Project Wildeman
Inleiding
Project Wildeman, opgericht in 2010, bestaat uit muzikanten-makers Robin Block, Sven Hamerpagt, Milan Mes en Maarten Vinkenoog en is gevestigd in Amsterdam. Het collectief wil muziektheater maken als zijnde een bezwerende ervaring. Vanuit de gedachte dat de moderne stadsmens steeds verder van zijn eigenlijke kern verwijderd raakt, heeft de stichting als missie om haar publiek tijdelijk, door middel van een begeleide groepservaring, “door de oppervlakte heen te laten breken en een directe lichamelijke connectie te laten maken met de onderliggende bestaanslaag”, aldus de aanvraag. De taal die het gezelschap inzet bij dit eigentijdse ritueel bestaat uit poëzie, muziek en beweging. In de voorstellingen willen de makers, die ook de uitvoerenden zijn, niet spelen, maar zíjn. Dat uit zich onder meer in fysieke uitputtingsslagen die zij ondergaan. Hiermee en door het gebruik van live-elektronica en virtual reality wil Wildeman dicht op de huid van het publiek zitten. In de afgelopen jaren heeft Project Wildeman diverse voorstellingen gemaakt, die getoerd hebben of op locatie werden gespeeld. Sinds 2015 heeft het gezelschap een eigen zakelijk leider aangetrokken en is het zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en productie.
In de komende periode wil Project Wildeman met zijn werk onderzoeken hoe de complexe infrastructuren waaraan de stadmens onderhevig is, weer te herleiden vallen tot de menselijke maat. Daarnaast wil Project Wildeman de afstand tussen kunst en maatschappij verkleinen en zoekt daartoe samenwerking met maatschappelijke organisaties en bedrijven, maar ook met wetenschappers of experts op het gebied van robotica, stadsecologie of privacyrecht. Voor de periode 2017-2020 heeft het gezelschap het voornemen om zijn voorstellingen in te bedden in programma’s die per jaar een ander thema hebben, onder meer ‘natuur en stad’, ‘echt en virtueel’ en ‘privacy en transparantie’. De voorstellingen die in deze kaders ontwikkeld worden, zijn gebaseerd op boeken of films waarin de utopische gedachte of de keerzijde daarvan centraal staat, zoals ‘1984’, ‘A Space Odyssey’ of ‘Brave New World’. Op het artistieke vlak wordt samenwerking gezocht met onder anderen de regisseurs Sanne van Rijn en Titus Tiel Groenestege, videospecialist Karel Klomp en beeldend kunstenaar Matthias Oostrik. Het rauwe, fysieke spel blijft ook de komende periode een belangrijk aspect van het werk van Project Wildeman. In muzikaal opzicht spelen elektronische en technomuziek een prominente rol in de voorstellingen. Ook zal er met zelfgebouwde instrumenten worden gewerkt.
In de periode 2017-2020 speelt Project Wildeman 57 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 130.000 euro.
Historie
Project Wildeman ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Project Wildeman beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘Project Wildeman’, ‘WIJ’ en ‘Woyzeck’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.
Zij is van mening dat Project Wildeman in de afgelopen periode een artistieke signatuur heeft weten te ontwikkelen die zich kenmerkt door een sterk fysieke speelstijl en een energieke aanpak, die van lef getuigt. Het uitgangspunt om de voorstellingen op te zetten als een ritueel, waarin het fysieke aspect ver wordt doorgevoerd, noemt de commissie oorspronkelijk. Zij merkt echter ook op dat de dynamische opbouw, ondanks de mooie contrasten tussen serene momenten en de lichamelijke uitputtingsslagen, soms voorspelbaar is. Door de sterke vormgerichtheid kennen de voorstellingen weinig gelaagdheid, waardoor het risico bestaat dat deze tamelijk eendimensionaal worden. Dit gaat ten koste van de thematiek of het onderliggende verhaal dat de makers willen vertellen. Ook het muzikale aspect raakt in het fysieke geweld soms ondergesneeuwd, waardoor de voorstellingen aan zeggingskracht inboeten. Een uitzondering hierop vormt de voorstelling ‘Woyzeck’, die naar de mening van de commissie zowel in theatraal als in muzikaal opzicht van grote zeggingskracht getuigt en waarin sprake is van een sterke dramaturgische lijn. De commissie heeft vertrouwen in de performance-kwaliteit van de leden van Project Wildeman.
De commissie constateert dat de plannen voor de komende periode in grote lijnen voortbouwen op het beleid dat Project Wildeman de afgelopen jaren heeft ingezet. Alle voorgenomen projecten kennen in meer of mindere mate de vorm van een ritueel, waarbij het zeer fysieke spel van de uitvoerenden het publiek mee moet nemen in een gezamenlijke beleving. De voorstellingen worden ingebed in een brede randprogrammering die een maatschappelijk geëngageerd thema hebben en waarvoor experts op de betreffende gebieden worden aangetrokken. De commissie vindt dit op zich een goed idee, maar mist een visie op de artistieke ontwikkeling van het gezelschap in bredere zin en op de samenhang van de projecten. Alhoewel voor elke voorstelling een boek of film als uitgangspunt gekozen wordt waarin de relatie tussen individu en groep of mens en techniek centraal staat, leest de commissie weinig gelaagdheid in de dramaturgische uitwerking van deze thema’s. Hierdoor komen de plannen enigszins inwisselbaar over. Daarnaast komt de muziektheatrale uitwerking van de uitgangspunten onvoldoende uit de verf. Zo acht de commissie met name de muzikale concepten mager uitgewerkt; in de beschrijving van het project ‘1984’ komt de muziek helemaal niet aan de orde. Een uitgebreidere toelichting was hier volgens de commissie op zijn plaats geweest. Ook gaat de aanvraag niet in op de publiekssetting en het gebruik van de locatie in de voorstellingen, terwijl dit juist met het oog op de “beleving” die de makers bij de toeschouwer teweeg willen brengen, van belang is. De commissie is tot slot positief over het voornemen van het gezelschap om per productie een eindregisseur te engageren en heeft vertrouwen in het vakmanschap van Sanne van Rijn en Titus Tiel Groenestege.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
Zij vindt dat er een ondernemende houding spreekt uit de plannen van Project Wildeman. Zo heeft het gezelschap een ervaren zakelijk leider aangetrokken om zelfstandig te kunnen opereren. Ook is de commissie positief over de activiteiten die in de zakelijke markt worden ontplooid, zoals het geven van workshops aan het bedrijfsleven. In de voorgaande jaren werd het gezelschap niet structureel gesubsidieerd en heeft het daardoor weinig financiële reserves weten op te bouwen. Tegelijkertijd constateert zij dat de plannen voor de komende periode tamelijk ambitieus zijn en niet in alle opzichten goed worden onderbouwd. Zo laat de begroting een aanmerkelijke groei van de totale inkomsten en uitgaven zien ten opzichte van de afgelopen periode. Alhoewel de commissie de ambitie om de personele lasten realistischer te begroten dan in de afgelopen periode logisch noemt, vindt zij de dekking van de daarmee verband houdende kostenstijging niet heel evenwichtig. Zo constateert zij dat het dekkingsplan voor een aanzienlijk deel afhankelijk is van overheidsgelden en dat er weinig op overige inkomsten wordt gerekend. Ook zijn de begrote inkomsten uit private fondsen, sponsoring en financiering uit consultancy-activiteiten beperkt. Daarnaast wordt er op hoge uitkoopsommen en publieksinkomsten gerekend, terwijl dit volgens de commissie onvoldoende wordt gestaafd door prestaties uit het verleden. Zo wil Project Wildeman zich behalve op festivals, waar het gezelschap naar eigen zeggen over een goed netwerk beschikt, ook profileren in het theatercircuit. Aangezien er in dit circuit echter nog niet echt naamsbekendheid is opgebouwd en er bovendien in 2015 weinig gespeeld is, is de commissie er niet op voorhand van overtuigd dat de gemiddelde geraamde publieksinkomsten realistisch zijn. In dit kader had de commissie graag een heldere toelichting gelezen op de voorgenomen hernemingen. Zo vermeldt het plan niet om welk speelcircuit of om hoeveel speelbeurten het gaat. Zij acht dit essentieel, omdat het verdienvermogen van hernemingen doorgaans hoger ligt dan voor eerste series voorstellingen. De commissie constateert dat de aanvrager nauwelijks reflecteert op bovengenoemde risico’s en dat er geen strategie wordt beschreven bij (financiële) tegenvallers.
Project Wildeman heeft zich als muziektheatergezelschap dat “totaalprogramma’s” wil maken met een sterk fysieke component een eigen plek weten te verwerven, met name in het festivalcircuit. De aanvrager lijkt een tamelijk goed beeld van de eigen positionering te hebben. Hoewel de beoogde publieksgroepen in de aanvraag naar de mening van de commissie tamelijk algemeen omschreven zijn, constateert zij dat er in de marketingplannen wordt gestreefd naar een goede match van kanalen, middelen en doelgroepen. Daarbij noemt de commissie het positief dat Project Wildeman, door aansluiting te zoeken bij andersoortige instellingen, nieuw publiek wil bereiken. Ook het opzetten van een publieksonderzoek en het organiseren van ‘Das Experiment’ zijn activiteiten die volgens de commissie kunnen bijdragen aan het vergroten van het publieksbereik. Zij is wel kritisch over het feit dat de ambitie met betrekking tot het publieksbereik niet terug is te zien in de cijfermatige onderbouwing; in totaal liggen de gemiddelde geraamde bezoekerscijfers namelijk lager dan die in 2013 en 2014.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Zij rekent het werk van Project Wildeman tot het kleinschalig muziektheater met nieuwe muziek. Dit aanbod is niet ruim vertegenwoordigd op de Nederlandse podia en festivals. De voorstellingen van het gezelschap worden gekenmerkt door een sterk fysieke speelstijl, gecombineerd met een mix van beeld- en geluidtechnologie. Dat maakte het aanbod dat Project Wildeman maakt volgens de commissie onderscheidend, maar niet uniek binnen het podiumkunstenlandschap. Project Wildeman levert hiermee een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit van de podiumkunsten.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als voldoende.
Project Wildeman is gevestigd in Amsterdam, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. In de periode 2013-2015 heeft het gezelschap daarnaast een substantieel aandeel van zijn voorstellingen in andere steden en regio’s gespeeld. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding van de voorstellingen voor ogen. Daarmee draagt Project Wildeman in beperkte mate bij aan de geografische spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Project Wildeman te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per jaar
130.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
22
2.500
55.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
130.000
Toegekend bedrag per jaar
130.000
Aangevraagd bedrag per jaar
130.000
Circuit klein/middel
55.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
130.000
Toegekend bedrag per jaar
130.000
** Alsnog toegekend in 2017