Urland
Inleiding
URLAND is een in Rotterdam gevestigd performancecollectief bestaande uit Ludwig Bindervoet, Thomas Dudkiewicz, Marijn Alexander de Jong en Jimi Zoet. Het collectief werd in 2008 opgericht op de opleiding theatraal performer in Maastricht en is sinds 2013 verbonden aan Productiehuis Rotterdam.
Het belangrijkste artistieke uitgangspunt van URLAND is interdisciplinair onderzoek naar de impact van nieuwe media op onze verbeelding; de impact van de digitale revolutie op levende kunst. URLAND doet dit onderzoek door de grenzen van het theater op te zoeken en te verbinden met nieuwe, andere media, beeldtaal, codes en daarmee publiek. Het collectief werkt aan wat het een metamodernistisch experiment noemt. De wereld werd, in de visie van de makers, door het postmodernisme volledig gedeconstrueerd tot betekenisloze codes en inwisselbare waarheden. URLAND heeft de behoefte de wereld en de loze tekens van nieuwe betekenis te voorzien. Het gezelschap wil nadrukkelijk grote verhalen vertellen, in nieuwe vormen, in een nieuwe taal voor een nieuwe generatie. Het collectief wil het geluid laten horen van zijn generatie in een veranderend cultuurlandschap waar geen harde grens meer is tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunst.
Voor de komende periode heeft het collectief de ambitie om jaarlijks een grotere productie te maken en één of meerdere kleinere presentaties onder de serienaam 'URLAND doet...'. URLAND gaat experimenteren met locatieprojecten om nieuw publiek te vinden en wil aan het eind van deze periode uitkomen met een eerste grotezaalproductie. 'Escape from biodome' (werktitel) wordt een beeldende dialoog tussen mens en natuur. Het collectief bouwt een ‘biodome’ op festivals, waarin op een beeldende en muzikale manier onderzocht wordt hoe het met onze aarde gesteld is. URLAND gebruikt voor dit project het format en de dramaturgie van een Wagneropera, om door te dringen tot het motief van de mensen om de goden te willen tarten en zich als lemmingen naar de afgrond van klimaatrampen te laten leiden. Mogelijk speelt de voorstelling op zeven Europese pleinen in samenwerking met het netwerk 7 Square Endeavour. In 2017 is ook de herneming van 'EXPLORER/ Prometheus ontketend' gepland.
De eerste 'URLAND doet...' heet ‘Festival’ en wordt gemaakt voor de Rotterdamse Parade. De tweede in deze serie is 'De Kunsten': een reeks van ‘hardcore-lecture-performances in grensverleggende kunstgeschiedenis’ met een onvoorspelbaar theatraal en muzikaal einde. Met 'Gilgamesj' wil het collectief een radicaal politiek statement maken over de dunne lijn tussen terreur en vrijheidsstrijd, het menselijke tekort, het belang van traditie, kunst, en het vertellen van verhalen. Met 'Nacht der Collectieven' gaat URLAND met collegacollectieven en generatiegenoten BOG, Lars Doberman en Nineties Productions in twee weken een voorstelling maken die eenmalig in een groot stadstheater ten tonele wordt gebracht. Het live kersthoorspel 'Christmas B.C.’ wordt een solo van Thomas Dudkiewicz. Over Kerst Voor Christus en Religie zonder God. Gevolg zonder oorzaak. In 'The Klingon Hamlet' wil URLAND vanuit zijn fascinatie voor subculturen gaan werken met diehard 'Trekkies' (fans van de televisieserie Star Trek) om een groter verhaal te vertellen over toewijding en groepscultuur. Met theatermaakster Lizzy Timmers wordt op locatie in Rotterdam 'Gangster L.A.R.P.' gemaakt. Een live action role playing-voorstelling waarin bezoekers van de voorstelling een uit te voeren missie krijgen. In samenwerking met Theater Rotterdam gaat URLAND 'Badgasten van Laios' maken voor de grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg. Een Giallo Italo (Italiaanse horror) thriller, waarin badgasten uit de Verenigde Staten op vakantie in een zonnige badplaats een moord meemaken of begaan.
In de periode 2017-2020 speelt URLAND 43 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 140.000 euro.
Historie
URLAND ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door URLAND beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘EXPLORER/Prometheus ontketend’, ‘EXPLORER/Prometheus geketend’, ‘KWARTET: een Powerballad’ en ‘OKTOBERTRAGÖDIE’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
Het gezelschap staat nog aan het begin van zijn ontwikkeling als zelfstandig theatercollectief, maar heeft in de producties tot nu toe al een duidelijke eigen signatuur laten zien. De kenmerkende vormkeuzes leiden tot fysieke en beeldende performances waarin onder meer subculturen, technologie en (elektronische) muziek een grote rol spelen. De groep maakt daarbij vaak radicale (vorm)keuzes en doet daarin geen concessies. De radicale keuzes maken de voorstellingen oorspronkelijk, vindt de commissie. Hierin toont zich ook een zeker vakmanschap van het collectief. Zeer positief is de commissie over de soundscapes van Jimi Zoet. Van de andere leden zijn de individuele kwaliteiten minder zichtbaar in de voorstellingen. De keuze van inhoudelijke uitgangspunten van sommige producties is origineel en toont eveneens de oorspronkelijkheid van de groep. Zoals de verbinding van Prometheus als vuurbrenger en de kracht van internet. Dat is theatraal interessant, omdat het de klassieke oudheid met de meest actuele ontwikkelingen verbindt.
Ondanks de positieve waardering voor de vorm, vindt de commissie de zeggingskracht van het werk tot nu toe te beperkt. De ideeën en gedachten die de groep over een bepaald onderwerp heeft, ziet zij niet altijd sterk in de uiteindelijke voorstelling terug. De inhoud, die grootse verhalen en ideeën aan de orde wil stellen, sluit (nog) niet overtuigend op de vorm aan. De onderzoekende en abstracte vorm voeren de boventoon, waardoor de inhoud en visie van URLAND daarop, minder zichtbaar is.
Uit de plannen voor de toekomst van URLAND leest de commissie een grote, vooral inhoudelijke ambitie. Het zogenoemde metamodernistisch experiment van het collectief moet leiden tot het vertellen van grote verhalen, om als de stem van een nieuwe generatie nieuw, jong publiek te interesseren voor theater. Dit lijkt goed aan te sluiten op de signatuur van het werk in de afgelopen jaren. Het experiment betekent voor URLAND het creëren van nieuwe, futuristische rituelen, waarmee het uitgeholde ritueel van theater van een nieuwe betekenis wordt voorzien: oude symbolen worden vervangen of in een nieuw daglicht gezet. Hoewel deze uitgangspunten naar de mening van de commissie tamelijk hoogdravend verwoord zijn en vrij abstract klinken, is zij er wel van overtuigd dat het collectief in staat is een interessante bijdrage te leveren aan de vernieuwing van theater voor nieuwe generaties. Dit oordeel baseert de commissie echter voornamelijk op de vorm van de voorstellingen uit de afgelopen jaren en in mindere mate op de nieuwe plannen. Deze zijn in de ogen van de commissie nog te weinig uitgedacht. De thema’s vindt zij soms wat vergezocht, maar bovenal ontberen de uitwerkingen een prikkelend inzicht in wat het collectief wil zeggen, over wat zijn visie op de thema’s is. Zo zegt het collectief over ‘Gilgamesj’ onder meer dat het een radicaal politiek statement wil maken over de dunne scheidslijn tussen terreur en vrijheidsstrijd, het menselijke tekort en het vertellen van verhalen. Dit is echter vooral een vertrekpunt, maar zegt weinig over de meer specifieke inhoud die in de productie verteld zal worden. Een overtuigende koppeling van deze theoretische uitgangspunten aan het heldenepos ontbreekt. Tevens ontbreekt in verschillende uitwerkingen een overtuigende samenhang tussen de ideeën en de vormen die gekozen worden. Voorbeeld zijn het format en de dramaturgie van een Wagneropera bij de productie ‘Escape from biodome’ en de keuze voor ‘Giallo’ bij de productie ‘Badgasten van Laios’. Voor die laatste productie geldt bovendien dat URLAND niet duidelijk maakt waarom deze productie voor de grote zaal geschikt wordt. Door een magere koppeling van inhoud aan vorm is de commissie niet overtuigd dat de gekozen theoretische en de uitgangspunten zullen leiden tot voorstellingen die de beoogde doelgroepen zullen aanspreken.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als zwak.
URLAND heeft de afgelopen jaren binnen Productiehuis Rotterdam zijn projecten gerealiseerd en het gezelschap vindt het nu tijd om op eigen benen te gaan staan. Tegelijk is er samen met Theater Rotterdam en Via Rudolphi een structuur opgezet waarbinnen URLAND op artistiek, facilitair en financieel vlak gecoacht gaat worden om de komende vier jaar door te groeien naar een zelfstandig opererend gezelschap.
Doordat URLAND de afgelopen jaren binnen Productiehuis Rotterdam produceerde, heeft het gezelschap zijn financiële positie nauwelijks kunnen opbouwen. Met name in het licht van de (begrotings)groei die de groep voor ogen heeft is er ultimo 2015 sprake van een matige financiële basis, waarmee financiële tegenvallers niet goed op te vangen zijn.
De aangeleverde jaarcijfers van de afgelopen jaren zijn volgens de groep niet volledig, aangezien een deel van de kosten van Productiehuis Rotterdam niet goed aan URLAND kon worden toegerekend. Desondanks stelt de commissie vast dat de totale exploitatie in de komende jaren exponentieel groeit, wat ze gelet op de nog beperkte historie van het collectief risicovol vindt. In verhouding tot het gemiddelde aantal jaarlijkse activiteiten, vindt de commissie dat de totale exploitatie zeer hoog is. De dekking van deze exploitatie komt voor een belangrijk deel uit publieke subsidies, waarvan de aanvraag bij de gemeente Rotterdam het grootst is. Dat vindt de commissie weinig ondernemend.
Andere belangrijke inkomstenbronnen zijn publieksinkomsten, bijdragen van coproducenten en bijdragen van private fondsen. Mede door de samenwerking met Via Rudolphi verwacht de commissie dat een stijging van de publieksinkomsten op zich mogelijk is. Zij is er echter niet van overtuigd dat de begrote stijging van de publieksinkomsten volledig realistisch is, temeer daar een concrete onderbouwing ontbreekt. Hetzelfde geldt voor de bijdragen van coproducenten; de commissie heeft er weliswaar vertrouwen in dat er coproducenten geïnteresseerd zijn om URLAND te ondersteunen, maar het aanzienlijke bedrag dat via deze partners wordt begroot, vraagt om een concrete onderbouwing. Dit is extra zwaarwegend, aangezien het collectief nog weinig ervaring heeft op dit gebied en een ontwikkeling moet doormaken, zowel op het artistieke als het zakelijke vlak. Evenzeer geldt dat voor de inkomsten uit private fondsen. De groep maakt duidelijk dat er contacten zijn gelegd met verschillende fondsen en in 2015 is er een mooi resultaat gerealiseerd, maar dit geeft nog geen garantie dat de begrote stijging voor de komende jaren aannemelijk is, vindt de commissie.
Voor de publieksbenadering gaat URLAND nichemarketing ontwikkelen, waarmee de groep zich wil branden als hybride merk tussen werelden van theater, kunst en clublife in. De communicatie gaat daarbij grotendeels via de theaters, festivals, underground en social media. URLAND zet daarbij in op een opvallend forse groei van het aantal toeschouwers. Het gemiddeld aantal bezoekers per voorstelling wordt ingeschat op 200, waar het er de afgelopen jaren nog geen 75 waren. De commissie vindt in de aanvraag geen overtuigende verklaring voor deze optimistische inschatting. Het publiek in de afgelopen jaren bestond volgens de aanvrager hoofdzakelijk uit ‘stedelijke alleseters’: hoogopgeleid, breed geïnteresseerd en tussen de twintig en vijftig jaar oud. Voor de komende jaren wil de groep die samenstelling veranderen. Enkele specifieke doelgroepen zijn daarbij gekoppeld aan de voorstellingen: Trekkies bij ‘The Klingon Hamlet’, of ‘larpfans’ bij ‘Gangster L.A.R.P.’ De commissie kan zich voorstellen dat dat groepen van potentieel publiek zijn die normaal het theater niet snel bezoeken. Deze groepen zijn in de ogen van de commissie echter te klein om de beoogde publieksgroei te kunnen realiseren. Daarnaast is er de doelgroep ‘URLAND-publiek’ dat bestaat uit breed cultureel publiek, nieuwsgierigen in thema, brede festivalgangers, techno- en operaliefhebbers. Naar de mening van de commissie is dit een zeer pluriforme doelgroep en biedt de aanvraag te weinig zicht op hoe de verschillende types bezoekers moeten worden bereikt. Mede omdat de groep zelf aangeeft dat niemand nog precies weet hoe nichemarketing ontwikkeld moet worden en een gedegen kennis van de doelgroep(en) niet overtuigend uit het plan blijkt, vindt de commissie de beoogde groei in publieksaantallen onrealistisch.
Pluriformiteit
De bijdrage aan de pluriformiteit beoordeelt de commissie als zeer goed.
De commissie plaatst het aanbod binnen het beeldend-/objecttheater. De commissie constateert dat er binnen dat genre een beperkt aantal makers actief is. Het werk van URLAND onderscheidt zich daarbinnen door de performance - en beeldtaal, waarbij een verbinding wordt gemaakt met andere media en de grenzen van het theater worden gezocht. De commissie vindt dat de activiteiten van URLAND zeer onderscheidend zijn en een zeer belangrijke bijdrage aan de pluriformiteit leveren.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding als voldoende.
URLAND is gevestigd in Rotterdam, waar het podiumkunstenaanbod zeer groot is. De commissie stelt verder vast dat URLAND in de periode 2013-2015 regelmatig heeft gespeeld in Amsterdam. In vergelijking tot andere podiumkunstinstellingen heeft URLAND ook een substantieel aantal voorstellingen in andere steden en regio’s gespeeld. In de komende periode staat de groep een vergelijkbare spreiding van de voorstellingen voor ogen. De commissie vindt dat URLAND een beperkte bijdrage aan de spreiding levert.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van URLAND te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per jaar
140.000
Geadviseerd bedrag per jaar
gemiddeld aantal uitvoeringen per jaar
bedrag per uitvoering
Circuit klein/middel
40
1.250
50.000
Circuit groot
3
5.000
15.000
Basisbedrag
75.000
Bijdrage talentontwikkeling
0
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
140.000
Toegekend bedrag per jaar
140.000
Aangevraagd bedrag per jaar
140.000
Circuit klein/middel
50.000
Circuit groot
15.000
Basisbedrag
75.000
Totaal geadviseerd bedrag per jaar
140.000
Toegekend bedrag per jaar
140.000
** Alsnog toegekend in 2017