Vloeistof
Inleiding
Het Tilburgse hedendaagse dansgezelschap Vloeistof, Stichting voor Choreografie en Dans (Vloeistof) maakt onder artistieke leiding van choreografen Anja Reinhardt en Yuri Bongers voorstellingen in de publieke ruimte, waarmee zij een breed (inter)nationaal publiek wil aanzetten tot reflectie op actuele en maatschappelijke thema’s. Het idioom van Vloeistof beweegt zich volgens het gezelschap tussen dans, getimede beweging en performance. De locatievoorstellingen bevinden zich op het snijvlak van ‘ervaringsdans’ en conceptuele dans en onderscheiden zich doordat de toeschouwer er middenin zit. In het maakproces staat het aanspreken van een divers publiek centraal. Dit bepaalt de thematische keuzes en verklaart de voorkeur om te spelen in de openbare ruimte, aldus Vloeistof. Binnen elk project wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden om de toeschouwer actief en op een laagdrempelige manier te betrekken en de dans anders te laten beleven. De nadruk ligt daarbij op het ervaren van het absurde, het grappige of het poëtische van menselijk gedrag.
In de periode 2017-2020 wil het gezelschap de randvoorwaarden voor zijn manier van werken verbeteren, door in te zetten op inhoudelijke groei. Dit gebeurt volgens Vloeistof door een sterker accent te leggen op research, uitwisseling en het aangaan van allianties met andere disciplines, in samenwerking met dansdramaturge Danae Theodoridou. Voor het initiëren en verdiepen van samenwerkingsverbanden wordt een public engagement officer aangetrokken. Met het organiseren van het ‘SubCityLab’ wil Vloeistof door kennisoverdracht bijdragen aan talentontwikkeling van midcareermakers die willen werken in de openbare ruimte. Daartoe werkt het gezelschap samen met (regionale) instellingen en organisaties als Theater De NWE Vorst, Fontys Dansacademie en festival De Karavaan. Naast het creëren van exclusieve ervaringsvoorstellingen zet Vloeistof in op de productie van locatievoorstellingen die een groter publiek toelaten. Het gezelschap streeft ernaar om in de periode 2017-2020 het aantal bezoekers te laten groeien van 10.000 naar 12.500 per jaar. Voor de publiciteit, zakelijke ondersteuning en verkoop van de voorstellingen trekt het twee parttime medewerkers aan, waardoor de artistieke kern wordt ontlast.
De producties van Vloeistof spelen voor een belangrijk deel op festivals. Het gezelschap heeft naar eigen zeggen in de afgelopen jaren een groeiend netwerk opgebouwd van zowel undergroundfestivals als meer toegankelijke festivals, die bij sommige producties ook optreden als coproducent. De voorstellingen touren veel in regio Zuid (onder andere Festival Boulevard, Incubate, Mundial), maar spelen ook in regio Oost, Noord en Amsterdam.
In 2017 wordt een locatievoorstelling voor groter publiek in coproductie met De Karavaan (‘We leven op een hellend vlak’) en een cross-overproject in coproductie met Axis en Werkplaats Diepenheim (‘Ter nagedachtenis aan de aarde’) uitgebracht. In de periode 2018-2020 wordt onder de noemer ‘FLUID SPACE’ een trilogie van expedities door de stad gerealiseerd, waarbij ieder jaar wordt samengewerkt met een kunstenaar of partij met specifieke kennis van een andere discipline of een ander domein.
In de periode 2017-2020 speelt Vloeistof 62 voorstellingen per jaar. Het gevraagde subsidiebedrag is 152.500 euro. Daarnaast wordt een bijdrage talentontwikkeling aangevraagd van 12.955 euro. Het totaal gevraagde subsidiebedrag komt daarmee op 165.455 euro.
Historie
Vloeistof ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Er is door Vloeistof beeld- en/of geluidsmateriaal opgestuurd van de voorstellingen ‘Jukeboxcity’, ‘I am in the middle of something’ en ‘Welkom in de buitenwereld’.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als zwak.
Zij vindt het positief dat Vloeistof met zijn voorstellingen op locatie zoekt naar nieuwe mogelijkheden om een breed publiek actief en op een laagdrempelige manier te betrekken bij moderne dans. Het werken op bijzondere locaties in de stad en regio en de thema’s die in de voorstellingen worden behandeld, bieden naar haar mening een mooi uitgangspunt om dans anders te beleven.
De commissie stelt vast dat het werk van Vloeistof in de afgelopen jaren oorspronkelijker is geworden en een duidelijker eigen signatuur laat zien, maar is niettemin onvoldoende overtuigd van de artistieke kwaliteit ervan. Uit de voorstellingen die Vloeistof in het recente verleden voor de vlakkevloerpodia heeft gemaakt, spreekt volgens de commissie weinig vakmanschap. Zij vindt de choreografische kwaliteit ondermaats en het bewegingsmateriaal weinig bijzonder. Daarbij is de vertaling van de thema’s vaak nogal letterlijk, waardoor de voorstellingen weinig aan de verbeelding van het publiek overlaten. Dit doet volgens de commissie afbreuk aan de zeggingskracht van het werk. Alhoewel zij de locatievoorstellingen van Vloeistof over het algemeen beter geslaagd vindt, is de commissie ook hier kritisch over de vertaling van de thematiek en dramaturgische uitwerking hiervan. Hierdoor brengt het werk naar haar mening weinig teweeg bij het publiek.
De toekomstplannen voor de periode 2017-2020 geven de indruk dat de artistieke kern van Vloeistof zich bewust is van de noodzaak om in artistiek-inhoudelijk opzicht te groeien. Dit blijkt onder meer uit de samenwerking met een dansdramaturg en het aantrekken van zakelijke ondersteuning, waardoor Anja Reinhardt en Yuri Bongers meer tijd krijgen om zich te richten op het artistieke proces. Desondanks is de commissie van mening dat uit de aanvraag onvoldoende blijkt waaruit de beoogde verdieping zal bestaan en op welke wijze het werk van Vloeistof aan diepgang zal winnen.
Alhoewel het gezelschap een breed publiek wil aanzetten tot reflectie op actuele en maatschappelijke thema’s en daarbij zoekt naar nieuwe mogelijkheden om de toeschouwer actief bij het werk te betrekken en de dans anders te laten beleven, blijft dit in de uitwerking van de producties vanaf 2017 onderbelicht. Ook mist de commissie in dit verband een heldere visie op de publieksinteractie die Vloeistof nastreeft. Door de oppervlakkige uitwerking van de plannen wordt niet duidelijk hoe het streven naar meer zeggingskracht zich zal verhouden tot de schaalvergroting van de locatievoorstellingen waarnaar het gezelschap streeft. De samenwerking met kunstenaars of partners met specifieke kennis van een andere discipline of een ander domein wordt weliswaar gemotiveerd, maar mist volgens de commissie een inhoudelijke onderbouwing. Daarnaast liggen de toekomstige voorstellingen in het verlengde van het eerdere werk van Vloeistof, zonder dat er sprake is van onderscheidende thema’s of concepten. Hierdoor is de commissie er niet van overtuigd dat de plannen van Vloeistof zullen leiden tot aansprekende producties en daarmee tot een solide kwaliteitsbasis voor de toekomst.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als voldoende.
Zij constateert dat Vloeistof in de afgelopen jaren voornamelijk met behulp van projectsubsidies heeft geproduceerd. Om die reden is het er niet in geslaagd om een solide financiële basis op te bouwen. Dit komt volgens de commissie ook naar voren in de bedrijfsmatige organisatie van het gezelschap, waarin tot nu toe geen ruimte was voor specifieke functies op het gebied van zakelijke leiding of verkoop. Om die reden vindt zij het aannemelijk dat Vloeistof de komende jaren streeft naar een uitbreiding van de organisatie.
De commissie is evenwel niet overtuigd van de financiële onderbouwing van de gewenste groei. Vloeistof zet in de periode 2017-2020 in op het produceren van locatievoorstellingen voor een groter publiek dan tot dusver het geval was, en verwacht daarmee een verdubbeling van de publieksinkomsten te behalen. De commissie noemt deze stijging weinig realistisch, aangezien deze nauwelijks wordt onderbouwd door prestaties uit het verleden. De publieksinkomsten in de periode 2013-2015 laten geen constante, stijgende lijn zien en daarnaast verwacht het gezelschap de komende jaren minder activiteiten te zullen ontwikkelen.
De commissie noemt het positief dat in de aanvraag verschillende samenwerkingsverbanden worden genoemd, die door hun gerichtheid op publieksvergroting en coproductie in principe zicht bieden op een positieve bijdrage aan het verdienmodel van Vloeistof. De aanvraag werkt evenwel niet uit hoe de beschreven samenwerkingen zullen leiden tot de beoogde schaalvergroting. Daarbij is in het plan geen alternatief scenario opgenomen in het geval deze begrote inkomsten uitblijven. Dat geldt volgens de commissie ook voor de verhoging van de structurele ondersteuning vanuit de gemeente Tilburg en de structurele bijdrage van de provincie Brabant. Ook noemt zij de verwachtingen van het gezelschap op het gebied van private subsidiëring en sponsoring optimistisch. In de plannen ontbreekt een afdoende onderbouwing hiervoor.
Dat Vloeistof er nadrukkelijk voor kiest om zijn voorstellingen te spelen in de openbare ruimte en op festivals, heeft volgens de commissie geleid tot een goede positionering in de zuidelijke regio's waarbinnen het gezelschap vooral actief is. Hoewel zij het waardeert dat Vloeistof zich daarbij richt op een brede doelgroep, mist de commissie in de plannen een helder uitgewerkte visie op publieksbenadering. De marketingparagraaf is nogal basaal van opzet en de daarin genoemde strategieën kennen een matige uitwerking. Zo wil Vloeistof met de inzet van een public engagement officer de interactie met het publiek diversifiëren, door het leggen van verdiepende verbindingen in relatie tot de thematiek van de voorstellingen. Hoe een en ander handen en voeten zal krijgen, legt de aanvraag niet uit. Ook de manier waarop het gezelschap festivalbezoekers, die het als zijn vaste publiek beschouwt, voor langere tijd aan zich wil binden door deze op een innovatieve manier bij de voorstellingen te betrekken, wordt niet nader onderbouwd. Hierdoor is de commissie er niet van overtuigd dat de ambities ten aanzien van de publieksgroei zullen worden gerealiseerd.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de pluriformiteit als ruim voldoende.
Het werk past naar haar mening binnen het genre van de moderne/hedendaagse/conceptuele dans, dat ruim vertegenwoordigd is op de Nederlandse podia. De voorstellingen van Vloeistof binnen het vlakkevloercircuit vindt de commissie niet onderscheidend vanwege de overlap met het overige dansaanbod. Het werk in de openbare ruimte slaagt hierin beter door zijn nadruk op publiekservaring. Om die reden zijn de activiteiten van Vloeistof volgens de commissie onderscheidend en leveren zij een aanzienlijke bijdrage aan de pluriformiteit.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de geografische spreiding als voldoende.
Vloeistof is gevestigd in Tilburg en voert daar regelmatig activiteiten uit. De commissie stelt vast dat het podiumkunstaanbod in Tilburg en omgeving in vergelijking met de grote steden in de Randstad minder groot is. Tegelijkertijd merkt zij op dat de stad een goede culturele infrastructuur kent op het gebied van podiumkunsten. Verder constateert de commissie dat Vloeistof in de periode 2013-2015 vooral voorstellingen heeft gespeeld binnen de zuidelijke regio. Het aandeel aan voorstellingen in andere steden en regio’s, is in relatie tot andere podiumkunstinstellingen laag. De aanvraag voor de periode 2017-2020 laat eenzelfde spreiding zien. De commissie vindt dat Vloeistof een beperkte bijdrage levert aan de spreiding.
Bijdrage talentontwikkeling
Niet van toepassing.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Vloeistof niet te honoreren.
Aangevraagd bedrag per jaar
165.455
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0
Aangevraagd bedrag per jaar
165.455
Geadviseerd bedrag per jaar
0
Toegekend bedrag per jaar
0