Unieke Zaken
Inleiding
Unieke Zaken, gevestigd in Alkmaar, maakt theater voor iedereen die jong is of zich jong voelt. Mirjam Morsch en Peter Bolten zijn de oprichters en zijn verantwoordelijk voor het artistieke beleid en de zakelijke organisatie.
De theaterproducties van Unieke Zaken zijn geworteld in de mime en worden gekenmerkt door een combinatie van beweging, beeld, muziek, rekwisieten, poppen en tekst. Deze elementen worden samengesmolten tot een dynamisch, muzikaal en humoristisch geheel. De verhalen die aan de basis staan van de producties, worden zelf bedacht of zijn geïnspireerd op boeken. Het zijn verhalen over liefde, verwarring, vriendschap, verleiding, tegenslag of uitdaging: over het grote avontuur dat 'het leven' heet. In zijn werkwijze is iedere medewerker van Unieke Zaken in gelijke mate verantwoordelijk voor het proces en het resultaat. Om dit te bereiken is alles rondom producties horizontaal georganiseerd en organisch verbonden: regie, toneelbeeld, spel, muziek en techniek. Unieke Zaken maakt onderscheid tussen drie geografische niveaus waarop voorstellingen gemaakt en gepresenteerd worden: lokaal zijn er voorstellingen op bijzondere locaties, op provinciaal niveau is er het mobiele BUZZ (mini)theater en op nationaal niveau worden reisvoorstellingen gemaakt voor in theaters en op scholen. Deze structuur leidt de komende jaren tot uiteenlopende producties voor verschillende leeftijdsgroepen.
In 2017-2020 kiest Unieke Zaken voor het overkoepelende thema: ‘moed moet’: over mensen die hartstochtelijk proberen iets te bereiken. In 2017 wordt de reisproductie ‘Odysseus’ gerealiseerd, in de regie van Herman Bolten. Kinderen krijgen, in de keuken van een Grieks restaurant, een groots klassiek verhaal uit de westerse cultuur voorgeschoteld als amuse. ‘De dolende Ridder’ is de eerste BUZZ-voorstelling in de komende periode. De regie is van Irene Schaltegger, die nieuw is bij Unieke Zaken. Het stuk, gebaseerd op ’De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha’ van Cervantes, gaat over een onverbeterlijke idealist. Het verhaal sluit aan bij kinderen die dromen over een betere wereld, zonder oorlog, honger en onrecht. De reisproductie van 2018 wordt ‘Een gewone Prinses’ in een regie van Martin Hofstra. In de Grote Kerk Alkmaar wordt in 2018 de locatieproductie ‘Fast Faust’ gespeeld: een revue-achtig spektakel, waarin het aloude Faustverhaal wordt gesitueerd in een wereld vol glitter en glamour. De BUZZ-productie van 2018, ‘Neus gezocht!’, wordt gebaseerd op het verhaal ‘De Neus’ (1836) van de Russische schrijver Gogol en wordt geregisseerd door Herman Bolten. Unieke Zaken geeft ook een vooruitblik op de jaren 2019 en 2020. Deze bestaat onder meer uit een reisproductie in regie van Martin Hofstra getiteld ‘Mijn nieuwe Vriend’, de BUZZ-productie ‘Nova Zembla’ in regie van Gienke Deuten, een reisproductie op basis van Roald Dahls ‘Ieorg Idur’ en een locatieproject in de Prinsenzaal van het Stadhuis Alkmaar, geïnspireerd op het leven van Willem van Oranje.
In de periode 2017-2020 speelt Unieke Zaken 140 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 200.000 euro.
Historie
Stichting Unieke Zaken ontvangt in de periode 2013-2016 een structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten in het kader van de meerjarige activiteitenregeling 2013-2016.
Het Fonds volgt de meerjarig gesubsidieerde instellingen door meerdere adviseurs de voorstellingen en/of de concerten te laten bezoeken. In de periode 2013-2016 hebben adviseurs van het Fonds zeven voorstellingen van vier verschillende producties van Unieke Zaken bezocht.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.
Over de kwaliteit van de producties van Unieke Zaken in de afgelopen jaren is de commissie gematigd positief. De locatievoorstelling ‘Kerstmis bij de Ivanovs’ spreekt het meest tot de verbeelding. Het bizarre verhaal dat als uitgangspunt is gebruikt, biedt een sterke basis voor de voorstelling, die haar zeggingskracht voor een groot deel aan het bizarre verhaal ontleent. De regie laat een losse stijl zien die het verhaal op een goede manier openbreekt in een vorm van elkaar snel opvolgende scènes op verschillende speelplekken.
Unieke Zaken weet in de ogen van de commissie vaak tot de verbeelding sprekende onderwerpen of thema’s voor zijn producties te kiezen, maar de uitwerking in de voorstelling is vaak minder prikkelend. De minimale verhaallijn en de wat brave speel- en verhaalstijl geven de voorstellingen weinig zeggingskracht. In ‘Zwart op Wit’ blijft de voorstelling bijvoorbeeld in allerlei spelvondsten hangen. Van een interessante visie op het onderwerp is nauwelijks sprake. In ‘Dit Is Geen Droom’ maakt Unieke Zaken gebruik van de mogelijkheden die het ingenieuze decor biedt op een manier die inmiddels kenmerkend is voor het gezelschap. Wel ziet de commissie in het decorgebruik een ‘format’ ontstaan, waardoor de zeggingskracht van het werk beperkt blijft. Elk verhaal lijkt inpasbaar in een werkwijze, wat de specifieke inhoud van een onderwerp minder sterk over het voetlicht brengt. Zo is deze voorstelling in de vorm veel minder surrealistisch dan het werk en de schilderijen van René Margritte die ter inspiratie dienden. Dit wijt de commissie aan de werkwijze. Daarbij is de commissie, bij ‘Dit Is Geen Droom’ en ook de productie ‘Beter te Laat dan te Nooit’, kritisch over de beperkte gelaagdheid van het acteerwerk. Personages worden voornamelijk ingezet om het verhaal te vertellen en hebben daardoor weinig psychologische diepgang. Dit komt de zeggingskracht van de voorstellingen niet ten goede.
In de plannen voor de komende jaren leest de commissie een aantal aansprekende uitgangspunten, die samen met de ideeën voor de vorm(geving) een beeld geven van de uiteindelijke producties. De commissie ziet weliswaar een relatie tussen de gekozen teksten en verhalen en het overkoepelende thema ‘moed moet’, maar mist daarbij een visie van het gezelschap op dit thema in relatie tot de huidige samenleving. Dit roept vraagtekens op bij de mate waarin de gekozen verhalen zeggingskracht zullen krijgen voor de doelgroep. Zo is het plan voor de voorstelling ‘Odysseus’ in de aangekondigde vorm aansprekend, maar mist de commissie een relatie tussen deze vorm en de inhoud. Door het ontbreken van een actuele visie op de overkoepelende thematiek doen de keuzes voor de projectplannen bovendien willekeurig aan en is de commissie kritisch over de mate waarin de voorstellingen die Unieke Zaken wil ontwikkelen, blijk zullen geven van een herkenbare eigen signatuur. Daartoe hebben niet alle plannen een gelijke mate van oorspronkelijkheid. De verschillende speelplekken waar Unieke Zaken zijn voorstellingen realiseert, zijn sterk bepalend voor de oorspronkelijkheid van het werk. Hierbij merkt de commissie op dat de ene speelplek interessanter en verrassender wordt ingevuld dan de andere.
Zo getuigen de BUZZ-voorstellingen van originele vormuitgangspunten die passen bij de gekozen thema’s, maar voor verschillende van de reis- en/of locatievoorstellingen geldt dat minder. Zo zijn de plannen voor ‘De dolende Ridder’ en ‘Nova Zembla’, waarin het mobiele minitheater transformeert tot respectievelijk een Spaanse souvenirwinkel en Het Behouden Huys in de ogen van de commissie veelbelovend. Daartegenover staat een aantal plannen voor de reis- en locatievoorstellingen die de commissie minder interessant vindt. Het productieplan voor het sprookje ‘Een gewone prinses’ kent in de ogen van de commissie een concept dat weinig tot de verbeelding spreekt. Ook de interpretatie van het Faust-verhaal in de vorm van een talentenjacht is weinig origineel. De commissie verwacht niet dat uit deze plannen aansprekende voorstellingen worden gerealiseerd.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Door de jarenlange ervaring van produceren en verkoop is er sprake van een gedegen bedrijfsvoering bij het gezelschap en daarin komt de komende jaren weinig verandering. De commissie is dan ook positief over de bedrijfsvoering.
De ontwikkeling van de drie typen voorstellingen die Unieke Zaken in de huidige periode is ingeslagen, lijkt met ruim tweehonderd voorstellingen per jaar in de afgelopen twee jaar op enthousiasme te kunnen rekenen. Met name van scholen in de eigen regio, want daarvoor speelt het gezelschap een substantieel deel van zijn voorstellingen. Voor de komende jaren zet de groep deze lijn door, maar de commissie signaleert wel een daling in het aantal speelbeurten ten opzichte van de afgelopen jaren.
De gedegen bedrijfsvoering over de jaren heeft de groep een solide financiële positie gegeven. Uit de geplande activiteiten blijkt dat Unieke Zaken geen specifieke financiële risico’s aangaat in de komende jaren. De commissie is desondanks kritisch over de ontwikkeling van de begroting. Doordat het gepland aantal activiteiten lager is begroot dan het gemiddelde van de afgelopen drie jaar, wordt voor de commissie niet goed duidelijk waardoor de totale begroting groeit ten opzichte van de afgelopen periode. Met name omdat de stijging van de kosten vooral zichtbaar wordt in de activiteitenlasten. Naast een hogere beoogde subsidie van dit Fonds komt de dekking daarbij voor een substantieel deel uit (de stijging van) de publieksinkomsten. Mede door het lagere aantal begrote voorstellingen mist de commissie hierbij een gedegen onderbouwing. Het totaal aantal toeschouwers dat Unieke Zaken jaarlijks verwacht, ligt op een vergelijkbaar niveau als de afgelopen twee jaar. Met een lager aantal voorstellingen zal de gemiddelde zaalbezetting dus behoorlijk moeten stijgen. Door de beperkte capaciteit van de BUZZ-voorstellingen en de veelal hoge zaalbezetting bij schoolvoorstellingen verwacht de commissie echter dat het niet gemakkelijk zal zijn om deze bezettingsgraad te realiseren. Verder vindt de commissie het opvallend dat Unieke Zaken voor de komende jaren een afname verwacht van bijdragen van private fondsen. Het had volgens de commissie voor de hand gelegen om een toelichting te geven op deze afname.
Unieke Zaken maakt zijn producties hoofdzakelijk voor verschillende leeftijdsgroepen van kinderen in de leeftijden dat zij primair onderwijs volgen, van 4+ tot en met 10+. Voor de publieksbenadering richt de groep zich echter vooral op de ‘beslissers’; docenten/ICC’ers, programmeurs en (groot)ouders. Dat doet Unieke Zaken zelf: de groep onderhoudt het eigen netwerk en breidt dat waar mogelijk uit. Met de koers die de afgelopen jaren is ingezet, heeft Unieke Zaken ook de communicatie aangepast. Het gezelschap is zich met name digitaal gaan profileren via de website en Facebook. Getuige de hoge zaalbezetting, zeker bij de schoolvoorstellingen, is de commissie van mening dat Unieke Zaken zijn publieksbenadering vrij goed doet.
Ten aanzien van de positionering in het Nederlandse jeugdtheater plaatst de commissie wel een kanttekening. Unieke Zaken gaat naar verhouding steeds meer schoolvoorstellingen spelen. Daardoor wordt de groep (steeds) minder zichtbaar, waardoor het volgens de commissie mogelijk lastiger wordt om vrije voorstellingen te verkopen en daar publiek bij te vinden. Daar komt bij dat de commissie niet volledig overtuigd is van de wijze waarop marketingmiddelen worden ingezet om publiek voor de vrije voorstellingen te bereiken. Zo biedt de website van de groep weinig mogelijkheden om dit publiek op een aansprekende wijze van informatie te voorzien.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als neutraal.
Zij plaatst het werk binnen het jeugdtheater, waarvan het aanbod al ruim vertegenwoordigd is op de Nederlandse podia. De commissie is tevens van mening dat het werk van Unieke Zaken zich binnen dat brede aanbod van jeugdtheater niet bijzonder onderscheidt. De specialisatie in bewegingstheater voor de jeugd is naar de mening van de commissie losgelaten en heeft plaatsgemaakt voor het gebruik van poppen, objecten en muziek. Binnen het jeugdtheater onderscheidt het werk van Unieke Zaken zich daarom niet. De commissie oordeelt dat het werk van Unieke Zaken geen bijzondere bijdrage levert aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als goed.
Het gezelschap is gevestigd in Alkmaar, waar het podiumkunstenaanbod vrij klein is. Verder constateert de commissie dat Unieke Zaken in de periode 2013-2015 hoofdzakelijk heeft gespeeld in de eigen stad en regio en in vergelijking met andere podiumkunstinstellingen weinig in andere steden en regio’s. Voor de komende jaren beoogt Unieke Zaken een substantieel aandeel aan voorstellingen in andere steden en regio’s te spelen. Op basis van het plan en de vorige periode heeft de commissie er vertrouwen in dat Unieke Zaken de beoogde spreiding gaat realiseren. De commissie concludeert dat Unieke Zaken een grote bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Unieke Zaken te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per jaar
200.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
100
1.250
125.000
Circuit groot
0
0
0
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
200.000
Toegekend bedrag per jaar
229.167
Aangevraagd bedrag per jaar
200.000
Circuit klein/middel
125.000
Circuit groot
0
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
200.000
Toegekend bedrag per jaar
229.167
** Alsnog toegekend in 2017