Theatercollectief Schwalbe
Inleiding
Schwalbe is een theatercollectief dat bestaat uit zeven spelers en makers: Christina Flick, Melih Gençboyaci, Marie Groothof, Floor van
Leeuwen, Kimmy Ligtvoet, Ariadna Rubio Lleó en Daan Simons. Het werk is fysiek van aard: iedere voorstelling vertrekt vanuit het lichaam. Als mime- en performancegroep willen de makers zich onderscheiden door een gerichte, zorgvuldige en aanhoudende focus op het ogenschijnlijk kleine of zelfs onzichtbare. Door zo intensief aandacht te geven aan wat vanzelfsprekend lijkt, door dit bloot te leggen, ontstaat een grootsheid in beelden die niet meer in verhouding staat tot wat werd onderzocht. Het live-aspect van de handeling wordt met vereende krachten – door spelers en soms ook medewerkers en publiek - gevangen in een theatrale setting. De voorstellingen van Schwalbe laten een fascinatie zien voor de mens in zijn meest basale vorm, ontdaan van alle opsmuk. De groep vraagt zich af wie we zijn wanneer beschavingsvormen, culturele codes en psychologische kaders wegvallen. In de voorstellingen gaat Schwalbe op zoek naar nieuwe kaders en naar een andere kant van de mens. Zowel het medium theater als de mens wordt afgepeld zoals je een ui ontdoet van zijn lagen. In dit proces wordt de toeschouwer deelnemer.
Het werk van Schwalbe wordt de komende vier jaar gemaakt vanuit vier perspectieven, tevens titels van producties: ‘Onderzoek’, ‘Samenwerking en tussenwerk’, ‘Museum’ en ‘Collectief/collectieven’. Deze perspectieven zijn met elkaar verbonden en lopen door elkaar heen.
In 'Onderzoek' (2017) willen de makers de gedachtestromen in het onderzoeken zichtbaar maken. Omdat echt onderzoek geen vooropgestelde uitkomst kent, is er nog geen beeld van wat de vorm daarvan zal zijn. De voor publiek normaal gesproken onzichtbare uren die worden besteed aan het bedenken en maken van een performance worden tot het product zelf. In 'Samenwerkingen' (2018) wil Schwalbe nieuwe samenwerkingen aangaan en bestaande samenwerkingen uit- en verdiepen. Nieuwe samenwerkingen met ‘on-vanzelfsprekenden’, de ‘on-zichtbaren’, waarmee Schwalbe doelt op mensen die meewerken aan een voorstelling maar normaal gesproken voor publiek onzichtbaar blijven, zoals kassamedewerkers, barpersoneel, technici etc. In 2018 gaat Schwalbe samen met Wunderbaum ook werken aan een project op Station Rotterdam Centraal. In 'Museum’ (2019) wordt het werk van Schwalbe in een nieuwe constellatie geplaatst: om toeschouwers de vrijheid te geven te komen wanneer zij willen en om een eigen kijkgeschiedenis met de groep op te bouwen, wordt het werk van Schwalbe gepresenteerd als installatie. Doel is te spelen met kijkgedrag. 'Collectief/Collectieven' (2020) is een collectievenfestival, opgezet in samenwerking met de Rotterdamse Schouwburg en het Kaaitheater, dat zal plaatsvinden in Amsterdam, Rotterdam, Brussel en Berlijn. Het gaat er in dit festival om een alternatieve denkruimte te creëren: een speelruimte in plaats van een programmering die in samenwerking met andere collectieven ontstaat. Verder organiseert Schwalbe per jaar acht 'vloerwerken', twee openbare onderzoekpresentaties, exposities ('Ode aan de sokkel'), online performances en vier 'Urban Actions'.
In de periode 2017-2020 speelt Theatercollectief Schwalbe 44 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro.
Historie
Stichting Theatercollectief Schwalbe ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Schwalbe beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘Schwalbe speelt Op eigen Kracht’, ‘Schwalbe speelt Vals’ en ‘Schwalbe speelt Massa’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als goed.
Theatercollectief Schwalbe is in de ogen van de commissie een intrigerende groep, die een heel eigen fysieke theatertaal ontwikkelt. De voorstellingen kenmerken zich door eenvoud en zuiverheid. Een ogenschijnlijk minimale handeling (lopen, fietsen, springen, bouwen) maakt de groep tot uitgangspunt van een productie. Schwalbe zoekt daarbij naar de grenzen van het theater. Deze uitgangspunten vindt de commissie oorspronkelijk. Zij vormen de basis van een eigen signatuur die Schwalbe in de afgelopen jaren heeft weten op te bouwen. Schwalbe durft risico’s te nemen met concepten die op het eerste gezicht niet geschikt lijken om een avondvullende voorstelling mee vorm te geven. In ‘Schwalbe zoekt massa’ worden rondjes gelopen met een grote groep deelnemers en in ‘Schwalbe neemt de tijd’ worden een nacht lang decors op- en afgebouwd. De commissie is positief over het vakmanschap van het collectief om van deze eenvoudige concepten theatervoorstellingen te maken die mensen emotioneel kunnen raken. Daarbij vindt de commissie dat de groepsleden bijzonder goed op elkaar zijn ingespeeld. Bovendien vraagt het collectief vaak aan het publiek om te participeren in de voorstellingen. Schwalbe beheerst de kunst om in de voorstellingen op een uitzonderlijke wijze met het publiek om te gaan. Dat maakt de voorstellingen tot ervaringen, belevenissen, met grote zeggingskracht. De voorstellingen hebben volgens de commissie een laagdrempelig karakter; de publieksparticipatie is niet alleen geschikt voor ingewijde liefhebbers, maar is juist breed toegankelijk.
In de plannen voor de komende jaren ligt sterk de nadruk op de achterliggende artistieke gedachten van de groep. De commissie vindt de procesbeschrijving helder en passend binnen de context van de historie van de groep. Zij vindt de uitgangspunten en motieven daarachter intrigerend: ze zijn een verdiepende stap na de eerdere concepten. De ideeën passen ook goed binnen de typische Schwalbesignatuur. Schwalbe wil zichzelf de komende jaren verder op de kaart zetten als oorspronkelijke en markante theatergroep. De vier perspectieven ‘Onderzoek’, ‘Samenwerking en tussenwerk’, ‘Museum’ en ‘Collectief/collectieven’ staan op het oog geheel los van elkaar, maar in het licht van het werk van Schwalbe vindt de commissie deze perspectieven getuigen van inventiviteit. In de aanvraag weet Schwalbe de onderlinge samenhang zichtbaar te maken. In de plannen werkt het theatercollectief minder concreet de voorstellingen uit die op stapel staan voor de komende jaren. De aanvraag gaat niet verder dan de beschrijving van de vier perspectieven. De commissie vindt dit een logisch uitvloeisel van de werkwijze van Schwalbe. Al zoekend naar de theatrale grenzen neemt Schwalbe de nodige artistieke risico’s. Dit kan goed uitpakken voor de uitwerking op het publiek, maar het kan ook misgaan. In het eerste geval zal het resultaat een spraakmakende en intrigerende voorstelling opleveren; in het tweede geval zal een teleurstellende voorstelling het gevolg zijn. Dit hoort bij de artistieke koers die Schwalbe vaart, maar het betekent ook dat de commissie een voorbehoud maakt ten aanzien van de te verwachten zeggingskracht.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Het collectief is een jonge organisatie: sinds 2014 staat de groep qua organisatie en financiële huishouding op eigen benen. De commissie vindt dat nog betrekkelijk kort voor een groep die zelfstandig op structurele basis wil gaan opereren. Niettemin geeft de aanvraag het nodige vertrouwen; de groep werkt als een hecht collectief, gaat veel coproducties aan met sterke partners en heeft professionals aangetrokken voor de zakelijke leiding en de verkoop van voorstellingen.
De plannen voor de komende jaren betreffen een verdubbeling van het aantal voorstellingen ten opzichte van de vorige periode. Dit vindt de commissie een stevige ambitie. Toch heeft zij er vertrouwen in dat het gezelschap deze ambitie kan waarmaken. Dat vertrouwen is onder meer gebaseerd op de manier waarop de voornemens van het gezelschap zijn terug te zien in de begroting. Die is logisch en evenwichtig opgebouwd. De kostenkant van de begroting houdt in grote lijnen gelijke tred met de stijging van het activiteitenniveau die het collectief de komende jaren voor ogen staat. In die zin zijn de ambities en de kostenkant van de begroting in balans en in de ogen van de commissie ook haalbaar. Verder ziet de commissie in het dekkingsplan een goede spreiding van de financiering: het risico wordt niet alleen gedragen door publieksinkomsten, maar ook door stevige bijdragen van coproducenten (die deels al vastliggen) en inkomsten uit subsidies. De publieksinkomsten vindt de commissie redelijk ingeschat, maar bij de beoogde inkomsten uit private subsidies ziet zij nog wel een risico. Deze subsidies moeten ten opzichte van de vorige periode namelijk stijgen naar een substantieel bedrag, dat bovendien elk jaar moet worden gegenereerd.
De ambitie die Theatercollectief Schwalbe toont in het activiteitenniveau voor de komende jaren ziet de commissie niet in dezelfde mate terugkomen in het beoogde publieksbereik. Het publieksbereik per voorstelling was in voorgaande jaren niet hoog en voor de komende jaren blijft dat op ongeveer hetzelfde niveau. De commissie vindt de plannen voor de publieksbenadering in de komende jaren bovendien weinig aansprekend: de omschrijving van de doelgroepen is in algemene termen gesteld en het marketing- en communicatieplan krijgt betrekkelijk weinig aandacht (en het begrote budget is vrij laag). Dat is een gemiste kans, want de voorstellingen hebben de potentie om een groot en breed publiek aan te spreken en de commissie acht de groep in staat om verbindingen te maken, vooral door het vinden van meer plekken om te spelen. Die potentie ziet de commissie onvoldoende benut in het plan.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit beoordeelt de commissie als zeer goed.
Het gezelschap maakt bewegingstheater. Zowel binnen het gesubsidieerde als het vrije circuit is het aanbod hiervan niet groot. De commissie vindt dat het werk van Schwalbe zich bovendien onderscheidt door de publieksparticipatie en de specifieke vorm van de voorstellingen. De commissie oordeelt dat het werk van Theatercollectief Schwalbe een zeer belangrijke bijdrage levert aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De bijdrage aan de geografische spreiding beoordeelt de commissie als ruim voldoende.
Theatercollectief Schwalbe is gevestigd in Amsterdam, waar het aanbod aan podiumkunsten zeer groot is. Verder constateert de commissie dat Schwalbe in de periode 2013-2015 geregeld heeft gespeeld in Amsterdam. Het gezelschap heeft vergeleken met andere podiumkunstinstellingen echter ook een substantieel aandeel voorstellingen gespeeld in andere steden. De commissie stelt vast dat Theatercollectief Schwalbe in de komende periode nog meer buiten Amsterdam en de grote steden wil spelen. Zij is er op basis van het plan van overtuigd dat het gezelschap de ambities op dit vlak kan realiseren. De commissie vindt dat Theatercollectief Schwalbe een redelijke bijdrage levert aan de geografische spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Theatercollectief Schwalbe te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
125.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
40
1.250
50.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
125.000
Toegekend bedrag per jaar
125.000
Aangevraagd bedrag per jaar
125.000
Circuit klein/middel
50.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
125.000
Toegekend bedrag per jaar
125.000