikkelende hedendaagse manier wordt benaderd.
De commissie vindt het sterk en zelfbewust dat het Nederlands Kamerkoor er in de aanvraag niet voor terugdeinst zichzelf kritisch de maat te nemen. De organisatie toont zich transparant in de wijze waarop de uitkomsten van deze zelfreflectie worden vertaald in beleid. Dit wekt bij de commissie het vertrouwen dat de bijzondere kwaliteit van het koor ook in de toekomst gewaarborgd is. Zo wordt in de komende periode geïnvesteerd in het aanscherpen van de uitvoeringskwaliteit door te werken met solistengroepen van twee tot drie zangers. Daarnaast zet het koor zichzelf op scherp door te gaan werken met een aantal dirigenten die tot de wereldtop behoren binnen de symfonische muziek, zoals Edo de Waart, Hartmut Haenchen en Daniel Harding. Mede door deze voornemens verwacht de commissie dat in de komende periode nog steeds een sterke zeggingskracht van de uitvoeringen zal uitgaan. Tot slot vindt de commissie het een constructief plan dat de organisatie het oeuvre aan compositieopdrachten dat door de jaren heen is opgebouwd, op een actieve wijze gaat beheren en presenteren.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
De organisatie is eind 2015 financieel gezond, zo constateert de commissie op basis van de jaarcijfers. De wijze waarop de organisatie zich heeft ontwikkeld, na het incasseren van de gevolgen van de bezuinigingen op de meerjarige subsidies van vier jaar geleden, dwingt respect af. Ten aanzien van de eigen inkomsten formuleert het Nederlands Kamerkoor een aantal stevige ambities voor de periode 2017-2020 en vertaalt die naar cijfermatige doelstellingen.
De haalbaarheid van deze doelstellingen wordt in de aanvraag onderbouwd op basis van trends in de afgelopen jaren, maar de commissie is van mening dat de verwachte begrotingsontwikkeling niet op alle punten realistisch is. Zo heeft zij met name twijfels over de forse stijging van de publieksinkomsten en de bijdragen uit private bronnen. De onderbouwing van deze stijging vindt zij tamelijk summier en terloops geformuleerd en mede daarom niet aannemelijk. Over het algemeen vindt zij de onderbouwing van de verschillende kosten en baten te detailgericht, terwijl extremere verschillen ten opzichte van voorgaande jaren nauwelijks worden uitgelegd.
Aangezien het Nederlands Kamerkoor het aantal producties zal terugbrengen ten opzichte van het huidige beleid, ligt het voor de hand dat de voorbereidingskosten over meer uitvoeringen gespreid kunnen worden. Uit de aanvraag blijkt echter niet dat de voorbereidingskosten zullen dalen. Ook de stijging van de materiële lasten wordt volgens de commissie slechts gedeeltelijk verklaard door de toename van de concerten in het buitenland en de deelname aan projecten met een hoge exploitatie, waarnaar de aanvraag verwijst. Daarmee schiet de onderbouwing van de begrotingsontwikkeling naar de mening van de commissie tekort. Het koor gaat voor de komende periode uit van een behoorlijke spreiding van inkomstenbronnen. De commissie vindt het positief dat de organisatie ambitie toont in het verwerven van eigen inkomsten. Verder heeft de commissie er op grond van de expertise en flexibiliteit die de organisatie heeft laten zien in de afgelopen periode vertrouwen in dat een goede balans tussen ambities en risico’s gewaarborgd is.
De organisatie geeft volgens de commissie blijk van een visie op haar positie in het muzikale landschap. De commissie onderschrijft hierbij de uitstraling die van het kamerkoor uitgaat als exponent en inspirator van de koorcultuur in Nederland. De publieksbenadering die in het plan naar voren komt, vindt zij overtuigend. Het doelgroepenbeleid is een geïntegreerd onderdeel van de totale publieksvisie en de organisatie maakt aannemelijk dat zij in staat is om nieuw publiek te trekken en het bereik over de hele linie te vergroten. Er is een duidelijke samenhang tussen het artistieke beleid, de publieksvisie en de strategische inzet van middelen. Daarbij wekt het vertrouwen dat in de jaarverantwoording over 2015 al de eerste resultaten zichtbaar zijn van de aangescherpte strategie, die wordt doorgezet in de komende periode.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Zij overweegt daarbij dat het kamerkoor valt te rekenen tot de categorie van ensembles binnen de klassieke muziek. Dit is een genre dat veelvuldig voorkomt op de Nederlandse podia. De innovatieve outreach-programma’s met amateurkoren en programma’s met jonge makers vormen daarnaast een integraal onderdeel van de programmering. Ook door de samenwerkingen die aangegaan worden met makers uit andere muzikale genres, zoals Erik de Jong, Hadewych Minis en Remy van Kesteren, neemt het kamerkoor een bijzondere positie in binnen het podiumkunstenlandschap. De commissie oordeelt dat het werk van het Nederlands Kamerkoor een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit levert.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
Het Nederlands Kamerkoor is gevestigd in Utrecht, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. Verder constateert de commissie dat de instelling in de periode 2013-2015 regelmatig heeft gespeeld in Amsterdam. Het aandeel aan concerten dat in andere steden en regio's is gespeeld, is in relatie tot andere podiumkunstinstellingen groot. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding van de concerten voor ogen. De commissie vindt dat het Nederlandse Kamerkoor hiermee een redelijke bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
De commissie adviseert de bijdrage talentontwikkeling toe te kennen.
De commissie vindt het positief dat het Nederlands Kamerkoor via haar verbinding met de amateursector en jongeren met hun ouders zich stevig verankerd in de samenleving. Uit de plannen spreekt volgens de commissie een oprechte wens om de sector aan urgentie te laten winnen. Het programma ‘Zingen doe je samen!’ zorgt er volgens haar voor dat de ontwikkeling in de korensector een nieuwe impuls krijgt. De plannen voor NKK Next, waarvoor het Nederlands Kamerkoor een bijdrage aanvraagt, zijn volgens de commissie helder omschreven. De begeleiding spitst zich niet toe op alleen het zingen binnen een vocaal ensemble van topniveau, maar begeleid de zangers ook als maker. Hierin worden deze makers verantwoordelijkheden gegeven die onmisbaar zijn voor de ontwikkeling naar een zelfstandige beroepspraktijk. Gelet op de beperkte middelen adviseert de commissie niet het gehele bedrag toe te kennen, maar 112.000 euro. Hierbij heeft ook een rol gespeeld dat de commissie kritisch is over de plannen van de ‘Meesters en Gezellen’. Zij vindt dat de begeleiding in de plannen onvoldoende wordt toegelicht, waardoor dit in haar ogen kan worden aangemerkt als een onderdeel van de reguliere concertpraktijk.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van het Nederlands Kamerkoor te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
806.800
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
6
2.800
16.800
Circuit groot
70
8.500
595.000
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
112.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
798.800
Toegekend bedrag per jaar
798.800
Aangevraagd bedrag per jaar
806.800
Circuit klein/middel
16.800
Circuit groot
595.000
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
798.800
Toegekend bedrag per jaar
798.800