Theater het Amsterdamse Bos
Inleiding
Het Amsterdamse Bostheater is een toneelgezelschap met een eigen amfitheater in het Amsterdamse Bos, waarvan Ingejan Ligthart Schenk de algemeen directeur is. Zakelijk leider is Gwen Bakker. Het is de belangrijkste ambitie van het Bostheater om bevlogen, hedendaagse voorstellingen te maken voor een groot publiek. De komende jaren wil het gezelschap de ambitie doorzetten om het Amsterdamse Bostheater intensiever te gebruiken als unieke plek voor laagdrempelig, artistiek inhoudelijk theater. Daartoe wordt de locatie meer dan voorheen gedeeld met geestverwante groepen, niet alleen als podiumfaciliteit, maar ook voor artistiek-inhoudelijke samenwerking. Het Amsterdamse Bostheater wil optimaal gebruikmaken van de aard van de locatie: een theater zonder dak vraagt om grote beelden en grote gedachtes. Fysiek buiten zijn maakt energiek en alert. Tegelijkertijd straalt de natuurlijke omgeving rust uit en wordt op een vanzelfsprekende manier de tijd even stilgezet. Het Bostheater speelt de verhalen van vroeger en nu, vaak gebaseerd op de canon van het toneelrepertoire, dat wordt bewerkt om tot een actuele essentie en urgentie te komen. In de voorstellingen wordt bij voorkeur gespeeld in een groteske speelstijl en vindt een vermenging plaats van verschillende disciplines.
Deze uitgangspunten krijgen vorm in een serie plannen voor producties die vrijwel allemaal door Ingejan Ligthart Schenk worden geregisseerd. In 2017 wordt in coproductie met muziektheatergezelschap Orkater 'Candide' gemaakt naar Voltaires gelijknamige roman. Het toneelstuk gaat over de vraag hoe het leven vol te omarmen, met al onze liefde en ons hele denkvermogen, zonder de ogen te sluiten voor de wreedheden die eigen zijn aan deze wereld. Het wordt een raamvertelling, waarin de rampen die de personages overkomen in het verhaal parallel lopen met de moeilijkheden die de acteurs en muzikanten tegenkomen tijdens de opvoering ervan. In coproductie met het Noord Nederlands Toneel wordt in 2018 'De Meeuw' van Tsjechov gemaakt. In de interpretatie van de makers worden de personages uit het klassieke stuk opgevoerd als een panopticum van archetypes, in een uitvergrote speelstijl waarin schaamteloosheid en gespeeld narcisme de normen zijn. De uitbundigheid gaat geleidelijk over in een met minutieuze precisie gespeelde desillusie. In 2019 staat een coproductie met De Warme Winkel op het programma getiteld 'De Drie Musketiers'. Het wordt een multimediaal kostuumdrama met echte paarden, waarbij de centrale vraag luidt: 'Wie zijn die allen, als we roepen: "Eén voor allen, allen voor één!"?' Voor het voorjaar 2019 staat ook 'De loop der dingen' gepland: een processie van circa duizend mensen van het Amsterdamse Bos via de Zuid-as naar het Museumplein, en daarmee van de natuur via de moderne economie naar de geschiedenis. Naast het produceren van voornoemde producties richt het Bostheater zich op talentontwikkeling. Onder de titel ‘Boslab’ worden nieuwe makers uitgenodigd om plannen in te dienen voor korte producties of etudes op locatie. Voor 'Jonge theatermakers te gast in het bos' wordt het 'Kleine Podium' van het Bostheater beschikbaar gesteld voor kindervoorstellingen en voor korte voorstellingen van jonge makers en theaterschoolstudenten, als toegift bij het hoofdprogramma.
In de periode 2017-2020 speelt het Amsterdamse Bostheater 117 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 75.000 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 8.496 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 83.496 euro.
Historie
Theater het Amsterdamse Bos ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Het Amsterdamse Bostheater heeft beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen 'Cyrano', 'Much Ado About Nothing', 'Largo' en 'Vliegangst'.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
Het Amsterdamse Bostheater is al jaren een begrip als een unieke plek voor grootschalige locatievoorstellingen voor een breed publiek uit Amsterdam en de regio. Met de komst van algemeen directeur en artistiek leider Ingejan Ligthart Schenk is de organisatie in de ogen van de commissie goed op weg om het gezelschap en de locatie een nieuw elan te geven, vanuit de missie om brutaal, artistiek inhoudelijk theater te maken voor een groot publiek. Vanuit dat uitgangspunt heeft het Bostheater de afgelopen jaren naar de mening van de commissie aansprekende stukken gekozen die op een tragikomische manier herkenning oproepen bij veel verschillende mensen. ‘Much Ado About Nothing’ is een voorbeeld van een groots opgezette muzikale belevenis in het bos, waarbij een vakkundige cast wordt ingezet. De muziek is in deze productie oorspronkelijk en levert in de ogen van de commissie een doorslaggevende bijdrage aan kwaliteit van het geheel. De commissie maakt ook een kritische kanttekening bij deze en andere producties: de combinatie van spelen op een dergelijk grote locatie in de openlucht en het uitvergrote spel dat daarbij wordt ingezet, doet soms afbreuk aan de zeggingskracht. Doordat het spelen in het bos hard werken is, kunnen de acteurs weinig gelaagdheid in hun spel aanbrengen, waardoor die beperkt blijft tot de directe betekenis van de tekst.
In de plannen voor de komende jaren zet het Amsterdamse Bostheater de lijn van de grootschalige producties nadrukkelijk voort. De commissie is positief over de samenwerkingen met onder meer De Warme Winkel en Orkater. Deze geven de commissie het vertrouwen dat de producties met veel expertise en vakmanschap gerealiseerd gaan worden. De gekozen stukken zijn ook aansprekend en bieden goede mogelijkheden om een groot en breed publiek een enerverende theateravond te bezorgen. De teksten passen in de traditie en signatuur van het gezelschap en zijn goed gekozen met het oog op de serieuze inhoud die het gezelschap ook wil meegeven. Voor met name ‘Candide’ en ‘De Meeuw’ benoemt het Bostheater de actuele urgentie van het verhaal helder in de aanvraag, maar het gezelschap werkt die niet uit in een (vorm)concept voor de voorstelling. Hoewel de uitgangspunten dus nieuwsgierig maken, is voor de commissie niet vanzelfsprekend dat deze betekenislagen zichtbaar of voelbaar gemaakt zullen worden in de voorstellingen, mede gezien de resultaten uit het verleden en de omstandigheden op de locatie. De commissie is om die reden niet geheel overtuigd van de zeggingskracht van de beoogde producties. De commissie is positief over de oorspronkelijkheid en de artistieke uitdaging die spreekt uit de geplande productie ‘De loop der dingen’. Dit grootschalige project wijkt in aard en werkwijze duidelijk af van de andere producties. Frances Sanders tekent hierbij voor de eindregie. Bijzonder aan het project is niet alleen de vorm, maar ook de deelname van duizend mensen uit verschillende sectoren van de samenleving. Kritische kanttekeningen plaatst de commissie wel bij de summiere uitwerking van het omvangrijke plan. Het doel van de processie is niet omschreven en ook de uitgangspunten voor de verschillende scènes zijn nog zo mager dat de commissie niet goed kan beoordelen wat de zeggingskracht van deze productie zal zijn.
Tot slot is de commissie positief over de plannen voor de Boslabactiviteiten en het recent gestarte ‘Within this Wooden O’. De commissie onderschrijft het nut van het Boslab als een plek waar jonge makers kunnen experimenteren met (grootschalig) locatietheater en vindt het positief dat de organisatie daar in haar plannen veel aandacht aan besteedt.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
De financiële positie van het Amsterdamse Bostheater is eind 2015 op orde, wat de commissie gelet op de onzekerheid van het spelen in de openlucht een goede prestatie vindt. Daarmee kan het gezelschap een tegenvaller opvangen. In de aanvraag geeft het Amsterdamse Bostheater bovendien aan, dat het een risicoreserve (verder) wil opbouwen door het gemiddelde aantal bezoekers voorzichtig in te schatten, zodat het bij een goede zomer een buffer kan opbouwen voor een slechte zomer. In hoeverre deze aanpak effectief zal zijn, is voor de commissie moeilijk te beoordelen, omdat de aanvrager geen concrete doelstelling benoemt. De commissie vindt daarbij dat het Bostheater wel erg veel laat afhangen van de weersomstandigheden. Met een doordachte voorstellingsplanning en met bijvoorbeeld de mogelijkheid om voorstellingsdata te verschuiven (inclusief een manier om het publiek snel te informeren), kunnen ook bij slechte weersomstandigheden goede publieksinkomsten worden gerealiseerd.
In de komende jaren zet het Amsterdamse Bostheater in op een aanzienlijke stijging van de publieksinkomsten ten opzichte van de afgelopen jaren. De onderbouwing van die stijging is echter niet volledig uit de aanvraag te verklaren. De toename van het aantal voorstellingen kan een verhoging van de publieksinkomsten tot gevolg hebben, maar de vermeerdering van activiteiten bestaat voor een belangrijk deel uit de zogenoemde ‘presenterende voorstellingen en concerten’, waarvan het gezelschap de publieksinkomsten niet heeft gespecificeerd. Evenmin heeft het inzichtelijk gemaakt wat de concrete afspraken met de betreffende gastprogrammeurs zijn. Vooral in het licht van de voorzichtige raming van het aantal bezoekers van de hoofdvoorstelling is de begrote stijging van de publieksinkomsten niet goed inzichtelijk en daarmee niet overtuigend onderbouwd, vindt de commissie. Zij ziet hierin een risico, aangezien de stijging van de publieksinkomsten een dragend element van de begroting is. Een positieve ontwikkeling met betrekking tot de eigen inkomsten is de samenwerking met andere gezelschappen, wat een flinke coproductiebijdrage oplevert. De zoektocht naar een tweede hoofdsponsor beoordeelt de commissie eveneens als positief, hoewel de verwachte financiële bijdrage daarvan bescheiden is ten opzichte van de totale begroting en de bijdrage van de huidige sponsor. Ook heeft de commissie waardering voor de inzet op bijdragen van particuliere fondsen voor het theateratelier ‘Within this Wooden O’. De financiële basis is daarvoor inmiddels gelegd. De begrote stijging van de inkomsten van private fondsen voor de komende jaren is op basis van de aanvraag echter niet volledig overtuigend. Tegenover stijgingen van verschillende eigen inkomstenposten staat de daling van zowel de indirecte inkomsten als de bijdragen van particuliere fondsen, zonder dat dit helder wordt toegelicht in de aanvraag. Hierdoor stijgt bovendien de mate waarin de organisatie leunt op de publieksinkomsten.
Het Bostheater geeft een heldere beschrijving van de samenstelling van zijn publiek. Naast het bestaande publiek is sprake van zeven nieuwe, potentiële publieksgroepen. De middelen op het gebied van marketing en communicatie die het Bostheater wil inzetten om deze groepen te bereiken, zijn in de ogen van de commissie echter nog te algemeen beschreven. Het uitgangspunt om in de communicatie het merk Bostheater meer naar voren te brengen, is op zich een heldere keuze. In het totaal van de activiteiten die onder de vlag van het Bostheater worden geprogrammeerd en geproduceerd, is het volgens de commissie echter bijna onvermijdelijk dat de zogenoemde hoofdvoorstelling minder aandacht gaat krijgen. Dat beeld wordt versterkt doordat het Bostheater weinig inzicht geeft in de manier waarop en de kanalen waarlangs het de verschillende doelgroepen verwacht te bereiken. De commissie ziet hier een risico, waar het gaat om de vraag of het Bostheater erin zal slagen voldoende publiek te bereiken voor de hoofdvoorstelling.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
Het werk van het Amsterdamse Bostheater rekent de commissie tot het teksttheater. Aan teksttheater bestaat reeds een ruim aanbod in Nederland, zowel in het gesubsidieerde als vrije circuit. Het Amsterdamse Bos speelt de producties in de openlucht, maar de voorstellingen verhouden zich te weinig specifiek tot de locatie om als locatietheater te worden aangemerkt. Aangezien er meer groepen zijn die teksttheater spelen en het aanbod van het Bostheater overlapt met dat aanbod, levert de groep geen bijzondere bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als neutraal.
Het Amsterdamse Bostheater ligt in Amsterdam, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. In de periode 2013-2015 heeft de aanvrager zijn activiteiten ook hoofdzakelijk gerealiseerd in Amsterdam. Het aantal voorstellingen dat in andere steden en regio’s is gespeeld, is in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen laag. In de komende periode staat de aanvrager een vergelijkbare spreiding voor ogen, waardoor het gezelschap geen bijzondere bijdrage aan de geografische spreiding levert.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van het Amsterdamse Bostheater niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
83.496
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
83.496
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0