SoAP
Inleiding
SoAP is het Sociaal & Artistiek Platform opgericht door Benoît Vanraes en José Schuringa. Het is een productieplatform in het culturele veld, opererend vanuit Maastricht maar nationaal en internationaal actief. SoAP produceert beeldend objecttheater dat in vorm varieert van live art tot beeldende performances en theatrale installaties. SoAP werkt met makers die zoeken naar een nieuwe theater- en beeldtaal met hoge artistieke waarde en een maatschappelijke impact. Het platform kiest bewust voor kunstenaars die de comfortabele theaterzaal of de black box achter zich willen laten en hun werk presenteren in de openbare ruimte. Een generatie van makers die maatschappelijk engagement combineert met nieuwe manieren om verhalen te vertellen. SoAP signaleert een behoefte aan professionele begeleiding bij makers die breken met de artistieke conventies en kiezen voor het experiment. SoAP begeleidt deze makers op zakelijk en productioneel vlak, fungeert als klankbord en verbindt hen met andere makers en speelplekken. In vier jaar tijd heeft SoAP op basis van projectsubsidies en trajecten met nieuwe makers een organisatie opgebouwd. Voor het platform is het nu tijd voor een structurele werking, waarin ze continuïteit van expertise, werkzaamheden, kennis en kwaliteit kan waarborgen. SoAP zet in op meerjarige trajecten met makers en een vast team van artistieke coaches, waarbij naast het realiseren van projecten ook de duurzame ontwikkeling van de carrière van de individuele maker centraal staat. Zeven makers werden door SoAP geselecteerd op basis van ten eerste de positie van het publiek als betrokken speler in het maken en beleven. Ten tweede de rol van de sensorische ervaring en de artistieke kwaliteit van de beeldtaal en ten derde het werk als mediator voor dialoog in het maakproces en de presentatie. Dit heeft geleid tot de volgende selectie: TAAT, Nick Steur, Sjaron Minailo, Benjamin Vandewalle, Johannes Bellinx, Erik van de Wijdeven en Rita Hoofwijk. TAAT (Theatre as Architecture Architecture as Theatre) bestaat uit Breg Horemans en Gert-Jan Stam. Dit collectief onderzoekt middels architecturale installaties de performatieve kracht van architectuur. Vier projecten staan op het programma: ‘Khor II’, ‘HALL33’, ‘PlayGround’ en ‘Oeidipus’. Theatermaker Nick Steur gaat drie projecten en een showreal realiseren die zich bewegen op het snijvlak van performance en beeldende kunst: ‘Outdoor Input’, ‘A piece of 2’, ‘A piece of tape’ en een showreal van verschillende installaties in musea en stadsparken. Johannes Bellinkx studeerde in 2013 af aan de mime-opleiding in Amsterdam. Hij maakt beeldend werk dat zich op het grensvlak van theater, beeldende kunst en film beweegt: ‘Reverse’ wordt een fysieke ervaring op (theater)festivals en ‘Determined’ is een coproductie met Feikes Huis. Sjaron Minailo is gespecialiseerd in operacreaties buiten de conventies en reguliere zalen van opera en theater en zal ‘VALIS’ gaan maken. Benjamin Vandewalle is choreograaf, theatermaker en performer en zal werken aan de projecten ‘Stadschoreograaf’ en ‘Hear’, waarin hij zich van de blackbox naar de straat wil ontwikkelen. Erik van de Wijdeven is vormgever en wil zich toeleggen op zijn ontwikkeling als performer met de projecten ‘Oracle’ en ‘Isolation’. Rita Hoofwijk ten slotte werkt vanuit grote belangstelling voor de ontmoeting tussen publiek en performer en tussen toeschouwers onderling en zal drie projecten realiseren: ‘De lichte kamer’, ‘Pleased to meet you’ en ‘Memory Palace’.
In de periode 2017-2020 realiseert SoAP 238 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 325.000 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 65.000 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 390.000 euro.
Historie
SoAP ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door SoAP beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘A Piece of time’, ‘Exhibit’, ‘Borderline’ en ‘KHOR II’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
De projecten die in de afgelopen jaren door diverse makers onder de paraplu van SoAP zijn gemaakt, spreken tot de verbeelding, omdat ze nieuwe perspectieven bieden op podiumkunst. De missie van dit productieplatform is breed, maar biedt voldoende houvast voor een herkenbare overkoepelende signatuur: het in de publieke ruimte creëren van ervaringsgerichte beeldtaal in samenwerking met het publiek. De commissie vindt ‘Khor II’ van TAAT een boeiend architecturaal project, waarin de bezoeker zelf naar betekenis op zoek kan gaan. Het project brengt op een spannende manier een groepsdynamiek in beeld, doordat het publiek de installatie zelf mee opbouwt. Ook ‘HALL’, van dezelfde makers, levert een spannende interactie op tussen de bezoeker en de verschillende ruimtes die men betreedt, alsook tussen de bezoekers onderling. De commissie vindt deze nieuwe vormen van theatrale installaties in samenwerking met makers uit de architectuur intrigerende ontwikkelingen binnen de podiumkunsten, maar plaatst wel een kanttekening bij de afhankelijkheid van de inzet van het publiek bij de genoemde projecten. Indien hier weinig of onvoldoende sprake van is en/of de regie niet strak genoeg is, blijft de zeggingskracht in haar ogen beperkt. Bij het werk van Nick Steur is de zeggingskracht overtuigender, omdat hij zoals in ‘A piece of time’ de ervaring van het publiek werkelijk regisseert en het publiek nadrukkelijk tot onmisbaar onderdeel van de ervaring maakt. Ook het werk van Johannes Bellinkx vindt de commissie interessant en uitstekend passend bij SoAP. Dit geldt ook voor Rita Hoofwijk: in haar werk onderzoekt zij de ontmoeting, de tijdelijke relatie tussen performer en publiek, waarbij de ervaring gezamenlijk wordt beleefd. De keuze voor Sjaron Minailo vindt de commissie door zijn achtergrond als operaregisseur minder voor de hand liggen. Hij wil zich echter ontwikkelen in de richting van belevingsgerichte beeldtaal in museale of publieke ruimtes, wat wel goed aansluit op de signatuur van SoAP. De commissie vindt de gepresenteerde bundeling van makers en hun missie interessant. Ze breken met conventies, stellen vragen over het nut en de reikwijdte van podiumkunst en confronteren het publiek daar ook mee. De commissie vindt dit spannende uitgangspunten.
De gepresenteerde plannen van de makers voor de komende jaren zijn, hoewel in veel gevallen nog vrij abstract beschreven, oorspronkelijk en passend bij de artistieke signatuur van SoAP. Ze bevatten de ontwikkelingswensen van de makers en korte aanzetten tot projectbeschrijvingen. De commissie heeft vertrouwen in het artistieke vakmanschap van SoAP om het niveau van de diverse makers hoog te houden en de onderlinge inspiratie te stimuleren. In het geheel van de projecten spreekt haar vooral het sociale aspect aan: het verbinden van publieksgroepen onderling en met de makers en hun werk. Of het nou het gezamenlijk maken is of het gezamenlijk ondergaan van de ervaring, het brengt de traditionele functie van theater opnieuw aan het licht, op een verfrissende, hedendaagse manier, met moderne middelen en eigentijdse community-vorming. Hierbij worden technieken en materialen ingezet die vooral buiten de podiumkunsten gangbaar zijn, zoals in de beeldende kunst, architectuur en wetenschap. Hierdoor ontstaat een interessante combinatie van de functie van theater – het bij elkaar brengen van mensen en hen een gezamenlijke ervaring laten ondergaan - met middelen van buiten het theater, eventueel vermengd met theatrale genres zoals opera of dans. Hiermee rekt SoAp de grenzen van het theater behoorlijk op. Dit vindt de commissie spannend en belangwekkend voor de ontwikkeling van de podiumkunsten. De commissie plaatst ook hier een kanttekening bij de zeggingskracht van de voorstellingen. De plannen voor de komende periode betreffen allemaal experimentele projecten. Ook is bij de toekomstige producties wederom sprake van een grote afhankelijkheid van de inzet en het gedrag van publiek. Dit brengt naar de mening van de commissie risico’s mee voor de zeggingskracht. Zij had een reflectie op deze risico’s op zijn plaats gevonden.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Zij heeft veel vertrouwen in het vakmanschap van SoAP met betrekking tot het op productioneel niveau faciliteren en begeleiden van de projecten van de diverse makers. Hiermee hebben Benoît Vanraes en José Schuringa ruime ervaring. De financiële situatie van SoAP behoeft aandacht; zowel de liquiditeit als de solvabiliteit is voor verbetering vatbaar. Er is maar een beperkt eigen vermogen om eventuele financiële tegenvallers mee op te vangen of om risicovolle projecten mee aan te gaan. In het licht van de ambities voor de komende jaren vindt de commissie dit een risico. Het aantal projecten stijgt substantieel, de organisatie groeit en de begroting stijgt navenant mee. Deze groei is al ingezet in de afgelopen jaren en zet zich nu stevig door voor 2017-2020. De commissie vindt dat SoAP efficiënt werkt, door de bundeling van kosten van onder meer transport, verzekeringen en opslagruimte. Opmerkelijk is wel de forse stijging van de beheerlasten die in de ogen van de commissie matig wordt onderbouwd. De financieringsmix vertoont echter een stevig aandeel eigen inkomsten, vergelijkbaar met dat uit eerdere jaren. Dit bestaat voor een belangrijk deel uit coproductiebijdragen, maar de publieksinkomsten moeten ook flink gaan stijgen. SoAP verwacht tevens veel inkomsten uit private middelen, zonder die verwachting overtuigend te onderbouwen. Verder constateert de commissie dat een flink deel van de begroting zal moeten worden bekostigd uit publieke middelen. SoAP heeft eerder geen structurele subsidies ontvangen van het Fonds Podiumkunsten, gemeente of provincie, maar begroot deze voor 2017-2020 wel. Daarmee bevat de begroting meerdere onzekere factoren. De commissie had graag een reflectie op dit punt gezien.
Ten aanzien van de publieksbenadering is de commissie positief. SoAP geeft in de aanvraag blijk van kennis van passende doelgroepen. Goede leidraden voor de publieksbenadering vormen daarbij waarden als: creativiteit, sociale gelijkheid, duurzaamheid, individualiteit en ambacht, open voor vernieuwing en verandering, ervaringsgericht en interesse in kunst en cultuur. Lokaal is SoAp inmiddels stevig ingebed in Limburg, zowel bij medemakers in AINSI en de opleidingen als bij de plaatselijke podia zoals het LMBG Festival en Cultura Nova. De landelijke en Vlaamse afzetmarkten zijn Oerol, SPRING, Theater aan ZEE en Theater op de Markt. Internationaal gezien heeft SoAP interessante samenwerkingspartners met het oog op afzet van haar producties en het bereik van een breed publiek. De commissie vindt dat SoAP goed zicht heeft op en in contact staat met diverse geschikte partijen voor de verkoop en programmering van zijn werk. Tot nu toe was de marketing altijd gericht op de losse projecten, via de speelplek. Vanaf 2017 wil SoAP een communicatiemedewerker aanstellen om de publieksbenadering te verfijnen en directer met het publiek te communiceren. Dit acht de commissie een adequate en noodzakelijke stap om de groei in activiteiten aan te kunnen. Het plan beschrijft de communicatiekanalen, de publieksinteractie en de communicatiepartners, waarbij de artistieke makers al in het creatieproces worden gestimuleerd om met het publiek rekening te houden, met hen in dialoog te gaan en hen betrokken te laten voelen bij hun project (ownership). Dit laatste is volgens de commissie een essentieel onderdeel in de publieksbenadering bij SoAP.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als zeer goed.
Zij rekent het totaal van de projecten tot het genre beeldend objecttheater. Hiervan is het aanbod op de Nederlandse podia beperkt. Verder is het werk van SoAP naar de mening van de commissie onderscheidend te noemen vanwege de unieke combinatie van ervaringstheater en architectuur, beeldende kunst en wetenschap, allemaal met een sociaal-artistieke component en gepresenteerd op onconventionele locaties. Zij vindt dat het werk van SoAP daarmee een zeer belangrijke bijdrage levert aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als ruim voldoende.
SoAP is gevestigd in Maastricht. De commissie stelt vast dat in Maastricht en omgeving het podiumkunstenaanbod in vergelijking met steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag minder groot is. Tegelijk merkt de commissie op dat in Maastricht, anders dan in bepaalde andere regio’s, vergelijkbaar aanbod niet geheel ontbreekt. De stad kent een goede culturele infrastructuur op het gebied van podiumkunsten. Verder constateert de commissie dat de projecten die bij SoAP zijn ontwikkeld in de periode 2013-2015 slechts in beperkte mate gespreid door het land zijn vertoond. Uit de plannen voor 2017-2020 blijkt echter dat er een substantieel aandeel voorstellingen buiten Amsterdam zal worden gespeeld. De commissie heeft er op basis van het plan vertrouwen in dat de ambities op dit vlak zullen worden gerealiseerd. Hiermee levert SoAP een redelijke bijdrage aan de geografische spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
De commissie adviseert de bijdrage talentontwikkeling niet toe te kennen.
SoAP maakt van collectieve groei en kruisbestuiving een structureel onderdeel van de activiteiten in uiteenlopende vormen. Specifiek noemt de aanvraag Erik van de Wijdeven en Rita Hoofwijk als makers die ondersteuning krijgen om hun eigen artistieke stem te definiëren en te profileren, gedurende vier jaar. De commissie constateert dat bij SoAP het geheel van activiteiten is gericht op talentontwikkeling van de gekozen makers en dat talentontwikkeling derhalve behoort tot de reguliere activiteiten. De bijdrage wordt wel specifiek aangevraagd voor de jongste makers van de groep, maar waaruit die begeleiding precies bestaat, is uit de aanvraag niet goed op te maken. Evenmin wordt duidelijk of de bijdrage ook wordt besteed aan het gehele programma van De Verdieping.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van SoAP te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
390.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
100
2.500
250.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
325.000
Toegekend bedrag per jaar
325.000
Aangevraagd bedrag per jaar
390.000
Circuit klein/middel
250.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
325.000
Toegekend bedrag per jaar
325.000