Welcome to the Village
Inleiding
Festival Welcome to The Village is een driedaags festival dat jaarlijks in juli plaatsvindt op recreatieterrein de Groene Ster, net buiten Leeuwarden. Bianca Pander is algemeen directeur en eindverantwoordelijk voor het festival. Sjoerd Bootsma is artistiek verantwoordelijk. In de komende jaren wil de organisatie het festival met een extra dag uitbreiden naar een vierdaags evenement. Welcome to The Village presenteert zich als festival voor podiumkunst, beeldende kunst, social design en innovatie.
De zeventien Sustainable Development Goals, waar 193 wereldleiders tijdens de VN-top in september 2015 hun handtekening onder hebben gezet, vormen de inspiratie voor het festival, aldus de aanvrager. Welcome to The Village wil als multidisciplinair festival bezoekers uitdagen om mee te werken aan de spelregels voor de wereld in 2030. Zelf ziet de organisatie het festival in zijn geheel als een socialdesignproject. Samen met het publiek en partners stelt de organisatie het programma samen. Het festival is volgens de aanvrager een vrijplaats voor nieuwe ideeën, producten en vormen, langs de vier programmalijnen podiumkunst, beeldende kunst, social design en innovatie. Artistieke uitgangspunten zijn naar eigen zeggen: co-creatie, gemeenschapszin en Europese context.
Binnen de podiumkunsten richt Welcome to the Village zich op jonge makers. Het festival wil niet afhankelijk zijn van de grote boekingskantoren en werkt aan een eigen netwerk van samenwerkingspartners, zoals het Fuchbau Festival in Hannover, Poppunt in België en Sound of Aarhus in Denemarken. Jonge makers krijgen de kans om (co)producties te maken, waarbij het festival streeft naar een vermenging van dans, muziek, theater en debat. Hiernaast kiest de organisatie specifiek voor geëngageerde kunst, waarbij ze samenwerkt met lokale community’s. Welcome to The Village zet naar eigen zeggen podiumkunst zodoende in als katalysator voor maatschappelijke verandering en participatie.
Wat bezoekersaantallen betreft wil de organisatie in de komende periode nog iets groeien tot ongeveer 8.000 bezoekers (ten opzichte van 7.000 in 2015), zonder een wezenlijke kwantitatieve uitbreiding van de programmering. Langs alle programmalijnen wil men in 2017 en 2018 vooral verdieping en aanscherping aanbrengen. De makers en artiesten die de organisatie boekt, kunnen vaker tijdens dezelfde editie - in verschillende vormen - optreden, wat de programmering volgens de organisatie bijzonder maakt. Daarnaast zet het festival de komende jaren extra in op meer samenwerkingen, op meerjarige projecten die kunnen evolueren en op meer internationale (co)producties. In 2020 wil men uiteindelijk een festival neerzetten waar de grenzen tussen de verschillende disciplines compleet vervagen. Het festival moet dan volgens de organisatie een weerspiegeling zijn van het innovatieve klimaat, waarin start-ups, een bottom-upbenadering en samenwerking centraal staan.
Welcome to The Village heeft de ambitie om in 2020 drie tot vier grote eigen coproducties met internationale makers te maken. Dit doet de organisatie op podia of in contexten die ze zelf creëert, samen met allerlei community’s. Het worden volgens de organisatie Gesammtkunstwerken. Ze daagt kunstenaars, muzikanten en theatermakers daarbij uit om een stap verder te kijken, door binnen de voorstelling die er van hen wordt geprogrammeerd samenwerkingen aan te gaan met bijvoorbeeld lokale gemeenschappen of een van de Europese scenes.
Stichting Welcome to The Village vraagt voor de periode 2017-2020 een subsidie aan in de categorie ‘klein/middelgroot festival’. Het gevraagde subsidiebedrag is 125.000 euro per jaar/editie.
Historie
Stichting Welcome to The Village ontvangt in de periode 2013-2016 geen structurele subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten.
Artistieke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als ruim voldoende.
De commissie is van mening dat de ambitie en bevlogenheid van de organisatie duidelijk in de plannen naar voren komt. Ook de wijze waarop het festival tot stand komt, met de sterke betrokkenheid van de lokale gemeenschap, spreekt de commissie aan. Het sociale aspect, de mogelijkheid tot experiment en onderzoek en het festival als vrijplaats voor nieuwe ideeën, zijn volgens de commissie aspecten die bijdragen aan de zeggingskracht ervan. De zeggingskracht komt volgens haar tevens tot uiting in de manier waarop het programma tot stand komt. Daarbij werkt de organisatie vanuit een (inter)nationaal netwerk van lokale podiumkunstenscenes. Het publiek waardeert deze bottom-upbenadering en levert een voor hen aansprekend festival op.
Uit de plannen voor 2017-2020 blijkt dat de organisatie de komende jaren haar publiek wil wijzen op, en aanzetten tot, participatie aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Dat aspect draagt volgens de commissie bij aan de eigen signatuur en zeggingskracht van het festival. De commissie vindt het ook interessant dat de organisatie samenwerking tussen makers stimuleert en schotten tussen de verschillende disciplines wil verwijderen. De aanvrager noemt volgens de commissie bovendien verschillende projecten en combinaties met makers en partners, die vanuit een overtuigend vakmanschap volgens de commissie daaraan kunnen bijdragen.
De commissie heeft echter ook kritiek. Zo vindt ze dat het plan van Welcome to the Village voor de komende jaren voornamelijk aan het zogenaamde social design is opgehangen. De artistiek-inhoudelijke visie van de organisatie op de programmering blijft volgens de commissie onderbelicht. Dit gebrek erkent de organisatie kennelijk, blijkens het feit dat ze het programmateam op het gebied van dans en theater zal versterken met experts. Tegelijkertijd geeft deze versterking volgens de commissie aan dat de organisatie artistiek gezien nog stappen moet zetten om op niveau te komen. Zij mist een concrete uitwerking in de plannen voor de gehele podiumkunstprogrammering die nu voorliggen en de beoogde ontschotting daarbinnen. Er worden aanzetten gegeven en voorwaarden gecreëerd voor vernieuwing en co-creatie, maar onduidelijk blijft wat dat concreet op het podium gaat opleveren. Daarnaast constateert de commissie, als ze kijkt naar de programmering van de afgelopen edities, dat veruit het overgrote deel van het festival bestaat uit optredens van popbands. Hoewel de acts binnen dit muziekonderdeel qua vakmanschap van kwaliteit zijn, mist de commissie een overtuigende koppeling naar de inhoudelijke ambities op het gebied van de programmeringslijnen social design en innovatie. Het plan om in dat kader met de rappers Fresku en Rico muziek te gaan maken met jongeren uit de Vrijheidswijk in Leeuwarden, vindt de commissie eerder voor de hand liggend dan vernieuwend. Tot slot merkt de commissie op dat ze het streven van de organisatie om het festival met een dag te verlengen nergens in de aanvraag onderbouwd of inhoudelijk vertaald ziet.
Bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten als voldoende.
De organisatie heeft de ambitie om de schotten tussen verschillende podiumkunstdisciplines te verwijderen. Daarbij noemt ze enkele concrete samenwerkingsprojecten, zoals met Oerol, Hilbrandt en EU-Japan Fest, die volgens de commissie een ontwikkeling teweeg kunnen brengen en een inspirerende uitstraling kunnen hebben naar zowel vakgenoten als publiek. Wel merkt de commissie op dat de organisatie daarin weinig richtinggevend is. Ook is ze van mening dat de organisatie weliswaar aanzet tot verandering, maar dat de organisatie in de plannen verder nauwelijks een faciliterende rol op zich neemt. Daarnaast vindt de commissie dat er nog een duidelijke scheiding aanwezig is tussen de manier waarop de organisatie het festival organiseert en de artistieke inhoud van het festival. De beoogde samenwerking, gemeenschapszin en het streven naar innovatie komen wat haar betreft slechts in een klein deel van de programmering concreet tot uiting.
Ondernemerschap
De commissie beoordeelt het ondernemerschap als ruim voldoende.
Ze stelt vast dat er sprake is van een financieel gezonde organisatie. Het festival sluit vanaf de eerste editie structureel af met een exploitatieoverschot. Sinds 2014 is er sprake van een tamelijk riant overschot en derhalve is er reeds een behoorlijk eigen vermogen opgebouwd. In de komende periode verwacht de organisatie de eigen inkomsten verder te kunnen vergroten door meer publiek aan te trekken en de muntprijs voor consumpties te verhogen. Daarnaast geeft de aanvrager aan te zullen onderzoeken wat de maximale ticketprijs kan zijn, hoewel dat op dit moment nog niet financieel in de begroting is vertaald. Ook gaat de organisatie op basis van reeds gemaakte afspraken met een bierbrouwer uit van hogere inkomsten uit sponsoring in de komende jaren. De commissie vindt het op basis van de plannen aannemelijk dat de stichting de ambities op het gebied van de eigen inkomsten zal weten waar te maken.
De spreiding van inkomstenbronnen is naar de mening van de commissie goed. Het grootste deel van de inkomsten komt uit recettes en de horeca, wat aansluit bij de gerealiseerde resultaten uit het verleden. Ook vindt de commissie het positief dat de aanvrager contact zoekt met bedrijven die in de omgeving van Leeuwarden zijn gevestigd, zoals het Google-datacenter in Eemshaven, IBM en Philips Drachten. De inhoudelijke verbinding die het festival maakt met bedrijven die zich evenals het festival laten voorstaan op innovatie, vindt de commissie overtuigend. Opmerkelijk vindt zij dat zich dit nauwelijks vertaalt in financiële bijdragen. De commissie zet voorts vraagtekens bij de ontwikkeling van de begroting. Deze komt 300.000 euro hoger uit dan de realisatie in 2015. Twee derde van de stijging aan inkomsten komt uit overheidsfinanciering. Dit vindt de commissie opmerkelijk gezien het feit dat de organisatie tot nog toe streefde naar subsidieonafhankelijkheid na 2018. Weliswaar geeft de organisatie aan dat ze dat streven vanwege de exceptionele toename van gevraagde uitkoopsommen door boekingskantoren heeft losgelaten, maar de commissie vindt de voorgestelde forse subsidieafhankelijkheid niet goed aansluiten bij het eerder getoonde ondernemerschap. Bovendien verbaast het haar dat de gestegen uitkoopsommen van invloed zijn op de festivalbegroting. Uit de plannen blijkt namelijk dat Welcome to the Village juist onafhankelijk van de grote boekingskantoren wil opereren en rechtstreeks vanuit lokale muziekscenes programmeert. Ook geeft de organisatie aan dat ze liever voor kleiner en kwaliteit kiest dan voor bekende namen. De commissie vindt het op grond van het voorgaande niet aannemelijk dat deze opkomende en veelal onbekende artiesten en bands zichzelf met hoge uitkoopsommen uit de markt prijzen.
Daarnaast is de commissie van mening dat het festival zeer kostbaar is, afgezet tegen het aantal bezoekers. De gemiddelde kosten per bezoeker zijn namelijk begroot op 183 euro. De commissie vindt dit niet in verhouding met de aard en omvang van het festival. Des te opvallender is het volgens haar dat de organisatie vanaf 2017 structureel rekent op een exploitatieoverschot van 38.000 euro. De aanvrager geeft niet aan hoe zich dat verhoudt tot de subsidiebehoefte. Ook wordt in de plannen niet gesproken over een mogelijke strategie die Welcome to the Village toepast in het geval van tegenvallers.
Positief vindt de commissie het gegeven dat de organisatie duidelijk verschillende doelgroepen definieert en potentiële kaartkopers identificeert. Het springt de commissie in het oog dat binnen deze doelgroepenbeschrijvingen de blik puur op Nederland is gericht, terwijl het festival expliciet Europese muziekscenes bij de programmering betrekt. De commissie vindt dit een gemiste kans. Zij is wel positief over de wijze waarop de vier programmalijnen van het festival elk een eigen herkenbare communicatieboodschap krijgen. Daarmee mikt de organisatie op een publiekstoename van gemiddeld 1000 bezoekers in de komende jaren. In het licht van de stijgende bezoekersaantallen in de afgelopen jaren vindt zij deze publiekstoename voorzichtig ingeschat, te meer daar Welcome to the Village in 2018 meelift op Leeuwarden Culturele Hoofdstad.
Pluriformiteit
De commissie beoordeelt de pluriformiteit als neutraal.
Ze stelt vast dat het festival voornamelijk popmuziek programmeert. De commissie constateert dat er in Nederland zowel in het gesubsidieerde als in het vrije circuit een ruim aanbod van popmuziek bestaat. Daardoor levert Welcome to the Village geen bijzondere bijdrage aan de pluriformiteit van de podiumkunsten in Nederland.
Geografische spreiding
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de spreiding als ruim voldoende.
Het festival vindt plaats in Leeuwarden. De commissie vindt dat hiermee een redelijke bijdrage wordt geleverd aan de spreiding. Tegelijkertijd merkt de commissie op dat in Leeuwarden, anders dan in sommige andere regio’s, vergelijkbaar aanbod niet geheel ontbreekt. In Leeuwarden en omgeving vinden ook andere festivals plaats en de stad kent een goede culturele infrastructuur op het gebied van de podiumkunsten.
Aanwezigheid financiële bijdrage provincie of gemeente
De financiële bijdrage van de provincie of gemeente beoordeelt de commissie als neutraal.
In de voorgaande jaren heeft de stichting geen structurele financiële bijdragen van de gemeente of provincie ontvangen. Voor de komende periode is een bedrag aangevraagd bij de provincie Friesland en de gemeente Leeuwarden. Dit betreffen echter bescheiden bijdragen ten opzichte van de totale omzet van het festival.
Bijdrage (co)productie
Stichting Welcome to the Village heeft geen (co)productiebijdrage aangevraagd.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Welcome to the Village te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Aangevraagd bedrag per editie
125.000
Geadviseerd bedrag per editie
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
125.000
Aangevraagd bedrag per editie
125.000
bedrag per editie
125.000
Bijdrage (co)productie
0
Totaal per editie
125.000
Toegekend bedrag per editie
125.000
* Alsnog toegekend in 2016