Operadagen Rotterdam
Inleiding
De Operadagen Rotterdam vinden jaarlijks gedurende tien dagen plaats onder artistieke verantwoordelijkheid van Guy Coolen en zakelijke leiding van Winfred Voordendag. De missie van de organisatie is om met Rotterdam als thuishaven het internationale festival te zijn dat de actualiteit en verscheidenheid van opera en muziektheater toont, geproduceerd en gevierd in meer dan honderd voorstellingen op vele stedelijke locaties, voor meer dan twintigduizend bezoekers. Hoofddoelstelling daarbij is dat Operadagen Rotterdam (ODR) nieuwe, uiteenlopende perspectieven op muziektheater en opera toont. Het festival beoogt een verbindende rol te spelen in de ontmoeting tussen toeschouwers, kunstpraktijken, culturen, professionals en amateurs. ODR zegt te kiezen voor een sterk inhoudelijk, breed georiënteerd profiel en beoogt een toonaangevende rol in te nemen in de presentatie, (co)productie en promotie van opera en muziektheater anno nu. De kernactiviteiten bestaan uit het programmeren van het jaarlijkse tiendaagse festival, voorzien van context en thematische verdieping door een randprogramma van interviews, workshops, discussies en lezingen. Ook coproduceert de organisatie nieuw werk. Daarnaast is het festival een internationale ontmoetingsplek voor debat, reflectie, uitwisseling en samenwerking tussen professionals, waarbij ODR als gastheer optreedt voor verschillende netwerkmeetings en conferenties, zoals het International Theatre Institute, Music Theatre NOW, Classical:NEXT, Opera Europa en Operatie Muziektheater.
Tijdens de Operadagen Rotterdam wordt een breed aanbod van zowel nieuw werk als klassiek repertoire in nieuwe vormen gepresenteerd. Een belangrijk accent ligt op de menselijke zangstem in al zijn verklankingen, maar de uiteindelijke maatstaf voor het festival bestaat volgens de organisatie uit drie artistieke uitgangspunten: het werk moet getuigen van artistieke en maatschappelijke relevantie, van originaliteit en van kwaliteit.
Vanaf 2017 werkt ODR vanuit het concept ‘Nieuwe Gronden’, dat een zoektocht is naar nieuwe waarden, zowel in de samenleving als in de wereld van opera en muziektheater. In elke editie krijgt die gedachte een andere uitwerking in maatschappelijk relevante vraagstukken, zoals migratie, mystiek, maakbaarheid en mythes. ODR wil daarbij geen absolute antwoorden formuleren, maar samen met makers en publiek vooral vragen stellen. De vijf programmeringslijnen die het festival iedere editie hanteert zijn: internationale hoogtepunten; belangwekkende voorstellingen van internationale allure; stadsprojecten, projecten en locatievoorstellingen in, met en over Rotterdam; ‘Herontdek de Klassiekers’: repertoire in nieuwe bewerkingen; ‘Kids & Family’: voorstellingen voor kinderen, jongeren en families; en ‘Beeld en Geluid’: avontuurlijke muziektheatrale performances en installaties.
Stichting Operadagen Rotterdam vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘groot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 250.000 euro. Daarnaast vraagt de stichting een bijdrage (co)productie van 50.000 euro aan. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 300.000 euro per jaar/editie.
Historie
Stichting Operadagen Rotterdam ontvangt in de periode 2013-2016 een structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten via de Regeling meerjarige activiteitensubsidie 2013-2016.
Het Fonds volgt de festivals die het meerjarig subsidieert door adviseurs de festivals te laten bezoeken. In de periode 2013-2016 hebben adviseurs van het Fonds de verschillende festivaledities van Operadagen Rotterdam bezocht.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
Zij is van mening dat de activiteiten van Operadagen Rotterdam voortkomen uit een kundig en weloverwogen curatorschap en een overtuigende artistieke visie. Dit uit zich volgens de commissie in een programma dat door middel van heldere thema’s een duidelijke overkoepelende samenhang heeft. Daarnaast vindt zij dat de organisatie met aansprekende routes en specifieke projecten in de afgelopen jaren een belangrijke focus heeft laten zien op het bereiken van een divers samengesteld publiek voor opera en muziektheater. Onder het motto: ‘maak het goede toegankelijk, en het toegankelijke beter’ draagt Operadagen Rotterdam in de ogen van de commissie overtuigend bij aan het creëren van meer zeggingskracht voor de betreffende disciplines. Ook is de commissie positief over de manier waarop het festival zich in de afgelopen edities heeft ontwikkeld tot een belangrijke productiepartner in Europa. De organisatie werkt met een gebalanceerde combinatie van gerenommeerde en nieuwe makers en uitvoerenden uit de opera- en muziektheaterwereld. De vakmatig gemaakte voorstellingen die in het festival worden gepresenteerd zijn volgens de commissie van hoge kwaliteit.
In de plannen voor 2017-2020 stelt de organisatie zich heldere artistieke doelen, die volgens de commissie overtuigend worden vertaalt in aansprekende programmalijnen. De commissie vindt het positief dat Operadagen Rotterdam zich nadrukkelijk focust op voorstellingen met een maatschappelijke impact. De keuzes die het festival maakt, zijn in de ogen van de commissie oorspronkelijk en er wordt nadrukkelijk gekozen voor aanbod waarin de makers inspelen op actuele maatschappelijke thema’s. Hiernaast blijkt uit de plannen dat het festival de kunstdiscipline opera op een brede manier benadert en beoogt een hoge kwaliteit in alle stromingen, genres en uitingsvormen te tonen. De aanvrager laat hiermee volgens de commissie zien dat opera en muziektheater veel meer inhouden dan de traditionele vormen, en gaat daarmee voorbij aan de vooroordelen die er bij een niet-ingewijd publiek mogelijk bestaan. De aanvrager vertaalt dat volgens de commissie passend in een zeer divers aanbod, waarmee een breed publiek wordt aangesproken.
Met ingang van 2017 werkt Operadagen Rotterdam vanuit het idee ‘Nieuwe Gronden’: een zoektocht naar nieuwe waarden, zowel in de samenleving als in de wereld van de opera en muziektheater. In elke editie werkt de aanvrager dat volgens de commissie passend uit aan de hand van maatschappelijk relevante vraagstukken en daarbij aansluitende programmalijnen. Dat het festival er daarmee nadrukkelijk niet alleen naar streeft om absolute antwoorden te geven, maar vooral beoogt bij zowel makers als het publiek vragen op te roepen, vindt de commissie aansprekend. Zij plaatst bij de vertaling van deze ambitie in de programmalijn ‘Stadsprojecten’ een klein punt van kritiek. In het plan staan een aantal concrete projecten genoemd die onder deze noemer worden opgezet, maar het ontbreekt volgens de commissie aan een overtuigende uitwerking van een aanpak waarmee de organisatie de bewoners van Rotterdam daadwerkelijk zal activeren. Op grond daarvan is zij er niet op voorhand van overtuigd dat de groepen die het festival hiermee beoogt te activeren, breder zijn dan de reeds in opera en muziektheater geïnteresseerde publieksgroepen.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten in Nederland als zeer goed.
Ze constateert dat het festival de state of the art toont op het gebied van opera en muziektheater. Het festival is een trefpunt voor nationale en internationale vakgenoten en daarmee een platform voor wederzijdse beïnvloeding. De organisatie is daarnaast ook organisator en gastheer van ‘Operatie Muziektheater’, een officiële netwerkbijeenkomst voor muziektheater, waar veel kennisuitwisseling plaatsvindt. Daarnaast neemt de organisatie deel aan verschillende relevante netwerken, zoals Classical:Next en IETM. Bovendien heeft het festival een sterke traditie opgebouwd in de begeleiding van nieuwe makers, waarbij het kiest voor verbindingen voor de lange termijn. Daarmee biedt Operadagen Rotterdam tevens ruimte om te experimenteren. Voor de ontwikkeling van makers is dit van grote waarde, volgens de commissie. Zij is bovendien van oordeel dat de bijdrage van Operadagen Rotterdam aan de ontwikkeling van de podiumkunsten het belang van het genre muziektheater ontstijgt, want deze strekt zich uit tot de podiumkunsten in brede zin.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Op grond van de aangeleverde gegevens constateert de commissie dat de Operadagen Rotterdam een gezonde financiële positie heeft. Dat de aanvrager in de afgelopen jaren een bescheiden weerstandsreserve heeft opgebouwd, vindt zij een positieve ontwikkeling en blijk geven van een realistische bedrijfsvoering. De commissie stelt daarnaast vast dat er in de afgelopen jaren sprake was van een stijgende lijn in het aandeel eigen inkomsten ten opzichte van de totale begroting. Zij vindt het wel opmerkelijk dat de organisatie verwacht dat er in de komende jaren het percentage eigen inkomsten eerder zal dalen dan stijgen. De commissie is van mening dat het festival zich op dit punt tamelijk behoudend opstelt en vindt niet overtuigend beargumenteerd waarom de organisatie hier een trendbreuk verwacht.
De commissie is van mening dat er sprake is van een inzichtelijke begroting, die goed aansluit bij de inhoudelijke ambities van het festival. Ze constateert weliswaar dat het aantal kernvoorstellingen afneemt van 135 naar 100 per editie, maar de commissie vindt dat de organisatie overtuigend toelicht waarom dit niet zal leiden tot lagere activiteitenlasten. De voorgenomen nadrukkelijkere rol als coproducent die Operadagen Rotterdam wil innemen en de ambities die de organisatie heeft om stadsprojecten in eigen beheer te produceren, maken deze verschuivingen aannemelijk.
Wat de publieksbenadering betreft, beoogt Operadagen Rotterdam om naast het opgebouwde kernpubliek een nieuw publiek voor opera en muziektheater te interesseren. Speerpunt daarbij is om met name een jongere doelgroep van 25+ te bereiken. De commissie heeft waardering voor deze ambitie en is van mening dat de organisatie in het plan een aantal elementen noemt die aan de verwezenlijking daarvan kunnen bijdragen, zoals een aangepast prijsbeleid en het aanbod van duidelijke programmeringslijnen die op de verschillende doelgroepen aansluiten. Tegelijkertijd merkt de commissie op dat de genoemde doelgroepen tamelijk breed zijn geformuleerd; ze mist een specificering en daarop aansluitende communicatiestrategie. Daarnaast neemt het gemiddelde aantal bezoekers per voorstelling tijdens de komende edities behoorlijk toe. Hoewel Operadagen Rotterdam zich lokaal in de stad heeft verankerd en middels haar stadsprojecten nadrukkelijk verbinding zoekt met de bewoners van de stad, mist de commissie een overtuigend plan van aanpak om deze ambitie waar te maken.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit van het Nederlands podiumkunstenaanbod beoordeelt de commissie als ruim voldoende.
Het festival presenteert aanbod dat voornamelijk dient te worden aangemerkt als muziektheater en opera. Muziektheater en opera worden ook veel aangeboden op andere Nederlandse festivals en podia. De eigen producties en de internationale programmering zijn echter wel onderscheidend. De aanvrager levert een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit van het landschap, maar is niet uniek.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding als neutraal.
Het festival vindt plaats in Rotterdam. In Rotterdam is een ruim aanbod aan podiumkunsten aanwezig, zowel gepresenteerd op podia als op festivals. Hierdoor levert Operadagen Rotterdam geen bijzondere bijdrage aan de spreiding.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de provincie of gemeente is zeer goed.
De afgelopen periode ontving het festival per editie ruim 230.000 euro van de gemeente Rotterdam. Voor de periode 2017-2020 ontvangt Operadagen Rotterdam naar verwachting een bijdrage van 330.000 euro van de gemeente. Hiermee is sprake van een aanzienlijke lokale bijdrage.
Bijdrage (co)productie
De commissie adviseert een bijdrage (co)productie toe te kennen.
Het festival coproduceert nieuw werk in samenwerking met drie producerende instellingen, te weten: Productiehuis Rotterdam, de Nederlandse Reisopera en Muziektheater Transparant. Operadagen Rotterdam wil daarmee ruimte bieden aan grensverleggende makers en zangers met een onderzoekende geest. De commissie is positief over de aanpak, waarin zowel nieuwe als bewezen talenten kansen krijgen om zich verder te ontwikkelen en actief in contact worden gebracht met andere, vaak buitenlandse producenten. Daarnaast brengt de aanvrager jaarlijks minstens één stadsproject uit in eigen beheer. De commissie is van mening dat deze eigen en coproducties een belangrijke factor zijn bij het groeiende succes van het festival de afgelopen jaren. Zij heeft er vertrouwen in dat het merendeel van de coproducties zal leiden tot aanbod dat niet veel op andere podia te zien is en dat de voorstellingen die hieruit voortkomen zullen bijdragen aan de pluriformiteit van het podiumkunstenlandschap.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Operadagen Rotterdam te honoreren.
Aangevraagd bedrag per editie
300.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
250.000
Bijdrage (co)productie
50.000
Totaal per editie
300.000
Toegekend bedrag per editie
300.000
Aangevraagd bedrag per editie
300.000
bedrag per editie
250.000
Bijdrage (co)productie
50.000
Totaal per editie
300.000
Toegekend bedrag per editie
300.000